Dood hout en bosbeheer, 2001-2021
De afgelopen decennia is de hoeveelheid dood hout in de Nederlandse bossen flink toegenomen. Zowel het volume liggend als staand dood hout is in 20 jaar tijd bijna verdubbeld. Het dode hout levert een rijkere bosstructuur en een natuurlijker bos met een gevarieerdere vegetatiestructuur.
Gemiddelde voorraad dood hout toegenomen
In de periode 2017-2021 bedroeg in Nederland de totale voorraad staand en liggend hout (dood en levend) gemiddeld 89 miljoen m3. De totale voorraad dood hout was ruim 7 miljoen m3, waarvan 3,4 miljoen m3 liggend dood hout was en 3,7 miljoen m3 staand dood hout.
Het staande dood hout is in de afgelopen 20 jaar toegenomen van bijna 5 m3 naar 10 m3 per hectare en is daarmee in 20 jaar tijd ruim verdubbeld. Het liggende dood hout is in die periode toegenomen van ruim 5 m3 naar ruim 9 m3.
Aandeel meetpunten met meer dan 100 dode stammen per ha toegenomen
Op 80% van de meetpunten komen per hectare één of meer staande of liggende dode boomstammen voor in de periode 2017-2021. Ruim 17% van de meetpunten heeft meer dan 300 dode stammen per hectare. Op ruim 19% van de meetpunten in het bos zijn geen dode bomen aangetroffen. Het percentage meetpunten met meer dan 100 dode stammen per hectare is in 20 jaar toegenomen van 33% naar 47%.
Natuurlijker bosbeheer zorgt voor meer dood hout
De toename van dood hout wordt voor een deel veroorzaakt door een grotere bomensterfte onder invloed van bijvoorbeeld droogte en ouderdom. Het is echter vooral het gevolg van een natuurlijker bosbeheer. In bossen waar het beheer is gericht op meer natuurlijk bos, worden dode bomen en ander dood hout niet verwijderd. Dood hout levert een rijkere bosstructuur en draagt bij aan een gevarieerder microklimaat. Ook is dood hout belangrijk voor veel schimmels en insecten, bijvoorbeeld Echte tonderzwam en bosbeheer, 1960-2007 en het vliegend hert.
Nederlandse bosinventarisatie
De meest recente cijfers over dood hout komen uit de Zevende Nederlandse Bosinventarisatie (NBI-7), die in de periode 2017-2021 in opdracht van het ministerie van LNV is uitgevoerd. Hiervoor worden er verspreid door de Nederlandse bossen metingen verricht. Eerdere metingen zijn uitgevoerd voor de Zesde Nederlandse Bosinventarisatie (NBI-6, 2012-2013) en het Meetnet Functievervulling bos (MFV, 2001-2005).
Bronnen
- Schelhaas, M.J., S. Teeuwen, J. Oldenburger, G. Beerkens, G. Velema, J. Kremers, B. Lerink, M.J. Paulo, H. Schoonderwoerd, W. Daamen, F. Dolstra, M. Lusink, K. van Tongeren, T. Scholten, l. Pruijsten, F. Voncken, A.P.P.M. Clerkx (2022). Zevende Nederlandse Bosinventarisatie; Methoden en resultaten. Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, WOt-rapport 142.
- Dirkse, G.M., W.P. Daamen, H. Schoonderwoerd, M. Japink, M. van Jole, R. van Moorsel, P. Schnitger, W. Stouthamer & M. Vocks (2006). Meetnet Functievervulling bos 2001-2005. Vijfde Nederlandse Bosstatistiek. Rapport dk065-0. Directie Kennis, LNV, Ede.
- Schelhaas, M.J., A.P.P.M. Clerkx, W.P. Daamen, J. Oldenburger, G. Velema, P. Schnitger, H. Schoonderwoerd, H. Kramer (2014). Zesde Nederlandse Bosinventarisatie: methoden en basisresultaten.. Alterra-rapport 2545. Alterra Wageningen UR, Wageningen.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Dood hout en bosbeheer
- Omschrijving
- Procentueel bosoppervlak waar dood hout is aangetroffen.
- Verantwoordelijk instituut
- Wageningen Environmental ResearchAuteur: Bas Lerink
- Berekeningswijze
- De gegevens zijn gebaseerd op de metingen uit de Zevende Bosinventarisatie in de periode 2017-2021 en vergeleken met de gegevens uit de periode 2001-2005 (Meetnet Functievervulling Bos) en de periode 2012-2013 (Zesde Bosinventarisatie). Daarin zijn de bossen onderzocht met behulp van een steekproef van 3197 meetpunten van 300 m2 (Dirkse et al., 2006; Schelhaas et al., 2014). De definitie van een stam die bij de inventarisatie wordt geteld is als volgt: elk staand, liggend of hangend individu van een boomsoort voorkomend in de lijst van boomsoorten, waarvan de diameter op 1,3 m hoogte (bij scheefstaande en liggende exemplaren op 1,3 m stamlengte vanaf de stamvoet) 5 cm of meer is.Liggende dode stammen zijn alleen geteld indien de wortelkluit of stobbe binnen de proefvlakte lag. Dode stamfragmenten zonder worteldeel of met dit deel buiten de proefvlakte zijn buiten beschouwing gebleven.
- Basistabel
- Zevende Nederlandse Bosinventarisatie ( Schelhaas et al., 2022)
- Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- geen
- Verschijningsfrequentie
- Onregelmatig
- Betrouwbaarheidscodering
- C - Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2023). Dood hout en bosbeheer, 2001-2021 (indicator 1166, versie 08, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.