Herkomst fijn stof en het fijnere deel van fijn stof
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
De fijnstofconcentratie (PM10) kon voor 2011 en gemiddeld over Nederland voor 18% aan Nederlandse bronnen worden toegeschreven. Voor het fijnere deel van het fijn stof (PM2.5) was dit 21%.
Bijdragen
De bijdragen aan de fijnstofconcentraties worden modelmatig berekend. De hier gepresenteerde gegevens zijn het resultaat van de berekeningen in GCN-kader. De met de modellen berekende concentraties worden gekalibreerd op meetresultaten. Er is echter een verschil tussen de uitkomsten van de modelberekeningen en de metingen. Dit verschil is in de figuur aangegeven als de categorie 'Overig'. Deze categorie kan betrekking hebben op niet verdisconteerde bronnen, bronnen waarvan de emissie niet juist is geschat, de achtergrondconcentratie op het noordelijk halfrond en op emissies van natuurlijke oorsprong, waaronder zeezout en (deels) opwaaiend bodemstof.
De doelgroepen Verkeer en Landbouw leveren de belangrijkste bijdrage aan het Nederlandse deel van de fijnstofconcentraties. De belangrijkste buitenlandse bijdragen komen van industrie, energieopwekking en raffinaderijen. De categorie 'Noordzee' bevat de emissies van de scheepvaart op het Nederlandse deel van het Continentaal Plat.
Volgens de laatste inzichten is gemiddeld voor Nederland 75-80% van de bestanddelen van fijn stof in lucht van antropogene herkomst. Op zwaar belaste wegen, zoals binnenstedelijke wegen kan dit percentage hoger dan 80% zijn. Voor de fijnere fractie van fijn stof is gemiddeld 85-90% antropogeen (Matthijsen & Koelemeijer, 2010).
Beleid
Nationale en EU beleidsmaatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit voor fijn stof zijn meestal gekoppeld aan Europese beleidsinstrumenten. Deze beleidsinstrumenten hebben in principe een drieledige benadering om de negatieve effecten van luchtkwaliteit te verminderen:
- Nationale emissieplafonds, de zogenoemde NEC-plafonds.
- Luchtkwaliteitsnormen (luchtkwaliteitrichtlijn).
- Emissiereducties voor voertuigen en in productieprocessen.
Bronnen
- Buijsman, E., Beck, J.P., van Bree, L., Cassee, F.R., Koelemeijer, R.B.A., Matthijsen, J., Thomas, R. & Wieringa, K. (2005). Fijn stof nader bekeken. Rapport nr. 500037008. Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven.
- Matthijsen, J. & Visser, H. (2006). PM10 in Nederland; Rekenmethodiek, concentraties en onzekerheden, Rapport nr. 500093005. Milieu- en Natuurplanbureau, Bithoven.
- Matthijsen, J. & Ten Brink, H.M. (2007) PM2.5 in Nederland. Gevolgen van de nieuwe Europese normen voor luchtkwaliteit, Rapport nr. 500099001, Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven.
- Velders, G.J.M., Aben, J.M.M, Jimmink, B.A., Van der Swaluw, E., Van Zanten. M. & De Vries, W.J. (2012) Grootschalige concentratie- en depositiekaarten Nederland. Rapportage 2012. Rapport 680362002, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.
Relevante informatie
- Deeltjesvormige luchtverontreiniging: beleid
- Deeltjesvormige luchtverontreiniging: oorzaken en effecten
- Fijnstof (PM10) in lucht, 1992-2023
- Fijn stof in lucht, jaargemiddelde, 1992-2012
- Fijnere fractie van fijn stof (PM2,5) in lucht, 2009-2023
- Gezondheidseffecten van fijn stof en ozon, 1992 - 2013
- Nationale luchtkwaliteit: overzicht normen
- Nationale luchtkwaliteit: beleid
- Emissies van fijn stof en VOS (NEC) en koolmonoxide 1990-2009
- Emissies koolmonoxide, fijn stof en VOS per doelgroep (NEC), 2008
- Emissies door de zeescheepvaart, 1990-2022
- Ruimtelijk gedetailleerde informatie over fijnstofconcentrarties bieden de Grootschalige Concentratiekaarten Nederland.
- RIVM > Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit
- Informatie over de actuele en toekomstige ontwikkelingen voor de luchtkwaliteit is te vinden in Balans van de Leefomgeving 2010 en Nationale Milieuverkenning 2006-2040.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Herkomst fijn stof en het fijnere deel van fijn stof
- Omschrijving
- Herkomst fijn stof en het fijnere deel van fijn stof naar bronnen in Nederland, het buitenland, op de Noordzee.
- Verantwoordelijk instituut
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
- Berekeningswijze
- Op basis van GCN-berekeningen en na kalibratie aan de hand van meetresultaten van PM10 en PM2.5
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- Gemiddeldes voor Nederland als geheel
- Andere variabelen
- De GCN-berekeningen leveren onder andere ook kaarten op voor de concentraties van ammoniak, stikstofdioxide, fijn stof, het fijnere deel van fijn stof en zwaveldioxide.
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Grootschalige concentratie- en depositiekaarten Nederland. Rapportage 2011. (Velders et al., 2011; zie bij 'Referenties').
- Opmerking
- De bronbijdragen aan de jaargemiddelde achtergrondconcentraties van fijn stof voor 2007 zijn verkregen door combinatie van meetresultaten met modelberekeningen Deze bijdragen zijn berekend met definitieve emissiegegevens van het jaar 2005 zoals geregistreerd in de Emissieregistratie respectievelijk en meteorologische gegevens van het jaar 2007.
- Betrouwbaarheidscodering
- PM10: C (Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd).PM2.5: D (schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake).
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2012). Herkomst fijn stof en het fijnere deel van fijn stof (indicator 0470, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.