Visvangst in de Noordzee, 1990-2013
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
De visvangst is de laatste decennia teruggelopen door een combinatie van een lagere visstand en daaruit voortkomende visserijmaatregelen.
Toelichting bij de grafieken
De grafieken geven voor vier vissoorten (haring, kabeljauw, schol, tong) informatie over (1) de vangst door alle landen die in de Noordzee mogen vissen en (2) de Total Allowable Catch (Totale Toegestane Vangst, TAC).
Voor de vangst zijn in de grafieken gegevens opgenomen over de officieel aangelande vis plus enkele bijschattingen zoals die berekend worden door de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES). Deze bijschattingen omvatten de niet-toegewezen en verkeerd gerapporteerde aanlandingen en de overboord gezette vis (discards). Voor tong zijn geen gegevens bekend over de hoeveelheden overboord gezette vis en betreft de bijschatting alleen de niet toegewezen en verkeerd gerapporteerde aanlandingen.
De cijfers over de TAC moeten worden vergeleken met de gegevens over de officieel aangelande vis. In de schatting voor de TAC is het effect voor de bijschattingen al meegenomen, hetgeen betekent dat de bijgeschatte vangst niet opgevat moet worden als overschrijding van de TAC.
Lage vangsten
De vangst van veel commerciële vissoorten in de Noordzee is de laatste decennia afgenomen. Door overbevissing zijn veel visbestanden geslonken. Met name in de Zuidelijke Noordzee is de visserij-intensiteit hoog. Daarnaast wordt er ook door vangstbeperkende maatregelen minder vis gevangen.
- Visbestanden in de Noordzee, 1947-2023
- Ecologische duurzaamheid van de bodemvisserij op de Noordzee, 2007-2011
TAC's
Voor een groot aantal commercieel belangrijke vissoorten wordt jaarlijks een TAC vastgesteld. Deze vangstbeperkende maatregel geeft de totale toegestane vangst voor de soort in een bepaald visgebied voor alle Europese landen die in dat gebied mogen vissen. Hiermee beoogt men te voorkomen dat er door overbevissing te weinig volwassen vis binnen het visbestand overblijft.
TAC's worden berekend op basis van wetenschappelijke onderzoek naar de visstand in een zeegebied, met inachtneming van een bijschatting voor de hoeveelheid overboord gezette vis. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES) en leidt tot een advies aan de Raad van visserijministers, die daarna de TAC officieel vaststelt.
Nationale quota
Nadat de TAC's zijn vastgesteld, worden zij door de EU-lidstaten verdeeld in nationale quota. Dit gebeurt volgens een vaste verdeelsleutel op grond van hun historische vangsten. Zo krijgt Nederland voor schol en tong altijd een belangrijk deel van de TAC toegekend als quotum.
Visserijbeleid
Het Gemeenschappelijke visserijbeleid van de Europese Unie is sinds 1983 van kracht en is in 1992 en in 2002 herzien. Het streeft naar een duurzaam voortbestaan van de visbestanden en naar een evenwichtige exploitatie door de visserij. De beleidsmaatregelen omvatten vooral de toepassing van toegestane jaarlijkse vangsthoeveelheden (TAC's) en beperkingen aan de capaciteit en de inzet van de visserijvloot.
Herziening van het Europese visserijbeleid
In 2011 heeft de Europese Commissie voorstellen voor een nieuw gemeenschappelijk visserijbeleid gepresenteerd. Centraal in dit beleid staat het begrip duurzaamheid, zowel vanuit ecologisch, economisch als sociaal oogpunt (Maximum Sustainable Yield, MSY). Enkele hoofdelementen in de voorstellen zijn: er moeten meerjarenplannen opgesteld worden voor meerdere visbestanden per plan, het overboord gooien van ongewenste vis wordt verboden, er komt een systeem van overdraagbare vangstquota, en de ontwikkeling van een duurzame aquacultuursector wordt gestimuleerd (Europese Commissie, 2011).
Op 30 mei 2013 bereikten het Europees Parlement en de Raad een politiek akkoord over het nieuwe visserijbeleid voor de komende 10 jaar. Het is aannemelijk dat het streven om het nieuwe visserijbeleid per 1 januari 2014 in werking te laten treden, behaald wordt (Europese Commissie, 2013).
Bronnen
- Densen, W.L.T. van, en N.T. Hintzen (2010). Kernbegrippen visserijbeheer en overzicht toestand visbestanden in Europa. Rapport C006/10. IMARES, institute for Marine Resources and Ecosystem Studies, Wageningen.
- Europese Commissie (2011). Hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid. Brussel, Commissie van de Europese Gemeenschappen.
- Europese Commissie (2013). Historisch akkoord over hervorming gemeenschappelijk visserijbeleid. Brussel, Commissie van de Europese Gemeenschappen.
- ICES (2013a). Herring in Subarea IV and Divisions IIIa and VIId (North Sea autumn spawners). 19 p. Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee, Kopenhagen.
- ICES (2013b). Cod in Subarea IV (North Sea) and Divisions VIId (Eastern Channel) and IIIa West (Skagerrak). 20 p. Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee, Kopenhagen.
- ICES (2013c). Plaice in Subarea IV (North Sea). 13 p. Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee, Kopenhagen.
- ICES (2013d). Sole in Subarea IV (North Sea). 11 p. Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee, Kopenhagen.
Relevante informatie
- Meer informatie over visvangst is te verkrijgen via de website van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES).
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Visvangst in de Noordzee
- Omschrijving
- Ontwikkeling van de vastgestelde TAC (= totale toegestane vangst) en de internationale vangst van haring, kabeljauw, schol en tong in de Noordzee. De TAC en internationale vangst hebben betrekking op alle landen die in de Noordzee mogen vissen. De internationale vangst omvat naast de hoeveelheid vis die officieel wordt aangeland ook enkele bijschattingen.
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van gegevens van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES).
- Berekeningswijze
- ICES berekent de internationale vangst op basis van de hoeveelheid officieel aangelande vis en een aantal bijschattingen voor de niet toegewezen en verkeerd gerapporteerde aanlandingen en de hoeveelheden overboord gezette vis. Voor tong zijn geen gegevens bekend over de hoeveelheden overboord gezette vis en betreft de bijschatting alleen de niet toegewezen en verkeerd gerapporteerde aanlandingen.
De website van ICES geeft meer informatie over de gebruikte onderzoeksmethoden en computermodellen waarmee bijschattingen gemaakt worden. - Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- Noordzee (ICES IV) en Oostelijk Kanaal (ICES VIId) voor haring.
Noordzee (ICES IV), Oostelijk Kanaal (ICES VIId) en Skagerrak (ICES IIIa West) voor kabeljauw.
Noordzee (ICES IV) voor schol en tong. - Andere variabelen
- Bestandsomvang, aanwas nieuwe rekruten (eenjarige vis), Total Allowable Catch (TAC), quotum per land, totale vangst, vangst per land, visserijsterfte voor diverse commerciële vissoorten en zeegebieden.
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Herring in Subarea IV and Divisions IIIa and VIId (North Sea autumn spawners) (ICES, 2013a).
Cod in Subarea IV (North Sea) and Divisions VIId (Eastern Channel) and IIIa West (Skagerrak) (ICES, 2013b).
Plaice in Subarea IV (North Sea) (ICES, 2013c).
Sole in Subarea IV (North Sea) (ICES, 2013d). - Betrouwbaarheidscodering
- D (schatting op basis van een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake).
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2013). Visvangst in de Noordzee, 1990-2013 (indicator 0074, versie 14, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.