Grondwater Kaderrichtlijn Water, 2015
De algemene toestand van het grondwater was in 2015 overwegend goed. Regionaal voldeed de kwaliteit van het grondwater echter niet in grondwaterafhankelijke oppervlaktewateren en zijn Natura 2000-gebieden verdroogd.
Beoordeling van grondwater in de Kaderrichtlijn Water (KRW)
De beoordelingsmethodiek in de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor grondwater is voor zowel kwantiteit als kwaliteit gesplitst in een 'algemene' toestandsbeoordeling, die grotendeels is gebaseerd op Europese normen, en een 'regionale' toestandsbeoordeling, die is gebaseerd op specifieke regionale doelen.
De algemene kwantitatieve toestand van het grondwater wordt als goed beoordeeld als de gemiddelde jaarlijkse onttrekking op lange termijn de beschikbare grondwatervoorraad niet overschrijdt. Dit is een criterium dat wel relevant is voor bijvoorbeeld Zuid-Europa, maar voor de Nederlandse situatie geen betekenis heeft: er valt in Nederland gemiddeld voldoende neerslag om de grondwatervoorraad aan te vullen. De algemene kwalitatieve toestand wordt afgemeten aan een aantal stoffen met een Europees vastgestelde norm, en een aantal stoffen waarvoor nationaal opgestelde drempelwaarden gelden (Gaalen et al. 2016).
In grondwater vooral regionaal problemen
De algemene kwantitatieve toestand was volgens de gegevens van de waterbeheerders (in dit geval de provincies) in 2015 voor alle Nederlandse grondwaterlichamen goed. Omdat een aanzienlijk deel van de grondwaterafhankelijke Natura 2000-gebieden is verdroogd, worden de doelen voor regionale waterkwantiteit vaak niet gehaald (de paarse gebieden in de linkerhelft van de figuur).
De algemene chemische toestand voldeed in de meeste grondwaterwaterlichamen. In West-Nederland voldeed een aantal grondwaterlichamen echter niet aan het criterium voor chloride. Het KRW-criterium voor nitraat (op niet meer dan 20 procent van de meetpunten een overschrijding van 50 milligram nitraat per liter) werd in het krijtgebied in Zuid-Limburg overschreden. Voor de overige grondwaterlichamen in het zandgebied geldt als kanttekening dat het percentage meetpunten waar de norm werd overschreden dicht bij de drempelwaarde van 20 procent lag (Royal Haskoning DHV 2014). Regionaal waren er problemen bij een aantal drinkwaterwinningen of voldeed de kwaliteit van het grondwater niet voor grondwaterafhankelijke oppervlaktewateren in Natura 2000-gebieden (rode gebieden in de rechterhelft van de figuur) (Gaalen et al. 2016).
Bronnen
- Gaalen F. van, A. Tiktak, R. Franken, E. van Boekel, P. van Puijenbroek & H. Muilwijk (2016), Waterkwaliteit nu en in de toekomst. Eindrapportage ex ante evaluatie van de Nederlandse plannen voor de Kaderrichtlijn Water. Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving.
- Groenendijk, P., L.V. Renaud, C. van der Salm, H.H. Luesink, P.W. Blokland & T.J. de Koeijer (2015), Nitraat en N- en P-uitspoeling bij de gebruiksnormen van het 5de NAP : modelberekeningen met MAMBO en STONE. Wageningen: Alterra Wageningen UR.
- IenM (2015a), Stroomgebiedbeheerplan Rijn 2016-2021. Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
- IenM (2015b), Stroomgebiedbeheerplan Maas 2016-2021. Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
- IenM (2015c), Stroomgebiedbeheerplan Schelde 2016-2021. Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
- IenM (2015d), Stroomgebiedbeheerplan Eems 2016-2021. Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
- Royal Haskoning DHV (2014), Grondwaterlichamen Rijn-Noord. Ambtelijk technische achter-grondrapport. Eindrapport 24 november 2014. Amersfoort: Royal Haskoning DHV.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
Grondwater Kaderrichtlijn Water, 2015
- Omschrijving
Beoordeling van de kwantiteit en kwaliteit van grondwater volgens de Kaderrichtlijn Water
- Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving
- Berekeningswijze
-
- Basistabel
-
- Geografische verdeling
Algemene beoordeling: Nederland, beoordeling van elk van de 23 grondwaterlichamen die voor de KRW in Nederland worden onderscheidenRegionale beoordeling: Nederland, grondwaterafhankelijke natuurgebieden en drinkwaterwinningen
- Verschijningsfrequentie
6-jaarlijks, volgend op de rapportage van Nederland aan de Europese Commissie over de Kaderichtlijn Water
- Opmerking
De informatie in deze indicator is afkomstig van de provincies en is overgenomen uit de stroomgebiedbeheerplannen 2016-2021 (IenM 2015a t/m d)
- Betrouwbaarheidscodering
C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
Referentie van deze webpagina
CLO (2018). Grondwater Kaderrichtlijn Water, 2015 (indicator 0594, versie 01, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.