Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas, 2012-2016
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Het totale gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, gemeten over bijna zestig gewassen in de land- en tuinbouw, is tussen 2012 en 2016 licht gedaald. In 2016 is 88 procent van het totale gebruik (5,7 miljoen kg werkzame stof) toegepast in slechts elf gewassen.
Gebruik gewasbeschermingsmiddelen in 2016 licht afgenomen
Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de land- en tuinbouw is in 2016 met 5,7 miljoen kg werkzame stof 3,5 procent lager dan bij de vorige meting in 2012. Per hectare landbouwgewas is het gebruik 7,7 kg. Op 96 procent van het areaal worden gewasbeschermingsmiddelen toegepast.
Gebruik per teeltsector
In 2016 is van het totale gebruik aan gewasbeschermingsmiddelen bijna twee derde toegepast in de akkerbouw (3,6 miljoen kg werkzame stof). Per landbouwsector zijn er verschillen in de ontwikkeling van de hoeveelheid gebruikt gewasbeschermingsmiddel. Zo is tussen 2012 en 2016 het totale gebruik afgenomen in de akkerbouw, groenten volle grond, boom- en bloemkwekerij, en bloemen onder glas. Bij bloembollen is het gebruik voor beide jaren gelijk, en in de sectoren fruit, glasgroenten en champignons is het gebruik toegenomen.
Gewassen met een hoog gebruik aan gewasbeschermingsmiddelen
In 2016 is van het totale gebruik aan gewasbeschermingsmiddelen 88 procent toegepast in slechts elf gewassen. Consumptieaardappelen, pootaardappelen en zetmeelaardappelen zijn samen goed voor 40 procent van het totale gebruik. Daarnaast nemen de volgende teelten een hoog percentage in van het totale gebruik van gewasbeschermingsmiddelen: lelies(bol) (13 procent) zaaiuien (7 procent), tulpen open grond (6 procent), peren en suikerbieten (beide 5 procent), en appels, snijmaïs en wintertarwe (elk 4 procent).
Ontwikkeling verschilt per gewas
Om per gewas de ontwikkeling van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in beeld te brengen moet het gebruik aan werkzame stof per hectare voor de verschillende onderzoekjaren met elkaar worden vergeleken. Tussen 2012 en 2016 is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen bij sommige gewassen toegenomen en bij andere juist afgenomen. Het is belangrijk om bij een dergelijke vergelijking ook de toepassingsgroep in beschouwing te nemen, omdat er bij geringe verschillen in het totale gebruik aan gewasbeschermingsmiddel sprake kan zijn van grote verschillen in de gebruikte middelen en daarmee toepassingsgroep.
Akkerbouwgewassen
Van het totale gebruik aan gewasbeschermingsmiddelen in de akkerbouw (3,6 miljoen kg werkzame stof) wordt 82 procent toegepast in de teelt van de hieronder genoemde vijf gewassen. Voor elk van deze gewassen wordt het gebruik in de onderzoekjaren 2012 en 2016 met elkaar vergeleken.
- Bij pootaardappelen neemt het totale gebruik per hectare toe. Naast een afname van de middelen voor schimmel- en bacteriebestrijding, respectievelijk insecten- en mijtenbestrijding, is er sprake van een toename van de middelen voor onkruid- en loofdoding.
- Bij consumptieaardappelen neemt het totale gebruik per hectare toe. Er is een toename in het gebruik van middelen voor schimmel- en bacteriebestrijding, respectievelijk plantengroeiregulatie en kiemremming, terwijl het gebruik van middelen voor onkruid- en loofdoding afneemt.
- Bij zetmeelaardappelen neemt het totale gebruik per hectare af. Bij de middelen voor schimmel- en bacteriebestrijding, en de middelen voor insecten- en mijtenbestrijding is er sprake van een afname. Bij de middelen voor onkruid- en loofdoding, en bij de andere gewasbeschermingsmiddelen is er sprake van een toename. Ook de oppervlakte met gebruik is bij deze middelen toegenomen.
- Bij zaaiuien neemt het totale gebruik per hectare af. Dit is het geval bij nagenoeg alle toepassingsgroepen. De onkruidbestrijding is stabiel.
- Bij suikerbieten neemt het gebruik per hectare af. Bij de onkruidbestrijding daalt zowel het gebruik per hectare als ook het totaal gebruik. De oppervlakte met gebruik daalt sterk bij insectenbestrijding.
Glastuinbouwgewassen
In de glastuinbouw is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen per hectare hoog in de hieronder genoemde vier gewassen. Voor elk van deze teelten wordt het gebruik in de onderzoekjaren 2012 en 2016 met elkaar vergeleken.
- Bij rozen neemt het gebruik per hectare in alle toepassingsgroepen fors af. Het gebruik van middelen voor schimmel- en bacteriebestrijding daalt van 86 naar 69 kg per hectare. Zowel de oppervlakte met gebruik, als ook het percentage oppervlak met gebruik daalt.
- Bij chrysanten neemt het totale gebruik af. Ook het areaal met gebruik van gewasbeschermingsmiddelen daalt, terwijl het gebruik per hectare juist licht toeneemt. Naast een afname bij de middelen voor schimmel- en bacteriebestrijding is er sprake van een toename bij de middelen voor insecten- en mijtenbestrijding.
- Bij tomaten neemt het totaal gebruik per hectare licht toe. Dit is het geval bij zowel de schimmel- en bacteriebestrijding als de insecten- en mijtenbestrijding.
- Bij aardbeien onder glas neemt het gebruik per hectare toe. Het gebruik voor schimmelbestrijding neemt weliswaar af, maar de insecten- en mijtenbestrijding neemt flink toe door het gebruik van biologische middelen, zoals maltodextrine.
Appels en peren
Bij appels neemt het totaal gebruik per hectare af. Dit geldt in het bijzonder voor de middelen voor schimmel- en bacteriebestrijding, respectievelijk onkruidbestrijding. Bij de andere toepassingsgroepen is er juist sprake van een toename.
Bij peren neemt het gebruik per hectare iets toe. Dit gebeurt vooral bij de schimmel- en bacteriebestrijding, maar ook bij de andere toepassingsgroepen.
Bloembollen en knollen
Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen per hectare in de teelt van bloembollen is in 2016 gedaald ten opzichte van 2012, terwijl het totale gebruik van gewasbeschermingsmiddelen toenam door een groter areaal met bollen. In lelies (bollen) is het gebruik per hectare nagenoeg gelijk gebleven. Vooral bij de toepassingsgroep "andere gewasbeschermingsmiddelen" neemt het gebruik toe, terwijl bij de schimmel- en bacteriebestrijding, waaronder bolontsmetting, en de onkruidbestrijding het gebruik per hectare afneemt. Bij tulpen is er sprake van een daling van het gebruik per hectare; bij de insecten- en mijtenbestrijding zelfs van een halvering. Alleen de onkruidbestrijding stijgt.
Groenten open grond
Bij groenten open grond is er in 2016 over het algemeen sprake van een daling van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen per hectare ten opzichte van 2012. Het gebruik van middelen voor slakkenbestrijding is gehalveerd.
Bij winterpeen neemt het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen af, terwijl het gebruik van middelen tegen onkruiden iets toeneemt. Bij prei is het gebruik van middelen voor insecten- en mijtenbestrijding toegenomen. Bij aardbeien daalt het gebruik bij de belangrijkste toepassingsgroepen. Bij spruitkool daalt het totale gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, maar stijgt de insecten- en mijtenbestrijding.
Boom- en bloemkwekerij
Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen per hectare in de boom- en bloemkwekerij is tussen 2012 en 2016 afgenomen. Bij de bloemkwekerij is er alleen een kleine toename bij de onkruidbestrijding; bij laan- en parkbomen daalt het gebruik, en bij vaste planten is er een flinke afname bij de middelen voor schimmelbestrijding en insectenbestrijding.
Champignons
Bij champignons is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen per hectare in 2016 hoger dan in 2012. Dit komt vooral doordat er meer middelen gebruikt zijn voor schimmel- en bacteriebestrijding.
Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen gedurende het jaar
Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is het hoogst in de maanden juni en juli. Schimmel- en bacteriebestrijding vond in 2016 (in kg gemeten) eerder plaats dan in 2012; insecten- en mijtenbestrijding juist later. Plantengroeiregulatie en kiemremming gebeurt in twee perioden: in april-mei en in augustus.
Duurzame gewasbescherming
Het gewasbeschermingsmiddelen beleid richt zich op een duurzaam gebruik van deze middelen in 2023 (PBL, 2012; EZ, 2013). Een belangrijke beleidsdoelstelling is het verminderen van de milieueffecten. Minder gebruik van een zelfde stof betekent bijna altijd minder milieubelasting. Een vermindering van de milieubelasting kan ook samengaan met een toename van het gebruik, als er bijvoorbeeld een verschuiving plaats heeft naar laag-risico middelen. Om te kunnen bepalen of de milieubelasting afneemt is het noodzakelijk de gebruiksontwikkeling per middelengroep en/of per werkzame stof te kennen. Naast gewasbeschermingsmiddelen worden ook mechanische bestrijdingen toegepast.
Bronnen
- CBS (2018a). Bestrijdingsmiddelengebruik in de landbouw. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2018b). StatLine: Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw: gewas en toepassing. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2018c). Landbouw gebruikt 5,7 miljoen kg chemische middelen. CBS, Den Haag / Heerlen.
- EZ (2013). Gezonde Groei, Duurzame Oogst, 2e nota duurzame gewasbescherming periode 2013-2023. Ministerie van Economische Zaken, Den Haag.
- PBL (2012). Evaluatie Nota Duurzame gewasbescherming. Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag.
Relevante informatie
- Meer gegevens over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw zijn te vinden in de database StatLine van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas
- Omschrijving
- Ontwikkeling van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (in de eenheden 1000 kg werkzame stof, respectievelijk kg werkzame stof per hectare) in de landbouw per sector en per gewas. Er is een selectie gemaakt van een aantal akkerbouw- en tuinbouwgewassen.
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- Berekeningswijze
- De basisgegevens worden verzameld met behulp van een enquête. Er wordt een steekproef getrokken onder de bedrijven in de Landbouwtelling van het voorafgaande jaar. De uitkomsten zijn op basis van een bruikbare respons van ongeveer 4000 bedrijven. Meer informatie over de onderzoeksmethode geeft de publicatie Bestrijdingsmiddelengebruik in de landbouw (CBS, 2018a).
- Basistabel
- StatLine: Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw (CBS, 2018b)
- Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- Voor de jaren waarin het onderzoek is uitgevoerd zijn er ook gebruiksgegevens beschikbaar over het aantal bedrijven met gebruik, de oppervlakte met gebruik, en de jaardosering. Daarnaast zijn er ook gegevens per werkzame stof. Voor de laatste variabele wordt verwezen naar de CLO-indicator Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per werkzame stof.
- Verschijningsfrequentie
- Onregelmatig met tussenperioden van enkele jaren
- Achtergrondliteratuur
- Bestrijdingsmiddelengebruik in de landbouw (CBS, 2018a)
- Opmerking
- Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is gebruik van bestrijdingsmiddelen (pesticiden) exclusief het gebruik van biociden en exclusief het gebruik van toevoegingsstoffen (Verordening statistieken over pesticiden EU 1185/2009).
- Betrouwbaarheidscodering
- Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2019). Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas, 2012-2016 (indicator 0006, versie 07, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.