Ruimte: gebruik, ruimtelijk beleid en de gevolgen voor natuur en landschap

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Ruimte is schaars in Nederland. Hierdoor is niet voor alle activiteiten de gewenste ruimte beschikbaar. De uitbreiding in de afgelopen twintig jaar van het bebouwd gebied, infrastructuur en bos, zijn ten koste gegaan van de oppervlakten natuurlijk terrein en landbouwgebied. Daarbij komt dat tal van gebruiksvormen van de beschikbare ruimte elkaar in meer of mindere mate uitsluiten. Zo kan de aanleg en verbreding van wegen tot doorsnijding leiden van natuur en landschap. Concurrentie tussen twee of meer gebruiksmogelijkheden is dan ook een veel voorkomend milieuprobleem in Nederland.

Ontwikkeling ruimtegebruik in Nederland

De belangrijkste ruimtelijke ontwikkelingen van de laatste twintig jaar zijn de uitbreiding van de oppervlakten bebouwd gebied, infrastructuur en bos en de afname van de oppervlakten natuurlijk terrein en landbouwgebied. De aanleg en verbreding van wegen speelt een rol in de mate van doorsnijding van het landschap. Deze versnippering van het landschap en het verdwijnen van natuurlijke terreinen hebben negatieve gevolgen voor het voorkomen van planten en dieren.Behalve de ruimte op het land, wordt ook steeds vaker gekeken naar de beschikbare ruimte op het water. Met name voor grote ruimtegebruikers als windmolenparken zou het water ruimte kunnen bieden. Daarbij mag echter niet vergeten worden dat grote delen van het water beschermde natuurgebieden zijn die vallen onder de ecologische hoofdstructuur (EHS) en/of Vogel- en Habitatrichtlijn (LNV, 2002).

Beleid

In de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening (VROM, 2001) worden verschillende concepten voorgesteld om de ruimtelijke inrichting van Nederland te sturen. Om verstedelijking van het buitengebied zoveel mogelijk te voorkomen wil men de uitbreiding van de functies wonen en werken concentreren in een drietal gebieden. Rond het bestaande stedelijk gebied en de vastgestelde uitbreidingsplannen is een contour getrokken, de zogenaamde rode contour. Daarnaast zijn er bundelingsgebieden en provinciale opvangkernen aangewezen. Anderzijds wordt er ook gesproken over gebieden binnen een groene contour. In deze gebieden zal geen of slechts in zeer beperkte mate uitbreiding van stedelijke functies worden toegestaan. De groene contour omvat onder meer de EHS, Vogel- en habitatrichtlijngebieden (exclusief de grote wateren), nationale parken en een selectie van cultuur-historisch interessante gebieden, de zogenaamde Belvedère-gebieden. Een en ander is echter nog geen vastgesteld beleid; het is een beleidsvoornemen. Met name de rode contour en bundelingsgebieden staan nog ter discussie.

Bronnen

  • LNV (2001). Structuurschema groene ruimte 2. Samen werken aan groen Nederland. Ministerie van LNV, Den Haag.
  • VROM (2001). Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening 2000/2020. Ministerie van VROM, Den Haag.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CLO (2002). Ruimte: gebruik, ruimtelijk beleid en de gevolgen voor natuur en landschap (indicator 0059, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.