Biologische kwaliteit KRW provincies, 2019
De meeste waterlichamen voldoen niet aan de gewenste biologische kwaliteit volgens de Kaderrichtlijn Water (KRW) systematiek
Biologische waterkwaliteit onvoldoende
Per provincie is de biologische kwaliteit van de regionale wateren weergegeven in de vorm van het percentage waterlichamen (waterlichamen zijn wateren waarover wordt gerapporteerd binnen de KRW) per kwaliteitsklasse. In de KRW wordt voor de beoordeling van biologische kwaliteit gekeken naar het voorkomen van algen, waterplanten, vissen en macrofauna. Deze biologische kwaliteit is het belangrijkste onderdeel van de KRW-beoordeling van de ecologische toestand en is een goede indicator voor de natuurkwaliteit.
Zie voor uitleg methodiek KRW:
- Europese Kaderrichtlijn Water
- Waterkwaliteit KRW, 2022
- Europese Kaderrichtlijn Water
- Biologische waterkwaliteit KRW, 2021
- Chemische waterkwaliteit KRW, 2021
- Kwaliteit specifieke verontreinigende stoffen KRW, 2021
- Oppervlaktewater in Nederland
Belangrijkste stoffen
De gepresenteerde resultaten zijn gebaseerd op de tussenrapportage uit 2019. De eerste rapportage was in 2009, de tweede in 2015 en de volgende rapportage zal plaatsvinden in 2021. In de stroomgebiedbeheerplannen voor de KRW hebben het rijk, de waterschappen en provincies aangegeven welke doelen zij nastreven en welke maatregelen zij gaan treffen om de kwaliteit van het water te verbeteren. In deze indicator zijn alleen regionale waterlichamen (dat wil zeggen, de waterlichamen in het beheer van waterschappen) meegenomen, omdat provinciaal beleid voornamelijk relevant is voor deze wateren, en veel minder voor de grotere rijkswateren (in beheer van Rijkswaterstaat). De kleine wateren zoals vennen en sloten zijn veelal niet opgenomen als waterlichaam in de KRW en daarom niet meegenomen in deze indicator.
Landelijk is de biologische kwaliteit van het oppervlaktewater in ongeveer 6% van de waterlichamen goed. Bij alle andere waterlichamen is de biologische kwaliteit matig, ontoereikend of slecht.
De figuur laat de variatie in de biologische toestand van waterlichamen tussen de provincies zien. Zo heeft Gelderland relatief het grootste aandeel waterlichamen met goede kwaliteit, maar gemiddeld genomen laten de provincies een vergelijkbaar beeld zien; het merendeel van waterlichamen kent een matige, ontoereikende of slechte biologische kwaliteit.
De belangrijkste oorzaken van de onvoldoende biologische kwaliteit zijn vermesting met de nutriënten stikstof en fosfor, een onnatuurlijke inrichting van het water, bestrijdingsmiddelen en versnippering door gemalen en stuwen. In stilstaande wateren, zoals kanalen en meren is de historische verontreiniging belangrijk door de voedselrijke waterbodem.
Informatie over toestand biologische kwaliteit per provincie verschaft inzicht in de opgave per provincie
Biologische kwaliteit vormt één van de onderdelen om te bepalen of de KRW-doelen gerealiseerd worden. Het totaaloordeel van de ecologische kwaliteit volgens de KRW is tevens gebaseerd op de beoordelingen van de fysisch chemische kwaliteit en de overig relevante stoffen.
Binnen de KRW worden natuurlijke wateren beoordeeld ten opzichte van een natuurlijke referentie: de goede ecologische toestand (GET). Maar voor wateren die zijn aangewezen als sterk veranderd of kunstmatig (het overgrote deel van de Nederlandse wateren) mag een aangepast doel worden gebruikt: het goed ecologisch potentieel (GEP).
Informatie over de biologische kwaliteit zoals hier gepresenteerd kan helpen om inzicht te krijgen in de grootte van de KRW-opgave per provincie. Om dieper inzicht in de opgave te krijgen kan het helpen om naast het totaaloordeel per waterlichaam te kijken naar meer gedetailleerde informatie over algen, waterplanten, vissen en macrofauna.
Provincies en waterbeheerders samen aan de lat voor doelbereik KRW
In de Europese Kaderrichtlijn Water is het beleid voor de beoordeling van de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in Europa vastgelegd. De KRW richt zich op de bescherming van alle wateren en stelt zich ten doel dat de waterkwaliteit niet achteruitgaat, dat alle Europese wateren uiterlijk in het jaar 2027 een 'goede toestand' hebben bereikt en dat er binnen heel Europa duurzaam wordt omgegaan met water.
Binnen elk stroomgebied zijn provincies, waterschappen, Rijkswaterstaat, gemeenten en stakeholders samen verantwoordelijk voor de doelen van de KRW.
Bronnen
- Helpdesk Water (Kaderrichtlijn Water)
- Waterdata Rijkswaterstaat
- Evers, C.H.M., Knoben, R.A.E., Herpen, F.C.J.v., 2012. Omschrijving MEP en maatlatten voor sloten en kanalen voor de Kaderrichtlijn Water 2015-2021. Stowa, Amersfoort.
- Molen, D.T.v.d., Pot, R., Evers, C.H.M., Nieuwerburgh, L.L.J.v., 2012. Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water 2015-2021. Stowa, Amersfoort.
- Gaalen, F.W. van et al. (2020), Nationale analyse waterkwaliteit, Den Haag: PBL.
Relevante informatie
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Biologische waterkwaliteit van het oppervlaktewater per provincie
- Omschrijving
- De biologische waterkwaliteit is een onderdeel van de Kaderrichtlijn Water rapportage. In deze maatlat zijn verschillende deelmaatlatten opgenomen.
- Verantwoordelijk instituut
- PBL, auteur Peter van Puijenbroek
- Berekeningswijze
- Per waterlichaam is de beoordeling uitgevoerd. De biologische kwaliteit is gebaseerd op waterplanten, algen, macrofaunna en vissen
- Basistabel
- Beoordeling van de waterlichamen voor alle maatlatten. Definitieve resultaten afkomstig van http://www.waterkwaliteitsportaal.nl/, data december 2019
- Geografische verdeling
- Nederland
- Verschijningsfrequentie
- 6 Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- IenM, 2015. Stroomgebied beheerplan. Rijndelta. Ministerie van Infrastructuur en MilieuIenM, 2015. Stroomgebied beheerplan. Maas. Ministerie van Infrastructuur en MilieuIenM, 2015. Stroomgebied beheerplan. Schelde. Ministerie van Infrastructuur en MilieuIenM, 2015. Stroomgebied beheerplan. Eems. Ministerie van Infrastructuur en MilieuAggregated indices for trends in eutrophication of different types of fresh water in the Netherlands. Ecological Indicators 36:456-462.
- Betrouwbaarheidscodering
- B: Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2020). Biologische kwaliteit KRW provincies, 2019 (indicator 1614, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.