Huishoudelijk energiegebruik per inwoner, 1950-1999

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

 19501960197019801990199719981999
 GJ/inwoner
 
Totaal17,616,726,642,736,335,534,835,3
 
Gas (temperatuurgecorrigeerd)2,93,814,328,825,524,122,923,5
Elektriciteit1)3,23,77,010,09,810,711,111,1
Overige (exclusief benzine) 11,69,25,33,81,10,80,80,6
 
Bron: CBS/RIVM.RIVM/MC/okt02
1) Weergegeven wordt het verbruik van gas, kolen en olie voor de opwekking van elektriciteit.

Ontwikkeling elektriciteitsverbruik

In 1999 was het elektriciteitsverbruik per persoon in Nederland ongeveer vijf keer zo hoog als in 1950. Dit toegenomen elektriciteitsverbruik is gedeeltelijk gecompenseerd door verbetering van het opwekkingsrendement van elektriciteitscentrales (van 25% in 1950 naar 43% in 1999). Hierdoor is in de genoemde periode de hoeveelheid primaire energie, nodig voor de opwekking van elektriciteit, slechts ruim driemaal zoveel geworden in deze periode. In 1999 is deze hoeveelheid stabiel gebleven.

Ontwikkeling aardgasverbruik

Het aardgasverbruik per persoon (gecorrigeerd voor de gemiddelde jaartemperatuur) is tussen 1965 en 1975 zeer snel gestegen. Vanaf begin jaren tachtig treedt een daling op door energiebesparende maatregelen, zoals Isolatiemaatregelen woningen, 1982-2018 en de installatie van HR-ketels. In 1999 is het gasverbruik voor het eerst sinds jaren weer iets gestegen (3% toename).

Bronnen

  • Vringer, K. and K. Blok (2000). Long term trends in direct and indirect household energy intensities: a factor in dematerialisation? Energy Policy 28 (2000), pp. 713-727.
  • CBS (2002). Statline. Energiebalans huishoudens. Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Referentie van deze webpagina

CLO (2002). Huishoudelijk energiegebruik per inwoner, 1950-1999 (indicator 0036, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.