Atmosferische depositie op binnenwater en op het rioolstelsel, 1990-2016
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
De atmosferische depositie is voor veel stoffen een belangrijke bron voor de belasting van het oppervlaktewater en het rioolstelsel. Bij de metalen koper, zink, lood en cadmium is de atmosferische depositie in 2016 gestegen met respectievelijk 26, 28, 19 en 15 procent ten opzichte van 2015; De atmosferische depositie van stikstof en fluorantheen is gelijk aan die van 2015.
Trends in de atmosferische depositie op binnenwateren
De laatste jaren stijgt de belasting van het oppervlaktewater (binnenwater) met zware metalen via directe atmosferische depositie. De reden hiervoor is niet direct aan te wijzen. De cijfers worden onder andere bepaald op basis van meetgegevens van gehaltes in neerslag.
Overigens geldt voor de meeste stoffen dat een groot deel van de uit de lucht afkomstige verontreiniging uit het buitenland komt. De bijdrage van de atmosferische depositie aan de totale belasting van het oppervlaktewater ligt voor de getoonde metalen tussen de 7 en 17 procent. Voor fluorantheen ligt de bijdrage aanzienlijk hoger, namelijk 66 procent.
Afspoeling van atmosferische depositie naar het rioolstelsel
De stoffen die via depositie op verhard oppervlak terechtkomen en vervolgens afspoelen naar het rioolstelsel zorgen indirect nog voor een extra belasting van het oppervlaktewater via overstorten, regenwaterriolen en effluenten van rioolwaterzuiveringsinstallaties. Deze vrachten zijn inbegrepen bij de cijfers over de belasting van het oppervlaktewater vanuit het compartiment riolering en waterzuivering.
De trend in de belasting van het rioolstelsel door atmosferische depositie is vrijwel hetzelfde als die van de atmosferische depositie op oppervlaktewater. De atmosferische depositie draagt voor een aantal stoffen zoals lood, cadmium en uitschieter fluorantheen flink bij aan de landelijke belasting van het rioolstelsel. Deze bijdrage is in 2016 wel lager dan in 1990.
Niet inbegrepen in de cijfers: Noordzee
De hoeveelheid directe depositie op de Noordzee is voor veel stoffen ruim tweemaal zo groot als de depositie op de binnenwateren. Deze post is in deze indicator en in de andere indicatoren die de belasting van het oppervlaktewater beschrijven, niet meegenomen omdat de registratie van overige emissiebronnen naar zoute wateren nog niet volledig is en omdat de meeste andere emissiebronnen alleen betrekking hebben op binnenwater. De hoge depositiecijfers op de Noordzee hebben veel invloed op de landelijke cijfers en vertroebelen de beschrijving van de bijdrage van de verschillende emissiebronnen in de totale belasting van het oppervlaktewater.
Bronnen
- Emissieregistratie (2018). Jaarcijfers 2016. RIVM, Bilthoven; en PBL, Bilthoven; CBS, Den Haag; RWS-WVL, Lelystad; Alterra, Wageningen; Deltares, Utrecht;, RVO, Utrecht en TNO, Utrecht. http://www.emissieregistratie.nl.
Relevante informatie
- Belasting van het oppervlaktewater, 1990-2022
- Belasting van het oppervlaktewater naar herkomst, 2022
- Recente cijfers en beschrijvingen van gehanteerde berekeningswijzen (meta-informatie) kunnen in detail bekeken worden op de website van de Emissieregistratie.
Technische toelichting
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2018). Atmosferische depositie op binnenwater en op het rioolstelsel, 1990-2016 (indicator 0514, versie 14, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.