Duurzame elektriciteit, 1990-2005
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
In 2005 is de productie van duurzame elektriciteit uit binnenlandse bronnen gegroeid naar 6,2% van het binnenlands elektriciteitsverbruik. De import van duurzame elektriciteit daalde licht van 9,1 % naar 8,7 % van het binnenlands elektriciteitsverbruik.
1990 | 1995 | 2000 | 2003 | 2004 | 2005* | ||
% van het totale elektriciteitsverbruik | |||||||
Totaal binnenlandse productie | 0,92 | 1,37 | 2,55 | 3,32 | 4,33 | 6,16 | |
Waterkracht | 0,11 | 0,10 | 0,14 | 0,07 | 0,08 | 0,08 | |
Windenergie | 0,07 | 0,36 | 0,79 | 1,20 | 1,63 | 1,80 | |
Zon-fotovoltaïsch (PV) | 0,00 | 0,00 | 0,01 | 0,03 | 0,03 | . | |
Biomassa totaal | 0,74 | 0,91 | 1,61 | 2,02 | 2,59 | . | |
w.v. | Afvalverbrandingsinstallaties | 0,59 | 0,60 | 0,96 | 0,87 | 0,81 | 0,88 |
Bij- en meestook biomassa in centrales | - | 0,00 | 0,19 | 0,69 | 1,34 | 2,92 | |
Overige biomassaverbranding | 0,04 | 0,04 | 0,21 | 0,19 | 0,19 | . | |
Biomassavergisting, totaal | 0,11 | 0,27 | 0,27 | 0,28 | 0,25 | . | |
% van het totale elektriciteitsverbruik | |||||||
Totaal import (groene stroom certificaten) | . | . | . | 8,83 | 9,12 | 8,65 | |
Waterkracht | . | . | . | 0,70 | 2,24 | 7,34 | |
Zon-fotovoltaïsch (PV) | - | - | - | ||||
Windenergie | . | . | . | 0,22 | 0,33 | 0,00 | |
Biomassa totaal | . | . | . | 7,92 | 6,55 | 1,31 | |
Bron: CBS (2006b). | CBS/MNC/feb06/0517 |
Forse toename duurzame elektriciteitsproductie
Duurzame energie komt voor ongeveer driekwart beschikbaar als elektriciteit. De binnenlandse productie van duurzame elektriciteit steeg van 4,3 procent van het totale elektriciteitsverbruik in 2004 naar 6,2 procent in 2005. Deze stijging wordt vooral veroorzaakt door de toename van het meestoken van biomassa in elektriciteitscentrales. Ter vergelijking: de productie van elektriciteit uit de kerncentrale in Borssele is goed voor ruim 3 procent van het totale elektriciteitsverbruik.
Import daalt licht
De import van duurzame elektriciteit daalde licht, van 9,1 tot 8,7 procent van het totale elektriciteitsverbruik. Dit is echter nog steeds meer dan de binnenlandse productie van duurzame elektriciteit.
Bronnen
- CBS (2006a). Productie duurzame energie stijgt flink. Webmagazine 20 februari 2006. CBS, Voorburg/Heerlen.
- CBS (2006b). StatLine: Duurzame energie; capaciteit, productie en vermeden primaire energie. CBS, Voorburg/Heerlen.
- CBS (2005a). Herziening duurzame energie 1990-2004. CBS, Voorburg/Heerlen.
- CBS (2005b). Duurzame energie in Nederland 2004. CBS, Voorburg/Heerlen.
- EZ (1996). Derde Energienota. Tweede Kamer, vergaderjaar 1995-1996, 24 525, nrs, 1-2. Ministerie van Economische Zaken, Sdu Uitgeverij, Den Haag.
- EZ (2005). Nu voor later, Energierapport 2005. Ministerie van Economische Zaken, Den Haag.
- SenterNovem (2004). Protocol Monitoring Duurzame Energie (2004). Methodiek voor het registreren en berekenen van de bijdrage van duurzame/hernieuwbare energiebronnen (update 2002). SenterNovem, Utrecht/Sittard.
Relevante informatie
- Meer informatie over de productie van duurzame energie is te vinden op StatLine (CBS).
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- Het percentage binnenlandse duurzame elektriciteitproductie is berekend door de netto duurzame elektriciteitsproductie te delen door het netto elektriciteitsverbruik (inclusief netverliezen, exclusief het gebruik voor elektriciteitsproductie). Het percentage import van duurzame elektriciteit is berekend door de hoeveelheid geïmporteerde duurzame stroomcertificaten te delen door het netto binnenlandse elektriciteitsverbruik. Tot en met het verslagjaar 2003 was het gebruikelijk om bij rapportages over duurzame energie uit te gaan van de fysieke import waarvoor een groencertificaat is verkregen. Met de introductie van het nieuwe certificatensysteem "Garanties van Oorsprong" is de noodzakelijke koppeling tussen fysieke import en import van certificaten vervallen. Dat is de reden waarom in het nieuwe Protocol voor Duurzame Energie (SenterNovem, 2004) voor een nieuwe definitie is gekozen. Bij de import van certificaten telt het moment dat het certificaat in Nederland geldig wordt. De periode tussen het geldig worden van het certificaat en de daadwerkelijke productie kan variëren, maar is meestal één tot drie maanden. Dit verklaart waarom de import van certificaten afwijkt van de fysieke import. Als gevolg van de recente herziening van het Protocol Duurzame Energie en verbeterd statistisch grondmateriaal is de tijdreeks voor duurzame energie in juni 2005 herzien (CBS, 2005a). Een toelichting bij de ontwikkelingen en een methodologische verantwoording zijn te vinden in CBS (2005b).
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2006). Duurzame elektriciteit, 1990-2005 (indicator 0517, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.