Bevolkingsgroei, 2008-2013
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
In de afgelopen vijf jaar (periode 2008-2013) is de bevolking in de vier grote steden aanzienlijk gegroeid. Er is een sterk verband tussen gemeentegrootte en bevolkingsgroei, want hoe kleiner de gemeente hoe minder de groei. Binnen Nederland zijn de verschillen in bevolkingsdichtheid groot.
Steeds meer krimp
Tussen 1 januari 2008 en 1 januari 2013 is de bevolking van Nederland met 2,3% toegenomen. De toename was met 5,3% het sterkst in de vier grote steden. De grote steden trokken nieuwe inwoners aan uit zowel binnen- als buitenland. Vooral Utrecht zag het inwonertal in vijf jaar tijd fors toenemen, met 9,2%. Hierbij speelde de grootschalige nieuwbouw op de Vinex-locatie Leidsche Rijn een belangrijke rol. Het geringst was de bevolkingsgroei in de groep gemeenten met minder dan 20.000 inwoners. In totaal nam de bevolking in deze groottecategorie met slechts 0,5% toe. Overigens behoren enkele van de gemeenten met de hoogste groeicijfers in deze periode tot de categorie gemeenten met rond de 25.000 inwoners (Aalsmeer, Albrandswaard, Hendrik-Ido-Ambacht).
In de periode 2008-2013 was de bevolkingsgroei iets hoger (2,3%) dan in de vijf daaraan voorafgaande jaren (1,3%). Tussen 2008 en 2013 groeide het aantal inwoners van de provincies Flevoland, Utrecht, Noord- en Zuid-Holland het hardst. De provincies Limburg, Zeeland, Drenthe en Friesland groeiden het minst hard. In 95 van de 408 in 2013 bestaande gemeenten is het inwonertal in zowel de periode 2003-2008 als 2008-2013 gedaald. Deze gemeenten liggen vooral in de rurale en perifere gebieden van het land, zoals het oosten van Groningen en het zuiden van Limburg. Het sterkst (= in beide periode -3% of meer) was dat in de Groningse gemeenten De Marne, Delfzijl en Loppersum. Maar ook elders in het land komt bevolkingsdaling voor zoals (met in beide perioden meer dan -2%) in het Limburgse Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken en Simpelveld, maar ook in Zuid-Holland in Strijen en Zoeterwoude.
180 gemeenten (44% van het totaal aantal gemeenten) kenden in beide perioden bevolkingsgroei. Meer dan 7% bevolkingsgroei in beide perioden trad op in de gemeenten Aalsmeer, Albrandswaard, Hendrik-Ido-Ambacht, Lansingerland, Pijnacker-Nootdorp, en Utrecht.
In de ene periode groei en in de andere krimp deed zich voor in 133 gemeenten.
Conclusie: In de afgelopen vijf jaar nam de bevolking af in ruim een derde van alle gemeenten. In de afgelopen tien jaar had zelfs meer dan de helft van de gemeenten op enig moment te maken met bevolkingsdaling.
Grote verschillen in bevolkingsdichtheid
Met 498 inwoners per vierkante kilometer land is Nederland na Malta het dichtstbevolkte land van Europa. Binnen Nederland zijn de verschillen in bevolkingsdichtheid echter groot. Het westen van ons land is ruim vier keer zo dichtbevolkt als het noorden. Hoe kleiner de regio's, des te groter zijn de verschillen. Zo is Zuid-Holland bijna zeven keer drukker dan Drenthe, en is de bevolkingsdichtheid in Den Haag 280 keer zo groot als op Schiermonnikoog. Dat eiland is niet alleen de gemeente met het kleinste aantal inwoners, maar (buiten het toeristenseizoen) ook met de meeste ruimte per inwoner: slechts 22 mensen delen er één vierkante kilometer land. In Den Haag, de gemeente met de hoogste dichtheid, zijn het er bijna 6.200. In totaal zijn er ongeveer 100 gemeenten met een dichtheid van 1000 of meer inwoners per vierkante kilometer land, en in 21 daarvan komt de dichtheid zelfs op meer dan 3.000 uit. Het gezamenlijke inwonertal van de gemeenten met een dichtheid van 1000 of meer bedraagt 8,7 miljoen, dat wil zeggen bijna 52% van de totale bevolking van Nederland. Zij wonen op slechts 12% van het totale Nederlandse landoppervlak. Bovenaan de ranglijst van steden met een hoge dichtheid bevinden zich dus veel steden die een relatief kleine oppervlakte hebben en sommige daarvan grenzen aan andere dichtbevolkte gemeenten. Voorbeelden hiervan zijn Leiden, Haarlem, Capelle aan den IJssel, Delft, Gouda en Schiedam.
Bronnen
- CBS (2013). Statline: Regionale kerncijfers Nederland. CBS, Den Haag.
Relevante informatie
- Bevolkingsomvang en aantal huishoudens, 1980-2023
- Meer gegevens over de demografische samenstelling, en prognoses van de ontwikkeling van de bevolking is te vinden in de databank StatLine van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Bevolkingsgroei, 2008-2013
- Omschrijving
- Bevolkingsgroei: groei van het inwoneraantal tussen 1 januari 2008 en 1 januari 2013 gedeeld door het inwoneraantal op 1 januari 2008. Weergegeven zijn de gemeenten van 1 januari 2013, teruggelegd naar de situatie op 1 januari 2008.Bevolkingsdichtheid: aantal personen per km2 land (per gemeente op 1 januari 2013).
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- Berekeningswijze
- Bevolkingsgroei:((inwoneraantal 1 januari 2013 - inwoneraantal 1 januari 2008) / inwoneraantal 1 januari 2008) * 100.Bevolkingsdichtheid:Aantal inwoners / aantal km2 land
- Basistabel
- Statlinetabel ontwikkeling van de bevolking en bevolkingsdichtheid in Nederland:Regionale kerncijfers Nederland
- Geografische verdeling
- Nederland, landsdelen, provincies, gemeenten
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Zie voor de methodenbeschrijving de onderzoeksbeschrijving van de bevolkingsstatistiek.
- Betrouwbaarheidscodering
- A (Integrale waarneming)
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2013). Bevolkingsgroei, 2008-2013 (indicator 2102, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.