Realisatie nieuwe EHS - verwerving en inrichting 1990 - 2010
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Landelijk is meer dan 75% van de oorspronkelijke taakstelling voor verwerving van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) gerealiseerd. Er bestaan echter verschillen tussen provincies in de mate waarin in 2010 aan de oorspronkelijke taakstelling werd voldaan.
Ecologische Hoofdstructuur voor driekwart verworven
Het oppervlak verworven nieuwe natuur in de Ecologische Hoofdstructuur is sinds 1999 geleidelijk toegenomen. Landelijk gezien is in 2010 meer dan 75 procent van de oorspronkelijke taakstelling voor verwerving gerealiseerd. Op provinciaal niveau zijn er duidelijke verschillen zichtbaar in de mate waarin in 2010 aan de oorspronkelijke taakstelling werd voldaan. In Friesland, Drenthe, Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland en Flevoland is meer dan 80 procent van de verwerving gerealiseerd, in Overijssel en Utrecht is dat aandeel ongeveer 60 procent. Dit verschil kan worden verklaard door variatie in de omvang van de taakstelling en in de druk op de grondmarkt.
Omdat het aandeel knelpunten voor het in stand houden van de biodiversiteit per provincie verschilt, verschilt ook de noodzaak om met grondaankopen knelpunten op te lossen. Zo heeft Utrecht nog een grote verwervingsopgave, maar relatief weinig knelpunten (zie tweede tabblad boven de figuur). Limburg heeft juist veel knelpunten door de intensieve veehouderij in het noorden en door de versnippering van en het tekort aan leefgebied voor de soorten van het heuvelland. Voor de robuuste verbindingen, die in het Onderhandelingsakkoord natuur zijn opgeheven, was in 2010 15 procent van de hectaren verworven, slechts enkele hectaren zijn ingericht. Het particulier natuurbeheer blijft ver achter bij de taakstelling (Sanders 2012). Tot nu toe is die taakstelling voor circa 15 procent gerealiseerd.
Beleidsdoelen EHS
De provincies voeren sinds het Onderhandelingsakkoord natuur uit 2011 de regie over de natuur in het landelijk gebied en maken plannen voor de Natura 2000-gebieden, de overige Ecologische Hoofdstructuurgebieden en de natuur daarbuiten, en de Kaderrichtlijn Water. Afgesproken is dat provincies de Natura 2000-gebieden prioriteit geven. Het Rijk voert het agrarisch natuurbeheer uit buiten de Ecologische Hoofdstructuur. Het Rijk houdt wel eindverantwoordelijkheid voor de Europese verplichtingen, in het bijzonder de Vogel- en Habitatrichtlijnen en de Kaderrichtlijn Water. De Ecologische Hoofdstructuur wordt herijkt: de aanvankelijk beoogde omvang van 728.500 hectare wordt teruggebracht tot circa 570.000 hectare. De provincies zullen de grenzen van de herijkte Ecologische Hoofdstructuur medio 2013 op kaart vaststellen.
Voor het beheer van natuurterreinen, de aankoop van grond voor de Ecologische Hoofdstructuur en het oplossen van milieuknelpunten is in het Lenteakkoord een bezuiniging voorgesteld van ongeveer 30 procent ten opzichte van 2010, een te bezuinigen bedrag van 200 miljoen euro per jaar. De bezuiniging heeft vooral consequenties voor de aanpak van milieuknelpunten buiten de Natura 2000-gebieden en de verwerving en inrichting van nieuwe natuur. Wel is de afspraak dat ruilgronden en natuur buiten de Ecologische Hoofdstructuur kunnen worden verkocht om extra budget te genereren. De rijksgelden zijn volgens het Lenteakkoord voornamelijk bedoeld voor milieuknelpunten in de Programmatische Aanpak Stikstof en de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Voor het afronden en inrichten van robuuste natuurgebieden komen extra financiële middelen vrij.
Bronnen
- PBL (2012). Balans van de Leefomgeving 2012. Landelijk gebied en natuur. Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag/Bilthoven.
- Sanders, M.E. (2012) Bijdrage particuliere grondeigenaren aan de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur. De Levende Natuur. September 2012.
- Ministerie EL&I (2012). Voortgangsrapportage Groot project Ecologische Hoofdstructuur 2010.
- Ministerie EZ (2013). Kamerbrief ILG-rapportage 2007-2011. Inclusief bijlagen.
Relevante informatie
- Milieucondities en biodiversiteitsverlies
- Compendium Leefomgeving, Ontsnipperende maatregelen bij infrastructuur, 2018
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Realisatie nieuwe EHS door middel van verwerving en inrichting 1990 -2010
- Omschrijving
- De indicator geeft het oppervlak aan verworven en ingerichte grond ten behoeve van nieuwe natuur, robuuste verbindingen en natte natuur EHS.
- Verantwoordelijk instituut
- Data: Ministerie EL&I, en DLG. Berekening: PBL.
- Berekeningswijze
- In de figuur is cumulatief het aantal verworven hectares per jaar aangegeven. Tevens zijn de beleidsdoelen opgenomen.
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- Nederland
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Betrouwbaarheidscodering
- Waarschijnlijk A.Data van derden. De informatie is verkregen van de Dienst Landelijk gebied en het Ministerie van Economische Zaken. Bewerking PBL.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2013). Realisatie nieuwe EHS - verwerving en inrichting 1990 - 2010 (indicator 1307, versie 09, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.