Gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater 2013-2019
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Het aantal gemeten overschrijdingen van de waterkwaliteitsnormen is tussen 2013 en 2019 afgenomen. De trendmatige verbetering is onzeker als rekening wordt gehouden met het grote aantal niet-toetsbare stoffen, waarvan het gebruik de laatste jaren met zekerheid is toegenomen. Niet-toetsbare stoffen zijn stoffen waarvan de norm zo laag is dat ze in de praktijk niet gemeten kunnen worden, terwijl ze wel een belangrijke bijdrage leveren aan de milieubelasting.
Beleid ter bescherming van ecosystemen in oppervlaktewater
Om ecosystemen te beschermen tegen nadelige effecten van gewasbeschermingsmiddelen moet in de Nederlandse wateren worden voldaan aan de normen voor waterkwaliteit zoals vastgelegd in de Kaderrichtlijn Water. De Kaderrichtlijn Water kent twee normen: een norm voor chronische blootstelling van waterorganismen waarbij wordt getoetst aan de jaargemiddelde concentratie van een gewasbeschermingsmiddel in het oppervlaktewater (de JG-MKN) en een norm voor acute blootstelling waarbij wordt getoetst aan de maximum gemeten concentratie in een jaar (de MAC-MKN). De KRW schrijft voor dat aan beide normen moet worden voldaan (Ohm et al. 2014).
De doelstellingen voor de ecologische waterkwaliteit zijn verder uitgewerkt in de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst (EZ 2013) en geconcretiseerd in Tamis & Van 't Zelfde (2017). Het doel is om het aantal gemeten overschrijdingen van de waterkwaliteitsnormen in de periode 2021-2023 met 90 procent te verminderen ten opzichte van de referentieperiode 2011-2013. De nota kent ook een tussendoel: in de periode 2016-2018 moest het aantal gemeten normoverschrijdingen met 50 procent zijn afgenomen ten opzichte van de referentieperiode. Voor de evaluatie van de nota is een specifiek meetnet ingericht, het Landelijk Meetnet Gewasbeschermingsmiddelen (het LM-GBM). Het meetnet bevat 96 vaste punten, die zodanig gekozen zijn dat ze met grote waarschijnlijkheid worden beïnvloed door één specifieke teeltgroep (De Weert et al. 2014). Omdat het aantal overschrijdingen van jaar tot jaar door invloed van het weer sterk kan variëren is in het kader van de nota Gezonde Groei Duurzame Oogst afgesproken om de trend te bepalen op basis van een driejaarlijks voortschrijdend gemiddelde van het percentage overschrijdingen van de KRW-normen.
Afname aantal overschrijdingen norm blootstelling
Het aantal overschrijdingen van de norm voor chronische blootstelling is sinds de referentieperiode 2011-2013 met circa 40 procent afgenomen (figuur 1), het aantal metingen waarbij de norm voor acute blootstelling wordt overschreden is tegelijkertijd met circa 60 procent afgenomen. Voor de chronische norm ligt het aantal overschrijdingen daarmee nog boven het tussendoel van de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst (50 procent minder normoverschrijdingen in 2016-2018 ten opzichte van 2011-2013. De sterkere daling bij de acute blootstelling betekent dat minder vaak hoge piekconcentraties in het oppervlaktewater worden gemeten. Voor de oppervlaktewaterkwaliteit is dat goed nieuws: vooral hoge piekconcentraties hebben een groot effect op het waterleven (Brock et al. 2011; EFSA PPR Panel 2013). De sterke daling bij de overschrijding van de acute norm hangt samen met het verminderde verbruik van de stof imidacloprid.
Het aantal locaties met normoverschrijding blijft nagenoeg gelijk
Het aandeel locaties waar de norm voor een of meerdere stoffen wordt overschreden is tussen 2013 en 2019 amper afgenomen (figuur 2). Dat komt doordat volgens het one-out/all-out principe van de KRW een locatie al normoverschrijdend is als er één stof boven de norm wordt aangetroffen (Ohm et al. 2014). Vanuit de ecologie geredeneerd is dat begrijpelijk: afhankelijk van de mate van overschrijding en de eigenschappen van een stof kan één toxische stof immers al tot significante effecten op het waterleven leiden (EFSA PPR Panel 2013).
De bestrijdingsmiddelenatlas bevat naast de metingen uit het LM-GBM ook andere metingen. Hierdoor is het mogelijk om naast de trend ook inzicht te krijgen in het ruimtelijk patroon (figuur 3). Op meetlocaties bij boomkwekerijen, bloembollen, fruitteelt en glastuinbouw worden de meeste normoverschrijdingen aangetroffen (figuur 3; Tamis & Van 't Zelfde 2019). Op de meeste meetlocaties wordt de norm door minder dan 10 procent van het totale aantal stoffen overschreden. Verbetering van de waterkwaliteit is daarom mogelijk door vooral de meest vervuilende stoffen aan te pakken (PBL 2019).
Een belangrijke oorzaak van de gemeten normoverschrijdingen is dat het toelatingscriterium voor gewasbeschermingsmiddelen in het algemeen soepeler is dan de waterkwaliteitsnormen volgens de KRW (PBL 2019). Naast de KRW-normen, worden echter ook de toelatingscriteria veelvuldig overschreden. Dit kan erop duiden dat stoffen niet altijd volgens het voorschrift worden gebruikt (Stokkers et al. 2019). Maar er zijn ook tekortkomingen in de nationale toelatingsprocedure (PBL 2019). Die houdt namelijk niet met alle mogelijke emissieroutes rekening.
Niet-toetsbare stoffen maken de trend onzeker
Voor de meest toxische stoffen is het onmogelijk om een trendbepaling op basis van de metingen te doen. Bij deze stoffen gaat het om lage concentraties, die evengoed een grote invloed op waterkwaliteit kunnen hebben. Het komt voor dat niet met voldoende betrouwbaarheid kan worden vastgesteld of een stof in een lage concentratie in oppervlaktewater aanwezig is. Als dit het geval is spreken we van niet-toetsbare metingen; zie Verschoor et al. (2019) voor achtergronden. Sommige stoffen zijn op veel locaties niet toetsbaar (Verschoor et al. 2019), we spreken dan van niet-toetsbare stoffen. De stof esfenvaleraat bijvoorbeeld was op 95 procent van de meetlocaties niet toetsbaar. Op de locaties waar deze stof wel betrouwbaar kon worden gerapporteerd, was de normoverschrijding evenwel aanzienlijk. Uit een analyse van Verschoor et al. (2019) blijkt dat het aantal niet-toetsbare stoffen toeneemt. Uit de verbruiksstatistieken blijkt bovendien dat het verbruik van niet-toetsbare stoffen de afgelopen jaren is toegenomen. Mede door de toename van het verbruik van niet-toetsbare stoffen is het berekende risico voor waterorganismen (de zogenoemde milieubelasting) toegenomen. Het is daarom aannemelijk dat het beeld van een dalende trend in het aantal overschrijdingen op basis van alleen de metingen de werkelijke situatie maskeert (PBL 2019).
Chemische stoffen in de KRW-systematiek
De rapportage in de bestrijdingsmiddelenatlas is breder dan de rapportage voor de Kaderrichtlijn Water (KRW). In dat kader wordt uitsluitend gerapporteerd op het niveau van aangewezen KRW-waterlichamen. Dit zijn vaak grotere wateren die niet alleen door landbouw worden beïnvloed. Bovendien wordt voor de KRW slechts een beperkt aantal gewasbeschermingsmiddelen gerapporteerd (namelijk prioritaire stoffen en specifiek verontreinigende stoffen).
Er waren in 2020 45 prioritaire stoffen. Deze stoffen bepalen de zogenoemde "chemische toestand" voor de KRW. Prioritaire stoffen zijn stoffen die in heel Europa met voorrang worden aangepakt en waarvan de Europese Commissie de milieukwaliteitsnormen heeft vastgesteld. De "specifiek verontreinigende stoffen" worden nationaal vastgesteld. De huidige gewasbeschermingsmiddelen vallen voornamelijk onder de "specifiek verontreinigende stoffen" en voor een klein deel onder de "prioritaire stoffen". Een uitgebreide toestandsbepaling voor de KRW is te vinden in de Nationale Analyse Waterkwaliteit (Gaalen et al. 2020).
Bronnen
- Brock T.C.M., G.H.P. Arts, T.E.M. Hulscher, F.M.W. de Jong, R. Luttik, E.W.M. Roex, C.E. Smit & P.J.M. van Vliet (2011), Aquatic effect assessment for plant protection products. Dutch proposal that addresses the requirements of the Plant Protection Regulation and the Water Framework Directive, Alterra Report 2235. Wageningen: Alterra.
- De Weert, J., E. Roex, J. Klein, G. Janssen (2014), Opzet Landelijk meetnet gewasbeschermingsmiddelen land- en tuinbouw. Deltares rapport 1207762-008. http://publications.deltares.nl/1207762_008.pdf
- EFSA PPR Panel (2013). Guidance on tiered risk assessment for plant protection products for aquatic organisms in edge-of-field surface waters. EFSA Journal 11(7):3290.
- EZ (2013). Nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst
- Gaalen, F. van, L. Osté & E. van Boekel (2020), Nationale Analyse Waterkwaliteit. Onderdeel van de Delta-aanpak Waterkwaliteit. Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving.
- Ohm, M., D. ten Hulscher & R. Smits (2014), Richtlijn KRW Monitoring Oppervlaktewater en Protocol Toetsen & Beoordelen, Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Beschikbaar via https://www.helpdeskwater.nl/onderwerpen/wetgeving-beleid/kaderrichtlijn-water/monitoringsprogramma/@178635/richtlijn-krw/
- PBL (2019). Geïntegreerde gewasbescherming nader beschouwd. Tussenevaluatie van de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst. Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag.
- Stokkers, R. (2019), Tussenevaluatie van de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst - Deelrapport Naleving. Wageningen: WEcR.
- Tamis, W.L.M. & M. van 't Zelfde (2017), Uitwerking referentieperiode Tweede nota Duurzame Gewasbescherming, Leiden: CML.
- Tamis, W.L.M. & M. van 't Zelfde (2019), Gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater in Nederland: metingen. Bijdrage aan het deelrapport milieu van de Tussenevaluatie van Gezonde Groei, Duurzame Oogst, Tweede nota duurzame gewasbescherming periode 2013 tot 2023, Leiden: CML.
- Tiktak, A. (2019). Gewasbeschermingsmiddelen en de realisatie ecologische kwaliteit van oppervlaktewater 2018. Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag.
- Verschoor, A., J. Zwartkruis, M. Hoogsteen, J. Scheepmaker, F. de Jong, Y. van der Knaap, P. Leendertse, S. Boeke, R. Vijftigschild, R. Kruijne & W. Tamis (2019), Tussenevaluatie van de nota 'Gezonde Groei, Duurzame Oogst' : Deelproject Milieu, RIVM rapport 2019-0044, Bilthoven: RIVM.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater
- Omschrijving
- Overschrijding van de waterkwaliteitsnormen van gewasbeschermingsmiddelen
- Verantwoordelijk instituut
- Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden, tekst opgesteld door Planbureau voor de Leefomgeving
- Berekeningswijze
- Zie Tiktak (2019) voor een uitgebreide verantwoording: https://www.pbl.nl/publicaties/doelbereik-ecologische-kwaliteit-oppervlaktewater
- Basistabel
- De Bestrijdingsmiddelenatlas geeft op grond van meetgegevens van regionale waterbeheerders een landelijk beeld van de gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater.
- Geografische verdeling
- Nederland, 96 vaste meetlocaties.
- Andere variabelen
- Overschrijdingen drinkwaternorm, overschrijdingen van het toelatingscriterium, top 10 probleemstoffen, top 10 belastend grondgebruik en meetintensiteit
- Verschijningsfrequentie
- De gegevens worden jaarlijks bij elkaar gebracht. De meetprogramma's variëren sterk in het aantal meetpunten, het aantal gemeten stoffen en de meetfrequentie.
- Achtergrondliteratuur
- Zie onderdeel 'Toelichting' in www.bestrijdingsmiddelenatlas.nlPBL (2019). Geïntegreerde gewasbescherming nader beschouwd. Tussenevaluatie van de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst. Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag.
- Betrouwbaarheidscodering
- C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2021). Gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater 2013-2019 (indicator 0547, versie 08, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.