Milieukosten gerelateerd aan het BBP, 1990-2011
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
In 2011 omvatten de totale milieukosten 1,8 procent van het BBP. Tussen 1999 en 2003 was dit nog 2,2 procent. In de periode ervoor groeide het percentage van 1,6 procent in 1990 tot 2,2 procent in 1999.
Ontwikkeling milieukosten als percentage van het BBP
Tussen 1990 en 1999 zijn de milieukosten sneller toegenomen dan het bruto binnenlands product (BBP). Bedroegen in 1990 de milieukosten nog slechts 1,6 procent van het BBP, daarna nam dit percentage toe tot 2,2 procent in de jaren 1999 tot en met 2003. De toename van de milieukosten als percentage van het BBP vindt vooral een oorzaak in een stijging van de kosten voor het afvalbeheer. Daarnaast zijn de kosten toegenomen van technische maatregelen in diverse sectoren om de emissie van broeikasgassen en verzurende stoffen terug te dringen.
Na 2003 zijn de milieukosten als percentage van het BBP weer licht afgenomen tot 1,8 procent in 2011.
- Nationale rekeningen (toelichting)
- Milieukosten per sector, 1990-2013
- Milieu-uitgaven per milieucompartiment en sector, 2013-2018
Wat zijn milieukosten?
Milieukosten zijn de jaarlijkse kosten van maatregelen die in het kader van het milieubeheer worden genomen. De milieukosten omvatten onder andere de kapitaallasten van milieu-investeringen (afschrijvingen, renten) en de lopende kosten hiervan (zoals bediening en onderhoud). In de Methodiek Milieukosten (VROM, 1998) is vastgelegd wat tot de milieukosten moet worden gerekend, en hoe deze worden berekend. De kosten van maatregelen die een positief effect op het milieu hebben maar zichzelf binnen drie jaar terugverdienen, worden niet tot de milieukosten gerekend. Ook economische gevolgen van milieumaatregelen, bijvoorbeeld veranderingen in de afzet, behoren niet tot de milieukosten.
Relevantie
Het binnenlands bruto product (BBP) is een indicator voor de economische activiteit. De vergelijking van de milieukosten met de ontwikkeling van het BBP geeft een beeld van het relatieve belang van het milieubeleid voor de economie.
Lopende prijzen
Alle bedragen in deze indicator zijn uitgedrukt in lopende prijzen. Dit zijn de bedragen die in de betreffende jaren daadwerkelijk zijn betaald. Voor meer informatie hierover lees de technische toelichting.
Bronnen
- CBS (2006). Kosten en financiering van het milieubeheer. Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg / Heerlen.
- CBS (2014a). StatLine: Kosten en financiering van het milieubeheer. Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2014b). StatLine: Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, waarden. Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag / Heerlen.
- VROM, 1998. Kosten en baten in het milieubeleid - definities en berekeningsmethoden. Publicatiereeks milieustrategie 1998/6. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM), Den Haag.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Milieukosten gerelateerd aan het BBP
- Omschrijving
- De totale milieukosten als percentage van het Bruto Binnenlands Product (vanuit de productie) (BBP).
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek
- Berekeningswijze
- Informatie over de berekeningswijze van de milieukosten geven de korte onderzoeksbeschrijvingen Kosten en financiering van het milieubeheer (CBS, 2006) en de diverse deelonderzoeken hiervan (naar bedrijven in de delfstoffenwinning, industrie en energie- en watersector, de landbouw en het verkeer).
- Basistabel
- StatLine: Kosten en financiering van het milieubeheer (CBS, 2014a)
StatLine: Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, waarden (CBS, 2014b) - Geografische verdeling
- Nederland
- Verschijningsfrequentie
- 1x per 2 jaar in de oneven jaren
- Achtergrondliteratuur
- Kosten en financiering van het milieubeheer (CBS, 2006)
- Opmerking
- Bedragen in lopende prijzen
Met ingang van 2014 publiceert het CBS de gegevens over milieukosten, milieu-investeringen, netto milieulasten, milieuheffingen en milieubelastingen in lopende prijzen. Lopende prijzen wil zeggen dat het gaat om bedragen die in de betreffende jaren daadwerkelijk betaald zijn. Met andere woorden, de bedragen zijn steeds weergegeven in het prijsniveau van het betreffende jaar, oftewel de bedragen zijn niet gecorrigeerd voor prijspeilontwikkelingen.
Toelichting prijspeilontwikkelingen
Diverse oorzaken dragen bij aan de ontwikkeling van het prijspeil. Zo treden er jaarlijks veranderingen op in het prijspeil door inflatie, tariefontwikkelingen en diverse andere prijsontwikkelingen die kunnen gelden voor bepaalde goederen, investeringsgoederen, belasting- en subsidieregelingen en bepaalde economische sectoren.
1. In het onderzoek Consumentenprijsindex (CPI) berekent het CBS de inflatie. Dit gebeurt op basis van de prijsontwikkeling in een selectie van consumptiegoederen in de winkel (het zogenaamde "boodschappenmandje").
2. Een voorbeeld van de invloed van tariefontwikkelingen op het prijspeil vinden we bij de (milieu)belastingen. Hier spelen de wijzigingen in de belastingtarieven een belangrijkere rol in de prijsontwikkeling dan de inflatie.
3. Een voorbeeld van een specifieke prijsontwikkeling bij bepaalde goederen vinden we bij computers. De prijsontwikkeling van computers in de afgelopen 25 jaar verloopt totaal anders dan de inflatie in die periode, gemeten volgens het CPI. Dit komt doordat computers begin jaren 90 nog schaars beschikbaar waren en nu inmiddels gemeengoed zijn geworden.
Wat laten de grafieken zien en wat niet?
Omdat de bedragen uitgedrukt zijn in lopende prijzen geven de grafieken in deze indicator niet meer dan alleen de waarde ontwikkeling weer. Anders gezegd, ze tonen alleen de ontwikkeling van de bedragen zoals die in de betreffende jaren zijn betaald.
De bedragen voor de diverse jaren zijn hierdoor beperkt met elkaar vergelijkbaar. Om een reële ontwikkeling te laten zien moeten de bedragen worden gecorrigeerd naar hetzelfde prijspeil. In een aantal indicatoren over milieukosten, milieu-investeringen, netto milieulasten, milieuheffingen en milieubelastingen heeft het CBS de laatste twee jaar een prijspeil correctie uitgevoerd op basis van de CPI. Vanaf 2014 voert het CBS deze correctie niet langer meer uit. Reden hiervoor is dat het vergelijkbaar maken van bedragen door ze alleen te corrigeren op basis van de CPI niet geheel juist of onvolledig is. Met behulp van de CPI worden bedragen immers alleen gecorrigeerd voor inflatie. In de praktijk wordt de prijsontwikkeling ook bepaald door een aantal andere factoren die los staan van de inflatie (zie hierboven).
Prijspeil gecorrigeerde bedragen vragen nader onderzoek
Het maken van een goede en reële prijscorrectie waarmee de bedragen voor de verschillende jaren op hetzelfde prijspeil worden gebracht vraagt aanvullend onderzoek. In een dergelijk onderzoek zou aansluiting gemaakt kunnen worden met de waarde, prijs en volume ontwikkeling in de Nationale Rekeningen van het CBS. Er moeten daarbij correcties uitgevoerd worden op de lopende prijzen van zowel goederengroepen, investeringen, belastingen, subsidies en sectoren.
Het CBS publiceert reeds enkele decennia cijfers over milieukosten, milieu-investeringen, netto milieulasten milieuheffingen en milieubelastingen in alleen lopende prijzen. Het berekenen van gecorrigeerde bedragen op basis van een bepaald prijspeil valt nu buiten de scope van het werk van het CBS aan de betreffende indicatoren voor het Compendium voor de Leefomgeving. Indien u voor onderzoek dergelijke gegevens toch nodig hebt, dan kunt u bij het CBS vragen naar de mogelijkheden. - Betrouwbaarheidscodering
- Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2014). Milieukosten gerelateerd aan het BBP, 1990-2011 (indicator 0415, versie 11, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.