Elektromagnetische velden (toelichting)

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Door het gebruik van apparaten zoals mobiele telefoons, radio en TV kan de blootstelling aan elektromagnetische (EM-) velden toenemen. Dit heeft geleid tot bezorgdheid over de eventuele gezondheidsrisico's van EM-velden.

Bezorgdheid om gezondheid

De groei van toepassingen, die tot meer blootstelling aan elektromagnetische (EM-) velden kunnen leiden, zoals mobiele telefonie, radio en TV, heeft geleid tot bezorgdheid over de eventuele gezondheidsrisico's ervan. Diverse factoren versterken deze gevoelens van onrust:

  • tegenstrijdige resultaten van wetenschappelijk onderzoek;
  • de gebrekkige informatievoorziening over en controle op de introductie van toepassingen zoals de mobiele telefonie;
  • de associatie met ioniserende straling en radioactiviteit en;
  • het feit dat EM-velden apparaten kunnen storen.

Over welke velden gaat het?

Er kan onderscheid worden gemaakt in extreemlaagfrequente en radiofrequente elektromagnetische velden.

Extreemlaagfrequente EM-velden

Bronnen Extreemlaagfrequente EM-velden (ELF) van 50 Hz worden opgewekt bij transport en distributie van elektriciteit en bij gebruik van elektrische apparaten. Deze ELF-velden komen voor rond alledaagse zaken zoals hoogspanningslijnen, scheerapparaten, stofzuigers en boormachines. Effecten Het directe effect van blootstelling aan deze velden is de opwekking van elektrische stroompjes in het lichaam. De huidige blootstellingslimieten zijn alleen gebaseerd op kortetermijneffecten en beogen het optreden van onder meer hartritmestoornissen te voorkomen (Gezondheidsraad, 2000). Onderzoek In buitenlands bevolkingsonderzoek is een zwakke doch redelijk consistente associatie gevonden tussen blootstelling aan deze velden en het optreden van leukemie bij kinderen. Een oorzakelijk verband is echter niet vastgesteld. Indien deze associatie ook in Nederland aanwezig zou zijn, zou maximaal 1 van de jaarlijks circa 110 nieuwe gevallen van leukemie bij kinderen hiermee kunnen worden verklaard (Van der Plas et al., 2001). Beleid De diverse rapportages over de mogelijke gezondheidseffecten van hoogspanningslijnen zijn voor de Nederlandse overheid aanleiding om op basis van het voorzorgprincipe te laten onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de blootstelling aan magnetische velden rond hoogspanningslijnen te reduceren (VROM, 2001).

Radiofrequente EM-velden

Bronnen Radiofrequente EM-velden (RF, 300 Hz tot 300 GHz) of radiogolven komen voor rond mobiele telefoons en de bijbehorende basisstations, radio- en TV-zendmasten, radarinstallaties en in magnetrons. Effecten Alleen bij langdurige blootstelling, dicht bij de bron en bij voldoende hoge sterkte van de velden kan een verhoging van de lichaamstemperatuur met enkele graden Celsius optreden. Aspecifieke effecten zoals slapeloosheid, hoofdpijn, geheugenverlies of gedragsstoornissen, die met blootstelling aan RF-velden worden geassocieerd, zijn niet ondubbelzinnig aangetoond. Onderzoek De onderzoeken naar lange-termijneffecten zoals het ontstaan van hersentumoren bij gebruik van mobiele telefoons, zijn nog te beperkt om definitieve conclusies te kunnen trekken. Gelet op de beperkt aanwezige kennis heeft de Engelse Independent Expert Group on Mobile Phones aanbevolen uit te gaan van een voorzorgprincipe totdat meer solide kennis over eventuele gezondheidseffecten beschikbaar is. In overeenstemming hiermee is zij van mening dat onnodig gebruik van telefoons door kinderen zou moeten worden ontmoedigd (IEGMP, 2000).Beleid In Nederland is het beleid met betrekking tot de plaatsing van antennes vastgelegd in het Nationaal Antennebeleid (NAB, 2000). Voor plaatsing van antenne-installaties met een hoogte tot maximaal vijf meter is volgens dit beleid niet langer een bouwvergunning nodig. In een convenant tussen de rijksoverheid, de gemeenten en de aanbieders van mobiele-telefonie-diensten zijn afspraken vastgelegd over onderlinge samenwerking tussen de aanbieders, het opstellen van een plaatsingsplan en het bespreken ervan met de gemeenten, de visuele inpasbaarheid, de instemming van bewoners en de maximaal toegestane blootstelling van de bevolking aan radiofrequente elektromagnetische velden. Uitgangspunt zijn de blootstellingslimieten in de EU-aanbeveling voor de beperking van blootstelling van de bevolking aan EM-velden (EU, 1999). De blootstellingslimieten, die zijn uitgedrukt in referentieniveaus voor elektrische en magnetische velden, mogen niet worden overschreden. Het streven is om de afspraken in het convenant in de toekomst in wet- en regelgeving vast te leggen.

Bronnen

  • Gezondheidsraad (2000). Commissie ELF elektromagnetische velden. Blootstelling aan elektromagnetische velden (0 Hz - 10 MHz). Gezondheidsraad 2000/6, Den Haag.
  • Plas, M. van der, D.J.M. Houthuijs, A. Dusseldorp, R.M.J. Pennders en M.J.M. Pruppers (2001). Magnetische velden van hoogspanningslijnen en leukemie bij kinderen. RIVM (rapportnr. 610 050 007), Bilthoven.
  • VROM (2001). Nationaal Milieubeleidsplan 4. Een wereld en een wil: werken aan duurzaamheid. Ministerie van VROM, Den Haag.
  • IEGMP (2000). Independent Expert Group on Mobile Phones. Mobile Phones and Health. NRPB, Chilton, Didcot, Oxon.
  • NAB (2000). Nota Nationaal Antennebeleid, Tweede Kamer, vergaderjaar 2000-2001, 27 561, nr. 2, Sdu Uitgevers, Den Haag.
  • EU (1999). Raad van de Europese Gemeenschappen. Aanbeveling van de Raad van 12 juli 1999 betreffende de beperking van blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden van 0 Hz - 300 GHz. Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen; 1999/519/EG.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
07
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2002). Elektromagnetische velden (toelichting) (indicator 0317, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.