Ontwikkeling mobiliteit, 2000-2010
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
De afgelopen 10 jaar nam de totale personenmobiliteit (gemeten in reizigerskilometers) in Nederland met ongeveer 3% toe. Sinds 2005 doet zich een stabilisatie of lichte daling voor, in het bijzonder bij het autogebruik. Het goederenvervoer over de weg vertoont een vergelijkbaar patroon.
Ontwikkeling personen en goederenmobiliteit. Bron: KiM (Mobiliteitsbalans 2011 )
2000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Personenmobiliteit (miljard reizigerskm) | 177 | 185 | 185 | 184 | 183 | 183 | 183 |
Autobestuurder | 86 | 92 | 93 | 93 | 94 | 94 | 94 |
Autopassagier | 46 | 47 | 46 | 45 | 43 | 42 | 42 |
Langzaam verkeer | 17 | 18 | 18 | 19 | 19 | 19 | 19 |
Overig | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 |
Trein | 15 | 15,2 | 15,9 | 16,3 | 17 | 17,1 | 17,2 |
Btm | 6,5 | 6,2 | 6,4 | 6,5 | 6,4 | 6,5 | 6,7 |
Luchtvaart (miljoen passagiersbewegingen | 40,8 | 46,5 | 48,6 | 50,5 | 50,4 | 46,5 | 48,7 |
2000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Goederenvervoer (miljard tonkm) | 107 | 117 | 119 | 122 | 123 | 109 | 115 |
weg | 49 | 54 | 55 | 55 | 56 | 54 | 56 |
binnenvaart | 41,3 | 43,1 | 43,6 | 45 | 44,4 | 35,6 | 39 |
spoor | 4,6 | 5,9 | 6,3 | 7,2 | 7 | 5,6 | 6,4 |
pijpleiding | 12,5 | 14,6 | 14,5 | 14,5 | 14,8 | 14 | 14,2 |
overslag luchtvracht (miljoen ton) | 1,3 | 1,5 | 1,6 | 1,4 | 1,6 | 1,3 | 1,6 |
overslag zeevracht | 425 | 487 | 505 | 537 | 560 | 510 | 568 |
Ontwikkeling mobiliteit
De afgelopen tien jaar nam de totale personenmobiliteit (gemeten in reizigerskilometers) in Nederland met ongeveer 3% toe. Sinds 2005 doet zich een stabilisatie of lichte daling voor, in het bijzonder bij het autogebruik. Deze stabilisatie komt mede door de afname van het aantal door meerijdende passagiers afgelegde kilometers. Het aantal afgelegde kilometers door autobestuurders en treinreizigers is nog wel gegroeid, elk met 2 miljard. Toch vlakt die groei ook af.
Wat betreft de personenmobiliteit is de personenauto met zo'n 75% van het totaal aantal kilometers nog steeds de dominante vervoerwijze. Fiets, bromfiets en lopen zijn vooral voor korte verplaatsingen belangrijk en leveren in totaal 10% van het totaal aantal kilometers.
Een kleine 15% wordt met trein, bus, tram en metro afgewikkeld. Het openbaar vervoer is vooral belangrijk in de spits en in de relaties binnen, tussen en van en naar de groter steden.
Tussen 2000 en 2010 groeide het goederenvervoer (gemeten in tonkilometers) met 18%. Wat betreft het goederenvervoer volgde na een sterk groei tot 2008 een scherp daling in 2009 en een herstel in 2010. Het goederenvervoer is meer dan de personenmobiliteit gevoelig voor conjuncturele schommelingen. Per saldo is de omvang van het goederenvervoer in 2010 nog onder het niveau van 2005. Binnen het vrachtvervoer zijn vooral de binnenvaart, het spoorvervoer en de luchtvracht conjunctuurgevoelig. Het wegvervoer is ten opzichte van 2005 nog wel toegenomen.
Beleidsdoelstellingen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
Deze indicator verwijst naar de volgende doelen en nationale belangen:
- Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat (bereikbaar)
- Nationaal Belang 6: Betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem
Bronnen
- Ministerie van Infrastructuur en Milieu (2012),Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Ontwikkeling van de Mobiliteit
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), auteur: Hans Hilbers
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2012). Ontwikkeling mobiliteit, 2000-2010 (indicator 2141, versie 01, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.