Hoogspanningsleidingen, 2008 - 2010

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.


In de periode 2008-2010 is de lengte van het landelijk koppelnet, dat alle grote elektriciteitscentrales met elkaar verbindt, gelijk gebleven met 2.800 km. De lengte van het transportnetwerk (50/110/150 kV) is met ongeveer 950 km toegenomen.

De toename van het aantal woningen in zones langs hoogspanningsleidingen waar beperkingen gelden (indicatieve vrijwaringszones) is tussen 2000 en 2010 beperkt gebleven.

Energienetwerk: transportnetwerk is gegroeid, koppelnet niet

In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) wordt aangegeven dat energiezekerheid een belangrijk economisch goed is. Daarom is de opwekking en distributie van elektriciteit via een hoofdnetwerk van centrales en hoogspanningsleidingen van nationaal belang.
Om de bestaande energie infrastructuur geschikt te maken voor decentrale opwekking van elektriciteit, aan te sluiten op internationale elektriciteitsverbindingen en nieuwe productielocaties te verbinden, zorgt het Rijk voor het ruimtelijk mogelijk maken van tracés voor nieuwe hoogspanningsverbindingen van 220 en 380 kV (samen het nationale koppelnet) en voor nieuwe locaties (>500mW) voor opwekking van elektriciteit (nieuwe centrales).
In de periode 2008-2010 is de lengte van het koppelnet gelijk gebleven met 2.800 km. De lengte van het transportnetwerk (50/110/150 kV) is met ongeveer 950 km toegenomen.
Voor deze indicator is verder gekeken naar de ontwikkeling van het aantal woningen binnen de zones rond hoogspanningslijnen. Er is niet nagegaan of er voldoende ruimte reserveringen voor hoogspanningsleidingen en centrales binnen bestemmingsplannen worden opgenomen. Deze proces benadering valt buiten de scope van deze indicator.

Ruimtelijke ontwikkelingen in de indicatieve zones is beperkt gebleven

Het ministerie van IenM heeft als doel geen "gevoelige bestemming" (woningen, scholen, creches en kinderopvangplaatsen) toe te kennen aan locaties met een electromagnetische belasting van meer dan 4 microtesla. Deze norm leidt tot "specifieke zones" waarbinnen deze bestemmingen bij voorkeur gemeden worden. Deze specifieke zones zijn echter maar voor enkele plekken bekend, omdat ze op basis van metingen worden bepaald. Uitgaande van de netkaart en de spanning van de lijnen heeft het RIVM "indicatieve zones" bepaald, gebaseerd op gemiddelde waarden, waarbinnen de 4 microtesla norm mogelijk niet gehaald wordt. Of een locatie binnen deze zone wel of niet voldoet aan de norm kan alleen bepaald worden door specifieke metingen ter plekke.
De resulterende kaart met per hoogspanningslijn een indicatieve zone is gebruikt als basis voor het vaststellen van ruimtelijke ontwikkelingen binnen die zones. De indicatieve zones voor 380kV-lijnen lopen uiteen van 2 x 115 meter tot 2 x 215 meter, afhankelijk van de karakteristieken van de lijn, terwijl de zones voor 220 kV-lijnen uiteenlopen van 2 x 45 meter tot 2 x 125 meter.
Bouwactiviteit tussen 2000 en 2010 in de indicatieve zones is beperkt gebleven. In de zones langs de 220 kV-tracés (60 meter aan beide zijden) zijn in die periode landelijk 29 adressen bijgekomen, in de zones voor 380 kV gaat het om ongeveer 1.000 adressen, met name in Pijnacker en Bleiswijk. Maar hier is sprake van een indicatief tracé dat slechts globaal aangeeft waar de hoogspanningsleiding komt te lopen. Wanneer de concrete tracés bekend zijn, zal hier nogmaals naar gekeken worden. Naar verwachting zal dit bij de herhalingsmeting in 2014 gebeuren.

Beleidsdoelstellingen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Deze indicator verwijst naar de volgende doelen en nationale belangen:

  • Vergroten van de concurrentiekracht door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland
  • Nationaal Belang 2: Ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en de energietransitie.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Hoogspanningsleidingen
Omschrijving
Lengte van het elektriciteitsnetwerk, ruimtelijke ontwikkelingen in vrijwaringszones
Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)
Berekeningswijze
Lengte elektriciteitsnetwerkIntelling aantal woningen op basis van kaart indicatieve vrijwaringszones (RIVM) en Woningregister (CBS)
Basistabel
Zie berekenigswijze
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Zie berekeningswijze
Verschijningsfrequentie
2-jaarlijks
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CLO (2012). Hoogspanningsleidingen, 2008 - 2010 (indicator 2135, versie 01, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.