Verschillen tussen CO2-emissietotalen verklaard, 1990-2021
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
In de publicaties van onder meer PBL, CBS en IPCC verschijnen verschillende getallen voor de emissie van kooldioxide (CO2). Deze getallen gaan uit van dezelfde basiselementen, maar ontlenen hun bestaansrecht aan verschillende gebruiksdoeleinden.
1990 | 2000 | 2010 | 2015 | 2019 | 2020 | 2021* | |
miljard kg | |||||||
Gepubliceerde totalen | |||||||
A. Feitelijke emissies | 171,3 | 183,0 | 198,4 | 183,2 | 174,9 | 163,1 | 169,2 |
B. IPCC-emissies | 169,4 | 177,9 | 187,6 | 169,3 | 156,8 | 140,9 | 144,4 |
C. Milieurekeningen-emissies | 179,7 | 200,7 | 215,2 | 200,2 | 192,2 | 174,4 | 179,6 |
D. ER-emissies | 172,3 | 188,9 | 197,4 | 184,1 | 175,3 | 163,5 | 169,6 |
Basiselementen | |||||||
1. Stationaire bronnen volgens IPCC 1)2) | 130,6 | 134,1 | 143,7 | 130,9 | 119,3 | 107,8 | 111,1 |
2. Kort-cyclische CO2 3) | 4,0 | 6,6 | 13,6 | 12,5 | 15,6 | 18,5 | 21,1 |
3. Verkeer en vervoer, feitelijke emissies 4) | 26,8 | 31,7 | 31,9 | 30,8 | 32,0 | 28,4 | 29,1 |
4. Zeescheepvaart 5) | 3,6 | 4,6 | 4,8 | 5,2 | 5,4 | 5,5 | 5,3 |
5. Mobiele werktuigen | 4,1 | 4,4 | 3,9 | 3,8 | 3,7 | 3,8 | 3,7 |
6. Mobiele werktuigen volgens IPCC | 4,1 | 4,4 | 3,9 | 3,7 | 3,5 | 3,6 | 3,5 |
7. Verkeer en vervoer volgens IPCC | 28,8 | 34,0 | 35,2 | 29,6 | 30,2 | 25,7 | 25,8 |
8. Bunkers | 39,5 | 52,2 | 54,8 | 52,3 | 48,3 | 43,7 | 43,0 |
9. Landbouw volgens IPCC | 0,2 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
10. Landgebruik, landgebruiksverandering en bos (LULUCF) 6) | 5,8 | 5,3 | 4,7 | 5,1 | 3,8 | 3,8 | 4,0 |
11. Emissies van ingezetenen in het buitenland (+) | 14,5 | 24,5 | 23,9 | 24,2 | 24,9 | 17,9 | 17,6 |
12. Emissies van niet-ingezetenen in Nederland (-) | 5,0 | 6,1 | 6,5 | 7,1 | 7,4 | 7,2 | 7,3 |
Bron: Emissieregistratie, CBS. | |||||||
*) Gegevens 2021 voor Milieurekeningen (C), Emissies van ingezetenen in het buitenland (10), en Emissies van niet-ingezetenen in Nederland (11) zijn voorlopig. Alle andere gegevens over 2021 zijn definitief. | |||||||
1) Inclusief de indirecte emissie van CO2 (die bij gebruik van kortlevende producten, bijvoorbeeld oplosmiddelen, ontstaat). Voorheen ten onrechte ook wel potentiële CO2 genoemd. 2) Exclusief kort-cyclische CO2 van houtkachels en organisch afval / biochemische processen en indirecte CO2. 3) De CO2 uit deze bronnen wordt geacht op korte termijn weer te worden vastgelegd in biomassa en niet bij te dragen aan een toename van de CO2-concentratie in de atmosfeer. Het betreft het verbranden van hout en biogas en het verbranden en ontleden van gestort afval van organische herkomst en het vrijkomen van CO2 bij de rioolwaterzuiveringsinstallaties. 4) Emissie van CO2 op Nederlands grondgebied, exclusief zeescheepvaart en mobiele werktuigen. 5) Feitelijke emissies binnengaats en op het Nederlandse deel van het Continentaal Plat (NCP). 6) Netto emissie door vastlegging in bossen en biomassa en inklinking van veengronden volgens de huidige klimaatverdrag methodiek |
Verschillende CO2-emissiecijfers voor verschillende doelen
- Feitelijke emissies (A): Dit zijn de feitelijke emissies van CO2 die hebben plaatsgevonden op Nederlands grondgebied. De emissiewaarde is opgebouwd uit de in de bovenstaande tabel beschreven basiselementen 1 (stationaire bronnen), 2 ( kort-cyclische CO2)), en 3, 4 en 5 (alle mobiele bronnen). Deze emissies zijn terug te vinden op de website van emissieregistratie en worden gebruikt als input voor modelberekeningen (concentraties; transport) en voor de Environmental Accounts (Milieurekeningen), de milieumodule bij de Nationale Rekeningen (zie hieronder)
- IPCC-emissies (B): Om internationaal beleid te kunnen voeren om het versterkte broeikaseffect tegen te gaan, is door het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) een set voorschriften (guidelines) opgesteld (IPCC, 2006+revisies), aan de hand waarvan ieder land moet rapporteren. De zo gerapporteerde emissies zijn tussen landen onderling vergelijkbaar en ook optelbaar tot een mondiaal getal (van der Net, et al., 2023). De emissie van de kort-cyclische CO2 wordt niet meegenomen omdat ze geacht wordt geen nettobijdrage aan de broeikasproblematiek te leveren. Voor het IPCC-getal wordt de som van de basiselementen 1+6+7+9+10 gerapporteerd. Vanaf 2023 zijn de LULUCF emissies onderdeel van het IPCC getal, hiervoor werden deze emissies buiten beschouwing gelaten. Het IPCC-getal wordt ook voor het Nederlandse klimaatbeleid gebruikt om de te behalen reductie te berekenen. Nederland hanteert een reductiedoel van 55% in 2030 en 95% in 2050 ten opzichte van 1990 (Klimaatwet, 2020). Als afzonderlijk getal wordt door de IPCC ook de bunkeremissie (8) gevraagd. De bunkeremissies omvatten de emissies van het gebruik van kerosine en brandstof van de internationale zeescheepvaart en luchtvaart die verkocht zijn in Nederland.
- Milieurekeningen emissies (C): Voor de Milieurekeningen wordt uitgegaan van de grondslagen van de Nationale Rekening van het CBS. Daarbij gaat het om de emissie van activiteiten door Nederlandse ingezetenen. Het Milieurekeningen-getal is de som van de feitelijke emissies (A) en 10 (emissies van ingezetenen buitenland) minus 12 (emissies van niet-ingezetenen in Nederland), waarbij de waarden onder 11 en 12 worden gevormd door de emissies door wegverkeer, luchtvaart en scheepvaart (CBS, 2010).
- ER-emissies (D): Deze bestaat uit dezelfde onderdelen als de feitelijke emissies. Het betreft hier echter een totaal andere berekeningsmethode, waarbij de emissies uit de industrie (onderdeel van de stationaire bronnen) worden berekend op basis van de elektronische milieujaarverslagen (e-MJV) en bijschattingen voor bedrijven die geen e-MJV hebben ingevuld. Dit totaal wordt niet gebruikt voor beleidsdoeleinden. Bedrijven zijn verplicht een e-MJV in te vullen als er bepaalde activiteiten worden verricht, en de emissies boven een bepaalde drempel uitkomen. Op deze manier worden de CO2-emissies op dezelfde manier bepaald als alle andere emissiestoffen in de Emissieregistratie. In de IPCC-methodiek worden de emissies van de industrie berekend op basis van de ingezette brandstof. De som van het energieverbruik van de afzonderlijke bedrijven uit de e-MJV en de bijschattingen komen niet volledig overeen met de energiestatistieken van het CBS, aangezien het om verschillende benaderingen gaat.
- De CO2 emissies van landbouw volgens IPCC zijn de emissies die vrijkomen bij het aanwenden van kalkmeststoffen en ureum.
- Voorheen werd er naast de bovengenoemde CO2 indelingen nog een aanvullende indeling gemaakt waarbij de IPCC-totaal (zonder de bunkers) werd gecorrigeerd voor jaarlijkse wisselingen in het aantal koude dagen. Door deze wisselingen verschilt de uitstoot van de verwarming van huishoudens, de dienstensector en agrarische bedrijven jaarlijks zonder dat hierachter een daadwerkelijke verandering als oorzaak kan worden geduid. De methode voor de correctie staat beschreven in het rapport Referentieramingen energie en emissies 2005-2020.
Bronnen
- CBS (2010). Milieurekeningen methoden. Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen.
- CBS (2023a). StatLine: Emissies naar lucht op Nederlands grondgebied; totalen. Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen.
- CBS (2023b). StatLine: Emissies van broeikasgassen berekend volgens de IPCC-voorschriften. Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen.
- CBS (2023c). StatLine: Emissies naar lucht door de Nederlandse economie; nationale rekeningen. Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen.
- CBS (2022). Energiebalans; aanbod, omzetting en verbruik. Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen.
- CBS (2022). Tabellensets Nationale rekeningen 2021. Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen.
- IPCC (2006). Revised IPCC 2006 Guidelines for National Greenhouse Gas Inventories. 3 Volumes. Intergovernmental Panel on Climate Change, Bracknell, UK.
- Klimaatwet. (01-01-2020). Geraadpleegd op https://wetten.overheid.nl/BWBR0042394/2020-01-01#SlotformulierEnOndertekening
- L. van der Net, P.W.H.G. Coenen, J.D. Rienstra, P.J. Zijlema, E.J.M.M. Arets, K. Baas, R. Dröge, K. Geertjes, M. 't Hoen, E. Honig, B. van Huet, S.E. de Bie, R.M. te Molder, J.A. Montfoort, T. van der (2023). Greenhouse gas emissions in the Netherlands 1990-2021 National Inventory Report 2023. RIVM, Bilthoven.
Relevante informatie
- Inleiding tot het broeikaseffect
- Emissies broeikasgassen, 1990-2022
- Recente emissiecijfers en beschrijvingen van gehanteerde berekeningswijzen (meta-informatie) kunnen in detail bekeken worden op de website van de Emissieregistratie.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Verschillen tussen CO2-emissietotalen verklaard
- Omschrijving
- Emissies van kooldioxide (CO2) volgens verschillende gebruiksdoelen:
1. feitelijke emissies
2. emissies volgens het systeem van Nationale rekeningen van het CBS (Milieurekeningen)
3. emissies volgens de IPCC - Verantwoordelijk instituut
- RIVM
- Berekeningswijze
- De emissiecijfers voor de broeikasgassen zijn berekend volgens de IPCC-methode. De verschillende gepresenteerde gegevens zijn berekend uit de zelfde basisonderdelen.
Voor een uitgebreide beschrijving van de berekeningsmethoden wordt verwezen naar de methodebeschrijvingen op de website van de Emissieregistratie. - Basistabel
- Emissies van broeikasgassen, berekend volgens de IPCC-voorschriften (CBS, 2023b).
- Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- Belasting oppervlaktewater, bodem-emissies, emissies oppervlaktewater, lucht-emissies, lucht-emissies volgens IPCC
In totaal circa 300 stoffen.
Circa 1600 emissie-oorzaken en circa 1000 (individuele) puntbronnen. - Verschijningsfrequentie
- Een keer per jaar in april.
- Achtergrondliteratuur
- Methoden: op de website van Emissieregistratie achter Overzicht documenten.
Begrippen: op de website van Emissieregistratie achter Begrippenlijst. - Betrouwbaarheidscodering
- Onzekerheid: 3%
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2023). Verschillen tussen CO2-emissietotalen verklaard, 1990-2021 (indicator 0170, versie 23, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.