Herkomst fijn stof (PM10 en PM2,5)
Het verklaarde deel van de fijnstofconcentratie (PM10) kon voor 2020 en gemiddeld over Nederland voor 23% aan Nederlandse bronnen worden toegeschreven. Voor het fijnere deel van het fijn stof (PM2.5) was dit 33%.
Bijdragen
Fijn stof afkomstig van bepaalde bronnen of met bepaalde oorsprong vormen de bijdragen aan de fijnstofconcentraties. Deze bijdragen worden modelmatig berekend. De hier gepresenteerde herkomstgegevens zijn het resultaat van de modelberekeningen in het kader van de Grootschalige Concentratiekaarten Nederland (GCN) op basis van massabijdrage (Hoogerbrugge et al., 2021; zie technische toelichting). De herkomst is hier onderverdeeld in Nederland, buitenland en Noordzee. Naast deze bijdragen, veroorzaakt door menselijke activiteiten, zijn er ook bijdragen van voornamelijk natuurlijke oorsprong. Hierin zitten zeezout en organisch materiaal dat zich vormt uit vluchtige organische stoffen VOS).
De berekende fijnstofconcentraties worden gekalibreerd op meetresultaten van fijnstof. Het verschil tussen de uitkomsten van de modelberekeningen en de metingen geeft de figuur aan als de categorie 'Overig'. Deze categorie bestaat voornamelijk uit bronnen waarvan de emissie onbekend is. Zie voor een nadere uitleg ook bij de 'Technische toelichting'.
De emissiesectoren verkeer, landbouw, industrie en huishoudens leveren de belangrijkste bijdrage aan het Nederlandse deel van de berekende fijnstofconcentraties. De bijdrage uit het buitenland vormt het grootste aandeel in het totaal van de berekende fijnstofconcentratie. De categorie 'Noordzee' bevat de concentraties ten gevolge van emissies van de scheepvaart op het Nederlandse deel van het Continentaal Plat.
Beleid
Nationale en EU beleidsmaatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit voor fijn stof zijn meestal gekoppeld aan Europese beleidsinstrumenten. Deze beleidsinstrumenten hebben in principe een drieledige benadering om de negatieve effecten van luchtkwaliteit te verminderen:
- Nationale emissieplafonds, de zogenoemde NEC-plafonds (EU, 2016)
- Luchtkwaliteitsnormen (luchtkwaliteitrichtlijn) (EU, 2008)
- Emissiereducties voor voertuigen en in productieprocessen (EU, 2019; EU 2010; IPPC)
Bronnen
- Hoogerbrugge, R., Geilenkirchen, G.P., den Hollander, H.D., Siteur, K., Smeets, W., van der Swaluw, E., de Vries, W.J., Wichink Kruit, R.J. (2021) Grootschalige concentratie- en depositiekaarten Nederland. Rapportage 2021. Rapport 2021-0068, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.
- EU (2008). Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa. Publicatieblad van de Europese Unie L 152/1.
- EU (2016). Richtlijn (EU) 2016/2284 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de vermindering van de nationale emissies van bepaalde luchtverontreinigende stoffen, tot wijziging van Richtlijn 2003/35/EG en tot intrekking van Richtlijn 2001/81/EG Publicatieblad van de Europese Unie, L 244/1.
- EU (2019). Richtlijn (EU) 2019/1161 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van richtlijn 2009/33/EG inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen, Publicatieblad van de Europese Unie, L 188/116.
- EU (2010). Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies, Publicatieblad van de Europese Unie, L 334/17.
- IPPC. InfoMil pagina's IPPC-installaties en regelgeving: BBT-conclusies en BREF's.
Relevante informatie
- CLO > Deeltjesvormige luchtverontreiniging: beleid
- CLO > Deeltjesvormige luchtverontreiniging: oorzaken en effecten
- CLO > Fijnstof (PM10) in lucht, 1992-2023
- CLO > Fijn stof in lucht, jaargemiddelde, 1992-2012
- CLO > Fijnere fractie van fijn stof (PM2,5) in lucht, 2009-2023
- CLO > Gezondheidseffecten van fijn stof en ozon, 1992 - 2013
- CLO > Nationale luchtkwaliteit: overzicht normen
- CLO > Nationale luchtkwaliteit: beleid
- CLO > Grootschalige luchtverontreiniging de "National Emission Ceilings": emissies, 1990 - 2022
- CLO > Emissies door de zeescheepvaart, 1990-2022
- RIVM > Ruimtelijk gedetailleerde informatie over fijnstofconcentraties bieden de Grootschalige Concentratiekaarten Nederland
- RIVM > www.luchtmeetnet.nl; Luchtmeetnet dataset (rivm.nl)
- RIVM > Dossier fijn stof
- RIVM > Fijn stof en gezondheid
- PBL > Informatie over de actuele ontwikkelingen voor de luchtkwaliteit: Balans van de Leefomgeving 2020
- Buijsman, E., Beck, J.P., van Bree, L., Cassee, F.R., Koelemeijer, R.B.A., Matthijsen, J., Thomas, R. & Wieringa, K. (2005). Fijn stof nader bekeken. Rapport nr. 500037008. Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven.
- Buijsman, E., Cassee, R.R., Fischer, P.H., Hoogerbrugge, R., Maas, R.J.M., Van der Swaluw, E. & M.C. Van Zanten, (2012) Dossier 'Fijn stof'. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.
- Schaap, M., Weijers, E.P., Mooibroek, D., Nguyen, L. & R. Hoogerbrugge, (2010) Samenstelling en herkomst van fijn stof in Nederland. Rapport 500099007, Planbureau voor de Leefomgeving, Bilthoven/Den Haag.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Herkomst fijn stof (PM10) en het fijnere deel van fijn stof (PM2,5)
- Omschrijving
- Herkomst fijn stof en het fijnere deel van fijn stof naar bronnen in Nederland, het buitenland, en de Noordzee.
- Verantwoordelijk instituut
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
- Berekeningswijze
- Op basis van de massabijdrage in GCN-berekeningen met OPS en aangevuld met berekeningen met LOTOS-EUROS (zeezout) en het EMEP-model (SOA). De berekeningen worden gekalibreerd met meetresultaten van de massa en de samenstelling van PM10 en PM2.5.
De toedeling naar bronnen of oorsprong van fijn stof is in deze indicator berekend op basis van massa. Een andere berekeningswijze is op basis van het aantal deeltjes, ofwel de 'molaire' opbouw. Hoogerbrugge et al. (2021) beschrijft in paragraaf 4.3 detailaspecten van beide berekeningswijzen en hun bruikbaarheid in de vertaling naar het beleid. - Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- Gemiddelden voor Nederland als geheel.
- Andere variabelen
- De GCN-berekeningen leveren onder andere ook kaarten op voor de concentraties van ammoniak, stikstofdioxide, fijn stof, het fijnere deel van fijn stof en zwaveldioxide.
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- -
- Opmerking
- De bronbijdragen aan de jaargemiddelde achtergrondconcentraties van fijn stof voor 2020 zijn verkregen door een combinatie van meetresultaten met modelberekeningen. Met bronbijdrage wordt bedoeld de hoeveelheid fijnstof afkomstig van een bepaalde bron of die een bepaalde oorsprong heeft. Fijn stof is een complex mengsel van deeltjes van verschillende grootte en van diverse chemische samenstelling. Het aandeel van de PM10 concentratie door verklaarde bronnen is grofweg drie kwart van de totale gemeten hoeveelheid PM10. Voor PM2,5 is het verklaarde deel grofweg gelijk aan de totale gemeten hoeveelheid PM2,5. Een deel van de gemodelleerde concentratie wordt bepaald door emissies van primair fijn stof, het overige bestaat uit secundair fijn stof, dat in de lucht wordt gevormd door emissies van NOx, NH3, SO2 en VOS. De bijdrage van zeezout wordt ook expliciet meegenomen. Naast de verklaarde bronnen zijn er ook bronnen die in de berekeningen niet worden meegenomen, deels door gebrek aan proceskennis, maar ook door gebrek aan betrouwbare emissiegegevens.
- Betrouwbaarheidscodering
- PM10: C (Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd).
PM2,5: C (Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd).
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2021). Herkomst fijn stof (PM10 en PM2,5) (indicator 0470, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.