Isolatiemaatregelen woningen, 1982-2018

Het aantal woningen met isolatiemaatregelen neemt gestaag toe. Dubbel glas en dakisolatie zijn de meest voorkomende isolatievormen.

Aantal woningen met isolatiemaatregelen neemt nog steeds toe

Het aantal woningen met isolatiemaatregelen neemt nog steeds gestaag toe. Een belangrijk deel van deze groei is het gevolg van de bouw van goed geïsoleerde nieuwbouwwoningen en sloop van slecht geïsoleerde woningen. De afgelopen jaren zijn ook in veel bestaande woningen isolatievoorzieningen aangebracht, met name in de sociale huursector. Gemiddeld genomen was in 2018 77% van de oppervlakten van bouwdelen van woningen op enigerlei wijze geïsoleerd. Koopwoningen zijn met een isolatiegraad van 80% nog net iets beter geïsoleerd dan huurwoningen (73%). Particuliere huurwoningen blijven hierbij met 61% achter. Bij deze isolatiegraad wordt geen onderscheid gemaakt naar dikte of kwaliteit van de isolatie, dus als de isolatiegraad 100% bedraagt kan er nog steeds verbetering mogelijk zijn door betere isolatie. De isolatiegraad is hier gedefinieerd als het percentage van het oppervlak van de betreffende bouwdelen van een woning dat is geïsoleerd. Kleine woningen tellen hierin even zwaar mee als grote woningen. De cijfers zijn afkomstig uit een steekproef van circa 4500 huishoudens (Woononderzoek 2018).

Huizen van voor 1980 ontberen nog vaak vloerisolatie

Dakisolatie en Dubbel glas zijn de meest voorkomende isolatievorm. In 2018 was gemiddeld 86% van het dakoppervlak van woningen geïsoleerd, terwijl 85% van het glasoppervlak bestond uit dubbel glas. Anno 2018 was meer dan 60% van het begane grondoppervlak in woningen geïsoleerd. In woningen van voor het bouwjaar 1980 was dit gemiddeld éénderde van het oppervlak (Abf, 2019). Isolatiemaatregelen hebben naast het verhogen van het wooncomfort bijgedragen aan een daling van het gemiddelde gasverbruik in woningen. Over de periode 1990-2018 daalde dit met 28% per inwoner.

zie Energieverbruik door huishoudens.

Besparing door stookgedrag en andere besparingsmogelijkheden

Naast een resterend potentieel aan isolatiemaatregelen zijn er nog diverse andere belangrijke besparingsmogelijkheden, zoals het installeren van warmtepompen, warmtewisselaars en zonneboilers. In 2018 werd het overgrote deel van de bijna 7,5 miljoen huizen verwarmd door een HR ketel (81%) (Abf, 2019). In 5,6% van de woningen betrof de hoofdverwarming nog een oudere CV-ketel (met een lager rendement) of één of meerdere kachels (gas, hout of kolen). Van de ruim 460 duizend houtkachels (waarvan een groot deel dient als bijverwarming) waren er circa 44 duizend pelletkachels (CBS, 2019). Op pelletkachels kon van 2016 tot en met 2019 ISDE subsidie worden verkregen, vanwege hun hoge rendement en relatief lage fijn stof emissies in vergelijking met gewone houtkachels. De warmtepomp als hoofdverwarming had een aandeel van 1,4%, terwijl 11,6% van de woningen was aangesloten op een collectief warmtesysteem.
Stookgedrag is ook sterk van invloed op het energieverbruik, met name in slecht geïsoleerde huizen. Hier heeft het uitzetten van de verwarming 's nachts en bij afwezigheid, en het overdag lager zetten van de thermostaat meer effect op de energierekening dan in goed geïsoleerde huizen. Uit het Woononderzoek 2012 bleek dit in de praktijk ook te gebeuren, slecht geïsoleerde huizen (labels F en G) bleken een derde minder gas te gebruiken dan was berekend op basis van de woningkenmerken (ECN, 2013).

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Isolatiemaatregelen woningen
Omschrijving
Woningen met isolatiemaatregelen (uitgedrukt als percentage). Muurisolatie, vloerisolatie, dubbelglas, dakisolatie.
Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving. De cijfers zijn gebaseerd op de zgn. WoON-onderzoeken en de voorloper daarvan, de zgn. KWR onderzoeken (t/m 1990) (zie referenties)
Berekeningswijze
De isolatiegraad betreft het gemiddelde deel van het -aan de buitenwereld grenzend- bouwoppervlak (dak/gevel/vloer/glas) dat geisoleerd is.Kleine huizen tellen hierin even zwaar mee als grote huizen.
Basistabel
Data uit pdf's gehaald (zie referenties), staan niet meer online
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Energieprijzen huishoudens, energielabels, cv-ketels, gasverbruik, verlichting van woningen en utiliteitsbouw
Verschijningsfrequentie
onregelmatig
Achtergrondliteratuur
Zie Referenties.
Opmerking
Volgende update 2025 o.b.v. WoOn 2024 onderzoek
Betrouwbaarheidscodering
Vrij betrouwbaar, steekproef ca 4800 woningen

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
07
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2020). Isolatiemaatregelen woningen, 1982-2018 (indicator 0383, versie 07, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.