Ruimte: gebruik, ruimtelijk beleid en de gevolgen voor natuur en landschap

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Ruimte is schaars in Nederland. Hierdoor is niet voor alle activiteiten de gewenste ruimte beschikbaar. De uitbreiding in de afgelopen twintig jaar van het bebouwd gebied, infrastructuur en bos, zijn ten koste gegaan van natuurlijk terrein en landbouwgebied.

Toename stedelijk gebied en infrastructuur

De afgelopen 20 jaar is er sprake van een aanzienlijke toename van het bebouwd gebied, infrastructuur en bos en een afname van natuurlijk terrein en landbouwgebied. Met name in de Randstad en in Brabant vragen wonen, werken, recreatie en verkeer een steeds groter deel van het oppervlak.

Natuur en landschap in de verdrukking

Naast de afname van de ruimte voor natuur en landschap, spelen ook andere ruimtelijke mechanismen een rol bij de bedreiging van deze gebieden. Zo zorgt de aanleg en verbreding van wegen voor doorsnijding en versnippering van natuurgebieden. Ook de nabijheid van bijvoorbeeld de intensieve veehouderij heeft nadelige gevolgen voor de natuur. De uitstoot van verzurende en vermestende stoffen door de veehouderij heeft een slechte invloed op de kwaliteit van nabij gelegen natuurgebieden.

Ruimte op het water

Behalve de ruimte op het land, wordt ook steeds vaker gekeken naar de beschikbare ruimte op het water. Met name voor grote ruimtegebruikers als windmolenparken zou het water ruimte kunnen bieden. Daarbij mag echter niet vergeten worden dat grote delen van het water beschermde natuurgebieden zijn, die vallen onder de ecologische hoofdstructuur (EHS) en/of Vogel- en Habitatrichtlijn (LNV, 2002).

Huidig ruimtelijk beleid

Het vigerend ruimtelijk beleid is weergegeven in onder andere de Vierde Nota Extra (VROM, 1990), het Structuurschema Groene Ruimte (LNV, 1993/1995) en het Natuurbeleidsplan (LNV, 1999). Concrete uitwerkingen van dit beleid zijn zogenaamde VINEX-wijken (grootschalige woningbouwlocaties) en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Naast dit Nederlandse beleid speelt het Europese beleid een steeds belangrijkere rol, bijvoorbeeld de Vogel- en Habitatrichtlijn. Momenteel wordt er gewerkt aan de opvolgers van deze nota's.

Voorgenomen ruimtelijk beleid

In de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening (VROM, 2001) stelt het kabinet diverse maatregelen voor om de ruimtelijke inrichting van Nederland te sturen. Enerzijds wil men verstedelijking van het buitengebied zoveel mogelijk voorkomen door de uitbreiding van de functies wonen en werken te concentreren in een drietal gebieden. Rond het bestaande stedelijk gebied en de vastgestelde uitbreidingsplannen is een contour getrokken, de zogenaamde rode contour. Daarnaast zijn er bundelingsgebieden en provinciale opvangkernen aangewezen. Anderzijds wordt er ook gesproken over gebieden binnen een groene contour. In deze gebieden zal geen of slechts in zeer beperkte mate uitbreiding van stedelijke functies worden toegestaan. De groene contour omvat onder meer de EHS, Vogel- en habitatrichtlijngebieden (exclusief de grote wateren), nationale parken en een selectie van cultuur-historisch interessante gebieden, de zogenaamde Belvédère-gebieden. Een en ander is echter nog geen vastgesteld beleid; het is een beleidsvoornemen. In de Stellingname brief van het eerste Kabinet Balkenende (2002) wordt de toon gezet voor een meer liberaal ruimtelijke ordeningsbeleid met minder regels en meer vrijheden voor provincies. De definitieve keuzes zullen worden neergezet in de Nota Ruimte, die begin 2004 zal verschijnen. Deze nota is tegelijkertijd de integratie van de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening en het Tweede Structuurschema Groene Ruimte (LNV, 2001).

Bronnen

  • Kabinet Balkenende (2002) Stellingnamebrief Nationaal Ruimtelijk Beleid; ministerraad 1 november 2002. Den Haag.
  • LNV (1993/1995). Structuurschema Groene Ruimte. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Den Haag
  • LNV (1999). Natuurbeleidsplan: regeringsbeslissing. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Den Haag
  • LNV (2001). Structuurschema groene ruimte 2. Samen werken aan groen Nederland. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Den Haag.
  • VROM (1990). Vierde Nota (extra) over de Ruimtelijke Ordening; op weg naar 2015. Ministerie van VROM, Den Haag.
  • VROM (2001). Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening 2000/2020. Ministerie van VROM, Den Haag.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CLO (2003). Ruimte: gebruik, ruimtelijk beleid en de gevolgen voor natuur en landschap (indicator 0059, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.