Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas, 2012-2016-2020
Het totale gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, gemeten over 42 gewassen in de land- en tuinbouw, is sinds 2016 gedaald met ruim 11 procent. In 2020 is 90 procent van het totale gebruik van bijna 5,0 miljoen kg werkzame stof toegepast in slechts elf gewassen.
Gebruik gewasbeschermingsmiddelen in 2020 sterk afgenomen
Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de land- en tuinbouw is in 2020 met 5,0 miljoen kg werkzame stof ruim 11 procent lager dan bij de vorige meting in 2016. Per hectare landbouwgewas is het gebruik 7,0 kg. Het gemeten areaal is bijna 85 procent van het areaal cultuurgrond exclusief grasland.
Gewassen met een hoog gebruik aan gewasbeschermingsmiddelen
In 2020 is van het totale gebruik aan gewasbeschermingsmiddelen 90 procent toegepast in elf gewassen. Consumptieaardappelen, pootaardappelen en zetmeelaardappelen zijn samen goed voor 44 procent van het totale gebruik. Daarnaast nemen de volgende teelten een hoog percentage in van het totale gebruik van gewasbeschermingsmiddelen: lelies(bol) (12 procent), tulpen open grond (8 procent), suikerbieten en zaaiuien (7 procent), peren (4 procent), en appels, snijmaïs en wintertarwe (elk 3 procent).
Gebruik per ha per gewas
Om per gewas de ontwikkeling van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in beeld te brengen kan het gebruik aan werkzame stof per hectare voor verschillende onderzoekjaren met elkaar worden vergeleken. Zeker bij schimmelbestrijding en onkruidbestrijding is het weer van invloed op de jaarcijfers. Tussen 2016 en 2020 is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen bij sommige gewassen toegenomen, maar bij de meeste afgenomen. Het is belangrijk om bij een dergelijke vergelijking ook de toepassingsgroep in beschouwing te nemen, omdat er bij geringe verschillen in het totale gebruik aan gewasbeschermingsmiddel sprake kan zijn van grote verschillen in de gebruikte middelen en daarmee toepassingsgroep.
Intensieve teelten
Een zevental gewassen in open teelten kennen een hoog gebruik per ha. (Hier is de arbitraire grens voor intensief gelegd bij 20 kg per ha in 2016.) Bij deze gewassen bespreken we ook ontwikkelingen per toepassingsgroep.
- In voorjaar geplante, zomerbloeiende lelies (bollen) is het gebruik per hectare hoog, maar sinds 2016 wat afgenomen. Vooral bij de toepassingsgroep "insectenbestrijding" is het gebruik hoog, terwijl bij de schimmel- en bacteriebestrijding, waaronder bolbehandeling, en de onkruidbestrijding het gebruik per hectare stabiel is.
- In de eveneens zomerbloeiende gladiolen zien we in 2020 een forse afname. Dat gebeurt in alle drie de groepen.
- Bij appels neemt het totaal gebruik per hectare flink af. Dit geldt in alle groepen.
- Ook bij peren neemt het gebruik per hectare af.
- In najaar geplante, voorjaarsbloeiende tulpen is er sprake van een beperkte daling van het gebruik per hectare. Bij schimmelbestrijding, waaronder bolbehandeling, zien we een toename.
- Bij de vruchtbomen opkweek zijn steeds minder middelen nodig. In 2012 was er een forse daling in insectenbestrijding. In 2020 een daling in de schimmelbestrijding.
- Bij pootaardappelen neemt het totale gebruik per hectare toe. De toename komt vooral door de insectenbestrijding. In de andere groepen zien we een daling.
Akkerbouwgewassen
In de akkerbouw wordt afgezien van pootaardappelen dan nog een hoog gebruik per ha toegepast in de teelt van de hieronder genoemde vier gewassen.
- Bij zaaiuien neemt het gebruik per hectare af. Deze afname is vooral in de schimmelbestrijding en onkruidbestrijding.
- In poot- en plantuien zien we ook een afname.
- Bij consumptieaardappelen neemt het totale gebruik per hectare af. Er is een halvering in het gebruik van middelen voor schimmel- en bacteriebestrijding, terwijl ook het gebruik van middelen voor onkruid- en loofdoding afneemt. De insectenbestrijding neemt er wat toe.
- Bij zetmeelaardappelen is het totale gebruik per hectare nagenoeg stabiel. Bij de andere gewassen zien we een afname.
Glastuinbouwgewassen
In de glastuinbouw is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen per hectare hoog in de hieronder genoemde drie gewassen. Voor elk van deze teelten wordt het gebruik in de onderzoekjaren 2012, 2016 en 2020 met elkaar vergeleken.
- Bij rozen halveert het gebruik per ha sinds 2016. En sinds 2012 is het bijna een derde. Het gebruik per hectare neemt in alle toepassingsgroepen fors af. Het gebruik van middelen voor schimmel- en bacteriebestrijding is belangrijk en daalt van bijna 70 naar 35 kg per hectare. Ook bij insectenbestrijding zien we een afname.
- Bij chrysanten neemt het gebruik per hectare sinds 2016 sterk af. Naast een forse afname bij de middelen voor schimmel- en bacteriebestrijding is er ook sprake van een afname bij de middelen voor insecten- en mijtenbestrijding.
- Bij gerbera's halveert het gebruik per ha eveneens. Ook hier een forse afname bij schimmelbestrijding en ook insectenbestrijding.
Bij de andere gewassen zien we een afname.
Overige tuinbouw
Intensieve gewassen open teelt bespraken we al eerder.
Bij de overige bolgewassen valt op dat:
- In najaar geplante, voorjaarsbloeiende hyacinten het gebruik per ha daalt sinds 2012. De toename zit in de schimmelbestrijding.
- In najaar geplante, voorjaarsbloeiende narcissen daalt het gebruik sinds 2012 maar is er een toename sinds 2016. De toename zit in de schimmel-bestrijding.
Bij de overige boomkwekerijgewassen zien we dat:
- In de diverse bloemkwekerijgewassen open grond resteert een steeds beperkter gebruik.
- In bos- en haagplantsoen speelt een forse afname.
- In vaste planten is een geringe daling. Bij insectenbestrijding zien we een toename.
In de groenten volle grond ook vooral afnamen:
- In de productievelden van aardbeien zien we een stevige afname, een halvering sinds 2016. Insectenbestrijding stabiliseert.
- Geleidelijke afname in spruitkool.
Het valt op dat het gebruik in prei en bos-en waspeen iets stijgt sinds 2016.
Duurzame gewasbescherming
Het gewasbeschermingsmiddelenbeleid richt zich op het verminderen van de milieulast van gewasbeschermingsmiddelen in 2030 (LNV, 2019, 2020) Minder gebruik van een zelfde stof betekent bijna altijd minder milieubelasting. Een vermindering van de milieubelasting kan ook samengaan met een toename van het gebruik, als er bijvoorbeeld een verschuiving plaats heeft naar laag-risico middelen. Om te kunnen bepalen of de milieubelasting afneemt is het noodzakelijk de gebruiksontwikkeling per middelengroep en/of per werkzame stof te kennen. Naast gewasbeschermingsmiddelen worden in duurzame gewasbescherming ook biologische en mechanische bestrijdingen toegepast.
Bronnen
- CBS (2022a). Bestrijdingsmiddelengebruik in de landbouw. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2022b). StatLine. Gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw; werkzame stof, gewas, toepassing
- CBS (2022c). Landbouw gebruikt minder gewasbeschermingsmiddelen
- CBS (2022d). Afzet bestrijdingsmiddelen
- CBS (2018). StatLine. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen landbouw; gewas en toepassing, 2012-2016
- CBS (2018). Landbouw gebruikt 5,7 miljoen kg chemische middelen. CBS, Den Haag / Heerlen.
- LNV (2019) Toekomstvisie gewasbescherming 2030, naar weerbare planten en teeltsystemen Publicatie Rijksoverheid.nl
- LNV (2020) Kamerbrief uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030 Kamerstuk Rijksoverheid.nl
- Eurostat (2021) Pesticide use in agriculture (aei_pestuse) (europa.eu)
- EZ (2013). Gezonde Groei, Duurzame Oogst, 2e nota duurzame gewasbescherming periode 2013-2023. Ministerie van Economische Zaken, Den Haag.
- PBL (2019). Tussenevaluatie van de nota GGDO. Geïntegreerde Gewasbescherming nader beschouwd. PBL Planbureau voor de Leefomgeving. Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag.
Relevante informatie
- Meer gegevens over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw zijn te vinden in de database StatLine van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas
- Omschrijving
- Ontwikkeling van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (in de eenheden 1000 kg werkzame stof, respectievelijk kg werkzame stof per hectare) in de landbouw per gewas. Er is een selectie gemaakt van een aantal akkerbouw- en tuinbouwgewassen.
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- Berekeningswijze
- De basisgegevens worden verzameld met behulp van een enquête. Er wordt een steekproef getrokken onder de bedrijven in de Landbouwtelling van het voorafgaande of hetzelfde jaar. De uitkomsten zijn op basis van een bruikbare respons van ongeveer 5000 bedrijven. Meer informatie over de onderzoeksmethode geeft de publicatie Bestrijdingsmiddelengebruik in de landbouw (CBS, 2022a).
- Basistabel
- StatLine - Gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw; werkzame stof, gewas, toepassing (CBS, 2022b)
- Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- Voor de jaren waarin het onderzoek is uitgevoerd zijn er ook gebruiksgegevens beschikbaar over het aantal bedrijven met gebruik, de oppervlakte met gebruik, en de jaardosering. Daarnaast zijn er ook gegevens per werkzame stof. Voor de laatste variabele wordt verwezen naar de CLO-indicator Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per werkzame stof.
- Verschijningsfrequentie
- Onregelmatig met tussenperioden van enkele jaren
- Achtergrondliteratuur
- Bestrijdingsmiddelengebruik in de landbouw (CBS, 2022a)
- Opmerking
- Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is gebruik van bestrijdingsmiddelen (pesticiden) exclusief het gebruik van biociden en exclusief het gebruik van toevoegingsstoffen (Verordening statistieken over pesticiden EU 1185/2009).
- Betrouwbaarheidscodering
- Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2022). Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas, 2012-2016-2020 (indicator 0006, versie 08, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.