Kenmerkende diersoorten van de duinen, 1990-2009

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Veel kenmerkende broedvogels, libellen en dagvlinders van de duinen gaan de laatste tijd achteruit, terwijl de zandhagedis juist vooruit gaat. De populatie van de rugstreeppad blijft min of meer stabiel.

Ontwikkeling broedvogels

Veel vogelsoorten, waaronder vooral soorten van open duinen, zijn sinds 1990 achteruitgegaan. De vogelstand verandert onder meer door de toenemende verstruiking van de duinen en het verschijnen van de havik.

Ontwikkeling reptielen en amfibieën

De zandhagedis is de enige reptielensoort in grote delen van de duinen. Alleen hier en daar komen ook levendbarende hagedissen en hazelwormen voor. De zandhagedis neemt toe sinds 1994. Deze soort tolereert enige mate van verstruiking goed en verdwijnt pas bij verder gaande vergrassing en verstruiking. De warme zomers van de laatste jaren zijn gunstig voor deze soort.
De rugstreeppad is een pionierssoort die vooral voorkomt op kale plekken in het duin in de nabijheid van water. De soort blijft de laatste jaren min of meer stabiel.

Ontwikkeling dagvlinders

Veel dagvlinders komen in 1992 minder voor dan halverwege de vorige eeuw en een aantal soorten gaat ook na 1992 nog achteruit. De meeste dagvlinders komen vooral in de droge duinen voor; vlinders van vochtige duinvalleien zijn al lang geleden vrijwel verdwenen. In de droge duinen verdwijnen de voor vlinders belangrijke duingraslanden door de vergrassing en verstruiking.

Ontwikkeling libellen

Als geheel gaat de groep van libellen in de duinen sinds 1999 achteruit. De trend van een aantal soorten is nog onzeker en één soort, de paardenbijter vertoont een sterke achteruitgang.
De larven van libellen komen alleen in zoetwater voor. Daarom zijn libellen in het duin zijn gebonden aan de vochtige delen van het duin waar voldoende zoetwater is voor de voltooiing van de levenscyclus.

Bronnen

  • Dijk, A.J. van, M.J.T. van der Weide, S. Deuzeman, L. Dijksen, D. Zoetebier en C. Plate (2002). Kolonievogels en zeldzame broedvogels in Nederland in 2000 en 2001. SOVON-monitoringrapport 2002/03. SOVON Vogelonderzoek Nederland. Beek-Ubbergen.
  • Dijk, A.J. van, A. Boele, F. Hustings, K. Koffijberg en C.L. Plate (2010). Broedvogels in Nederland in 2008. SOVON-monitoringrapport 2010/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen.
  • Sierdsema, H. en D. Bonte (2002). Duinstruwelen en samenstelling broedvogelbevolking: meer vogels, minder kwaliteit. De Levende Natuur, 103 (3):89-93.
  • Swaay, C.A.M. van, D. Groenendijk en C.L. Plate (2010). Vlinders en libellen geteld: jaarverslag 2009. Rapport VS2010.001. De Vlinderstichting, Wageningen.
  • Zuiderwijk, A. (red.) (2003). Het meetnet reptielen in 2002. Nieuwsbrief Meetnet Reptielen nr.26. RAVON Werkgroep monitoring. Amsterdam.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Broedvogels, dagvlinders en zandhagedis in de duinen
Omschrijving
Ontwikkeling populaties van broedvogels, dagvlinders en zandhagedis in de duinen
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
De gecombineerde Soortgroep Trend Index (STI) betreft de meetkundige gemiddelde index voor de duinen karakteristieke soorten broedvogels, amfibieën, reptielen, dagvlinders en libellen. De gegevens zijn ontleend aan de landelijke meetnetten voor broedvogels, dagvlinders, reptielen, amfibieën en libellen van het Netwerk Ecologische Monitoring.
Basistabel
De index van de betrokken soorten met hun trend staan onder het tabblad afzonderlijke soorten onder Download figuurdata.
Geografische verdeling
Duinen
Verschijningsfrequentie
jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Dijk, A.J. van, A. Boele, F. Hustings, K. Koffijberg en C.L. Plate (2010). Broedvogels in Nederland in 2008. SOVON-monitoringrapport 2010/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen.
Swaay, C.A.M. van, D. Groenendijk en C. Plate (2006). Vlinders en libellen geteld: jaarverslag 2005. Rapport VS2006.020. De Vlinderstichting. Wageningen.

Zuiderwijk, A. (red.) (2003). Het meetnet reptielen in 2002. Nieuwsbrief Meetnet Reptielen nr.26. RAVON Werkgroep monitoring. Amsterdam.
Betrouwbaarheidscodering
B. Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
21
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
20
versie‎
19
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15

Referentie van deze webpagina

CLO (2011). Kenmerkende diersoorten van de duinen, 1990-2009 (indicator 1123, versie 09, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.