Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1990 - 2022

De natuurkwaliteit van macrofauna is vrij laag. Slechts op enkele plaatsen wordt een hoge kwaliteit aangetroffen. In de afgelopen 30 jaar is de kwaliteit licht verbeterd. De natuurkwaliteit is een maat voor de biodiversiteit in de regionale wateren.

Huidige kwaliteit o.b.v. macrofauna is laag tot middelmatig

De huidige natuurkwaliteit op basis van macrofauna in het Nederlandse oppervlaktewater is vrij laag. De meeste wateren hebben een soortensamenstelling die (ver) afwijkt van de natuurlijke referentie. De kwaliteit wordt uitgedrukt in een getal tussen 0 en 1, waarbij 1 is gebaseerd op de natuurlijke referentie: de aanwezigheid van soorten macrofauna die kunnen worden aangetroffen in een ongestoorde, natuurlijke situatie.  

Per watertype zijn in de KRW maatlatten voor de macrofauna opgesteld. Per watertype zijn dit 100 tot 250 soorten, alleen bij brakke wateren zijn dit ongeveer 50 soorten. In totaal gaat het om ruim 1000 soorten. Samen met de natuurkwaliteit op basis van waterplanten geeft de situatie rond macrofauna een beeld van de biodiversiteit voor de regionale wateren:

Geringe verbetering in afgelopen 30 jaar, maar niet in alle watertypen

De verandering in natuurkwaliteit op basis van de mediaan van alle meetpunten is de afgelopen 33 jaar met 0,1 (± 0,02) gestegen van 0,35 naar 0,44. Deze stijging was het grootst in de kanalen met 0,21 (± 0,03), gevolgd door de beken met 0,11 (± 0,03) en de sloten met 0,05 (± 0,05). In de meren en de brakke wateren nam de kwaliteit af met respectievelijk -0,04 (± 0,03) en -0,08 (± 0,12). 

Significante verbeteringen 

Deze veranderingen zijn niet bij alle watertypen gelijk. De mediaan van alle meetpunten is in 2022 significant hoger dan 2016 en eerdere jaren, idem bij de kanalen. Bij de beken is de mediaan in 2022 significant hoger dan 2009 en eerdere jaren. Bij de andere watertypen zijn de veranderingen niet significant door de geringe verschillen of is er zelfs sprake van een afname. 

Veranderingen in de KRW periode

De Kaderrichtlijn Water (KRW) bepaalt het beleid voor het oppervlaktewater. De eerste KRW beoordeling van het Nederlandse water was in 2009 en was gebaseerd op de gegevens van de jaren daarvoor. Gedurende de KRW periode van 2009 tot 2022 is de kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater op basis van de macrofauna verbeterd met 0,04. Bij de afzonderlijke watertypen is dat bij de kanalen en de brakke wateren meer, maar bij de andere watertypen minder. De KRW rapporteert in 5 klassen van slecht tot zeer goed waarbij elke klasse volgens de richtlijn default een interval heeft van 0,2. Een verbetering van 0,04 leidt daarom veelal niet tot een verbetering van de kwaliteit.

Oorzaak huidige natuurkwaliteit 

De huidige vrij lage kwaliteit wordt veroorzaakt door uit- en afspoeling van meststoffen uit landbouwbodems, lozing van effluent van rioolwaterzuiveringsinstallaties, een vastgesteld waterpeilbeheer, nalevering van voedingsstoffen uit de waterbodem of door diersoorten die de vegetatie opeten, zoals rivierkreeften, of de bodem omwoelen, zoals karpers, zodat planten niet kunnen groeien en daardoor het habitat voor macrofauna negatief wordt beïnvloed. Met een verminderde vermesting, betere inrichting van het oppervlaktewater en verwijderen van de voedselrijke waterbodem door baggeren kan de biologische kwaliteit op basis van macrofauna sterk toenemen. 

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater

Omschrijving

De natuurkwaliteit geeft de verandering in het voorkomen van soorten macrofauna weer. Door de jarenlange monitoring en het grote aantal soorten wat in Nederland voorkomt geeft dit een goed beeld van de veranderingen in biodiversiteit in het Nederlandse, regionale water.

Door veranderingen in de maatlatten van de KRW-beoordelingsmethode kan met de  KRW beoordelingen geen trendbepaling worden gegeven. Voor dit overzicht zijn de gegevens op uniforme wijze verwerkt voor een trend van 30 jaar.

Verantwoordelijk instituut

PBL, auteur Peter van Puijenbroek

Berekeningswijze

De natuurkwaliteit op basis van macrofauna is gebaseerd op de monitoringsgegevens van de biologische meetnetten van de waterschappen. Alle beschikbare monitoringsgegevens van alle watertypen zijn hiervoor gebruikt. Daardoor geeft dit overzicht een representatief beeld van de Nederlandse natuurkwaliteit in het water.

 

De natuurkwaliteit is berekend met de soortenlijsten van de maatlat voor macrofauna van de Kaderrichtlijn Water (KRW). In de maatlatten zijn in totaal 1000 soorten opgenomen als positieve, negatieve of kenmerkende soorten voor een of meerdere watertypen, waarbij per watertype maatlatten zijn uitgewerkt. In dit overzicht zijn voor de gehele periode de meest recente watertype-afhankelijke maatlatten gebruikt. Deze maatlat levert een getal tussen 0 en 1, waarbij 1 is gebaseerd op de natuurlijke referentie: de aanwezigheid van soorten macrofauna die kunnen worden aangetroffen in een ongestoorde, natuurlijke situatie.

 

In de kaarten zijn alle meetpunten opgenomen die in de periode 2017-2022 zijn bemonsterd. 

 

Van de mediane waarden zijn trends berekend met Trendspotter, daarmee kan worden getoetst of het laatste jaar significant verschilt van een van de voorgaande jaren en wat de onzekerheid in de trend is. De veranderingen in de tijd zijn gebaseerd op deze trends.

Basistabel

De gegevens van 1990 tot en met 2010 zijn verzameld in de Limnodata Neerlandica, de gegevens van 2011 tot en met 2022 zijn door het IHW verzameld. Deze analyse is gebaseerd op 45.000 bemonsteringen. 

 

De gegevens vanaf 2010 zijn gedownload van de website van het IHW: https://www.waterkwaliteitsportaal.nl/WKP.WebApplication/

Geografische verdeling

Nederland

Verschijningsfrequentie

Om de 3 tot 5 jaar.

Achtergrondliteratuur
Opmerking

In de KRW zijn doelen geformuleerd voor het oppervlaktewater. De score op de maatlat wordt uitgedrukt in de ecologische kwaliteit ratio (ekr). De standaard doelstelling is een ekr van 0,6 (goede kwaliteit), maar voor veel wateren geldt een lagere ekr als  doelstelling (het Goed Ecologisch Potentieel), zodat vaak met een lagere ekr-kwaliteit kan worden volstaan. Door een afwijkende methode kunnen deze resultaten niet worden getoetst aan de waterlichaam specifieke doelen voor macrofauna. 

De KRW maatlat voor macrofauna bestaat uit 3 deelmaatlatten: de deelmaatlat met het aantal positieve soorten per bemonstering, de deelmaatlat met het aantal negatieve soorten en de deelmaatlat met het aantal negatieve soorten. 

Doordat elk watertype gedurende de hele periode ten opzichte van dezelfde maatlat is beoordeeld zijn verschillen tussen gebieden en in de tijd goed met elkaar te vergelijken.

De meeste bemonsteringslocaties van macrofauna liggen in het landelijk gebied buiten natuurgebieden. Daarom is deze indicator ook een goede indicator voor basiskwaliteit.

Betrouwbaarheidscodering
Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representa-tiviteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1990 - 2022 (indicator 1435, versie 07,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.