Belastingen op energie, 1990-2010
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Energieverbruik wordt steeds zwaarder belast. Terwijl er in 1990 nog 1,0 euro per gigajoule werd geheven was dit in 2010 opgelopen naar 3,2 euro per GJ, wat neerkomt op een verdrievoudiging in 20 jaar tijd.
Energieverbruik steeds zwaarder belast
Huishoudens betalen veel meer belasting per eenheid energie dan het bedrijfsleven. In 2010 betaalden huishoudens 8,3 euro per GJ, terwijl het bedrijfsleven 1,7 euro per GJ betaalde. Een van de redenen dat deze lasten zo uiteenlopen, is dat de belastingtarieven voor grootgebruikers, in de praktijk zijn dit bedrijven, over het algemeen veel lager zijn dan die van kleingebruikers, zoals de huishoudens. De belastingtarieven voor het bedrijfsleven worden relatief laag gehouden om de concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland niet te verslechteren.
Bronnen
- CBS (2011). Environmental accounts of the Netherlands 2010. CBS, Den Haag/Heerlen.
Relevante informatie
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Milieurekeningen: Belasting op energie
- Omschrijving
- Gegevens, berekend volgens het berekeningsconcept van Nationale Rekeningen, over de energiebelasting (in euro) dat door respectievelijk de huishoudens en bedrijven wordt opgebracht.
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek
- Berekeningswijze
- Belastingen op energie bestaan uit de accijns op motorbrandstoffen, de brandstoffenheffing en energiebelasting. De belastingdruk op het verbruik is berekend door de belastingen op energie te delen door het netto energieverbruik van respectievelijk huishoudens en bedrijven. Het netto energieverbruik is ontleend aan de energierekeningen. (CBS, 2011).
De milieurekeningen worden opgesteld volgens de concepten en definities van de nationale rekeningen. Voor de fysieke matriaalstromen betekent dit dat alle stromen worden beschreven die direct zijn gerelateerd aan de Nederlandse economie. De materiaalstromen worden geregistreerd voor de afzonderlijke economische activiteiten op de plek waar deze daadwerkelijk plaatsvinden (het zogenaamde 'ingezetenenprincipe'). Bijvoorbeeld worden de luchtverontreinigende emissies noor Nederlandse transporteurs voor Nederland meegenomen en de emissies voor buitenlandse voertuigen binnen het Nederlandse grondgebied niet worden meegenomen. Dit in tegenstelling tot de overige gegevens in het Milieu- en Natuurcompendium, waar wordt uitgegaan van het 'grondgebiedprincipe'.
Meer informatie op de CBS website:Milieurekeningen, methoden. - Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- Verdeling naar Standaard Bedrijfsindeling; verdeling naar vier groene belastingen en 4 milieuheffingen
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- CBS (2011). Environmental accounts of the Netherlands 2010. CBS, Den HaagHeerlen.
Zie ook de MNC-indicator Milieurekeningen: methodologie - Betrouwbaarheidscodering
- C (Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen, de representatieviteit is grotendeels gewaarborgd).
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2012). Belastingen op energie, 1990-2010 (indicator 0540, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.