Stortplaatsen, aantal en capaciteit, 1991-2018

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Het milieubeleid is gericht op het terugdringen van het storten van afval. Het aantal stortplaatsen en de hoeveelheid gestort afval is dan ook sterk afgenomen sinds 1991. De gestorte hoeveelheid afval stabiliseert zich rond de 2,3 miljoen ton afval per jaar. Rond 1990 was dit nog ongeveer 13 tot 14 miljoen ton per jaar.

Afname van aantal stortplaatsen

Het aantal stortplaatsen neemt de laatste jaren niet meer af na een sterke afname vanaf 1995. Oorzaken van de eerdere sterke afname zijn zowel het beleid om het storten van afvalstoffen te minimaliseren, het moratorium op nieuwe stortcapaciteit, het aanscherpen van milieueisen, planologische problemen en natuurlijk de afname van de hoeveelheid afval dat resteert voor storten. Op 31 december 2018 waren nog 20 stortplaatsen in exploitatie.

Afname hoeveelheid gestort afval

Na een jarenlange afname van de hoeveelheid gestort afval in Nederland was er in 2005 en 2006 meer afval gestort dan in de jaren er voor. De toename in de hoeveelheid gestort afval was gestart op het moment dat Duitsland is overgegaan op het effectueren van een stortverbod aldaar (per 1 juni 2005). Als een reactie op het Duitse stortverbod is er minder afval vanuit Nederland naar Duitsland uitgevoerd. In de jaren daarna wordt er weer minder gestort, dit komt deels door uitbreiding van verbrandingscapaciteit in Nederland waardoor meer afval wordt verbrand. In 2012 is weer meer afval gestort, van 1,9 miljoen ton in 2011 naar 3,4 miljoen ton in 2012. Dit kan grotendeels worden verklaard doordat per 1 januari 2012 de stortbelasting is afgeschaft en in afwachting hiervan is geanticipeerd door veel inert materiaal in opslag te nemen tot na 1 januari 2012. Na deze tijdelijke toename is de hoeveelheid gestort weer afgenomen tot ongeveer 2,3 miljoen ton in 2015. In de jaren daarna is de hoeveelheid gestort afval weer toegenomen tot 2,3 miljoen ton in 2018.
In de cijfers is geen rekening gehouden met de hoeveelheid afval die gestort is op eigen terrein. Die afname is nog veel groter dan bij het reguliere storten. In het begin van de jaren negentig werd nog ruim 2 miljard kilogram op eigen terrein gestort. Tegenwoordig wordt er nog nauwelijks afval gestort op eigen terrein. In 2018 is zelfs 30 duizend ton netto afgevoerd van deze stortplaatsen.

Beleid

Het terugdringen van de hoeveelheid gestort afval is al lang een speerpunt van het afvalstoffenbeleid in Nederland. Om het storten terug te dringen zijn veel maatregelen ingezet, variërend van het bevorderen van preventie en recycling en het vergroten van de verbrandingscapaciteit tot het uitvaardigen van stortverboden.
Het Landelijk afvalbeheerplan 2017-2029 (LAP), dat sinds 2017 van kracht is, beschrijft het beleid voor het storten van afval.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Stortplaatsen: aantal en capaciteit
Omschrijving
Het aantal in gebruik zijnde stortplaatsen en de bijbehorende stortcapaciteit
Verantwoordelijk instituut
Rijkswaterstaat
Berekeningswijze
Integraal onderzoek bij stortplaatsen
Basistabel
-
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
jaarlijks
Achtergrondliteratuur
WAR (2020). Afvalverwerking in Nederland, gegevens 2018. Werkgroep Afvalregistratie, Utrecht.
Opmerking
In bovenstaande tabel vindt u onder meer informatie over de totale hoeveelheid gestort afval. Deze cijfers zijn inclusief verontreinigde grond en baggerspecie. Dit totaal wijkt af van het totaal in de indicator over afvalproductie en wijze van verwerking. De beleidsindicator gaat uit van de netto hoeveelheid gestort afval. Bruto betekent inclusief nuttige toepassing op stortplaatsen, verontreinigde grond en baggerspecie.
Betrouwbaarheidscodering
Integrale waarneming.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
17
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
13
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05

Referentie van deze webpagina

CLO (2021). Stortplaatsen, aantal en capaciteit, 1991-2018 (indicator 0393, versie 16, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.