Belastingen op een milieugrondslag, 1990-2005
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
De opbrengst van belastingen op een milieugrondslag is voor het grootste deel afkomstig van de regulerende energiebelasting (REB). Na een afname in de opbrengst van de REB in 2002 door een toenemend aandeel van groene stroom, is de opbrengst daarna weer toegenomen.
Opbrengst regulerende energiebelasting afgenomen door toename groene stroom
De opbrengst van belastingen op een milieugrondslag komen voor het grootste deel voor rekening van de regulerende energiebelasting (REB). De opbrengst van deze energieheffing is sterk toegenomen sinds de invoering in 1996: de opbrengst in 2005 is met 3,7 miljard euro ruim zes keer zo groot als de opbrengst in 1996.
De opbrengst in 2002 en 2003 ligt lager dan in 2001. Dit komt door een sterke toename in het gebruik van verschillende faciliteiten in de REB, zoals het nihiltarief voor groene stroom. De opbrengst voor 2005 ligt weer ruim boven het niveau van 2001 doordat het lagere tarief voor groene stroom is afgeschaft, de brandstoffenheffing in de REB is opgegaan, en de energiebelasting in 2005 is verhoogd. Voor meer informatie over de nihilheffing groene stroom:
Voor informatie over de productiestructuur van duurzame energie:
Bijdrage 'belastingen op een milieugrondslag' aan de totale groene belastingen
Belastingen op een milieugrondslag zijn in 2005 waarschijnlijk goed voor circa 35% van de totale inkomsten uit groene belastingen (zie: Groene belastingen, 1985-2005). Ruim 40% van de toename in de opbrengst van groene belastingen sinds 1991 is veroorzaakt door de introductie van de belastingen op een milieugrondslag.
Toelichting belastingen op een milieugrondslag
Belastingen op een milieugrondslag zijn opgenomen in de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) die in 1995 van kracht is geworden. Belangrijk uitgangspunt bij invoering van deze wet was om een verschuiving aan te brengen van de belasting op inkomen uit arbeid naar belastingen op milieuschadelijke activiteiten. Belastingen die onder de Wbm vallen zijn een verbruiksbelasting op brandstoffen (die al vanaf 1992 bestond), een grondwaterbelasting, een afvalstoffenbelasting, een regulerende energiebelasting (REB, sinds 1996, ook wel 'ecotax' genoemd) en een belasting op leidingwater (sinds 2000). In 2004 is de brandstoffenheffing geïntegreerd met de REB.
Groene belastingen zijn heffingen, die het afremmen van milieubelastende activiteiten beogen via een verhoging van de prijs. De opbrengst van deze heffingen gaat naar de algemene middelen en worden dus niet speciaal gebruikt voor de financiering van milieumaatregelen door de overheid.
Bronnen
- Bruggen, C. van (2000). Milieuheffingen en -belastingen 1986-2000. Kwartaalbericht Milieustatistieken 2000/3. Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen.
- Financiën (1997). Belastingen in de 21e eeuw; een verkenning. Ministerie van Financiën, Nota aan de Tweede Kamer No 25810 nr. 2, Den Haag.
- Ministeries (t/m 2005). Begrotingen tot en met 2006. Diverse Ministeries, Den Haag.
- Financiën (2006). Financiële verantwoording van het Rijk 2005. Ministerie van Financiën, Den Haag.
- VROM (2001). Nationaal Milieubeleidsplan 4. Een wereld en een wil: werken aan duurzaamheid. Ministerie van VROM, Den Haag.
Relevante informatie
- Meer informatie over belastingen op milieugrondslag is te vinden op Statline (CBS).
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2006). Belastingen op een milieugrondslag, 1990-2005 (indicator 0359, versie 06, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.