Inzet visserijtechnieken Nederlandse kottersector, 2022

Sinds het begin van deze eeuw wordt er binnen de kottervisserij substantieel minder gevist én met minder impact op het bodemleven. Dit komt door een afname van de vloot (meerdere saneringsronden), minder motorvermogen en andere visserijtechnieken. Voor de eeuwwisseling werd er vooral met de traditionele boomkor gevist, maar de laatste twee decennia heeft de Nederlandse kottersector steeds meer alternatieve en innovatieve visserijtechnieken omarmd. Door een verbod van de EU op pulsvisserij is een deel van de kotters echter weer teruggevallen op de traditionele boomkor. Momenteel is er nog geen geschikt alternatief voor de gerichte visserij op tong na het verbod op de pulskortechniek. Er worden wel meerdere innovatieve ideeën getest en doorontwikkeld, maar deze zijn qua selectiviteit en economisch rendement nog lang niet zo effectief als de pulskortechniek.

De achilleshiel van de boomkorvistechniek is het grote brandstofverbruik

Sinds 2017 dalen jaarlijks de vangsten van de belangrijkste doelsoorten voor de Nederlandse Noordzeevisserij, namelijk Noordzeetong en schol. Met name de daadwerkelijke vangbaarheid van deze twee doelsoorten is afgenomen gezien de lagere aanvoervolumes door kotters op de Noordzee. In de demersale visserij is voor kotters die de boomkorvistechniek toepassen naast schol en tong ook garnaal een belangrijke doelsoort. Het brandstofverbruik is hoog bij de boomkorvistechniek, vooral als er op tong en schol wordt gevist. Het vistuig dat dicht bij de bodem voortgetrokken wordt om plat- en rondvissoorten te kunnen vangen, ondervindt veel weerstand onder water. De hoge vaar- en vissnelheden en het grote vermogen (pk) dat nodig is om het vistuig en de netten te slepen, kosten veel brandstof.

De gasolieprijs steeg sinds 2020 sterk: van gemiddeld 34 eurocent per liter naar 45 eurocent per liter in 2021 en 88 eurocent in 2022. Dat is een stijging van afgerond 96% in een jaar tijd (van 2021-2022). Deze extreme stijging van de gasolieprijs is een direct gevolg van de energiecrisis in Europa door de Rusland-Oekraïne oorlog. De totale kosten aan gasolieverbruik van de Nederlandse kottervloot stegen van 62 miljoen euro (2021) naar 95 miljoen euro (2022). Het aandeel van brandstof op de totale kosten steeg in diezelfde periode van 28% naar 38%. Gemiddeld genomen kunnen de meeste Nederlandse boomkorkotters die gericht op tong of schol vissen, winstgevend opereren bij een gasolieprijs van maximaal 45 tot 55 eurocent per liter bij redelijke tot goede vangsten en opbrengsten door verkoop (ook wel besomming genoemd). In 2022 werd een economisch verlies van 6 miljoen euro geboekt door de Nederlandse kottervisserij, voornamelijk door de hoge gasolieprijs (Visserij in cijfers, 2023). In de eerste helft van 2022 was het verlies nog 19 miljoen euro. Door hoge visprijzen en met name gestegen opbrengsten (onder andere door grote inktvisvangsten) kan het verlies nog enigszins beperkt worden. In de eerste helft van 2023 was het ingeschatte verlies 12 miljoen euro. Behalve dat het verdienmodel van de Nederlandse kottervisserij (met name voor de boomkorvistechniek) onder druk staat, neemt in Europa ook de maatschappelijke druk op bodemberoerende visserij toe.

Overstap visserijsector op een breder pallet van vistuigen

Een door het ministerie van LNV ingestelde Taskforce Duurzame Noordzeevisserij kwam in 2006 tot de conclusie dat er voor de boomkorvisserij geen toekomstperspectief meer is. Door de teruglopende vangsten en gedaalde vangstquota, maar ook door de gestegen brandstofprijzen, was deze vorm van visserij op de Noordzee nauwelijks winstgevend.
Nederland heeft de afgelopen jaren daarom veel geïnvesteerd in de verduurzaming van de visserijvloot. Tot enkele jaren terug visten Nederlandse grote kotters (2.000 pk) vooral met boomkortuigen op platvis. Hierbij worden wekkerkettingen over de zeebodem gesleept, waardoor de vissen op de bodem opschrikken en in het net belanden. Met de wekkerketting is er meer contact met de bodem, wordt er vaak met meer motorvermogen en hogere snelheden gevist en er is meer bijvangst. Ook zijn de brandstofkosten met deze vismethode hoog.

De figuur hierboven laat zien dat de boomkortechniek voor platvis lange tijd was vervangen door in eerste instantie SumWing (een boomkortuig waarbij de 'boom' is vervangen door een hydrodynamische vleugel, oftewel 'Wing') en vervolgens door de pulstechniek (vooral gericht op tong). Daarnaast heeft overschakeling naar twinrig- en quadrigvisserij (bordenvisserij gericht op schol of langoustine, ook wel Noorse kreeftjes genoemd, en garnalen) plaatsgevonden (vistak 'Diversen'). Bij deze twee technieken worden door middel van twee (scheer)borden in het water achter het schip twee ('twin rig') of vier netten (quad rig) opengehouden, die in het midden gekoppeld zijn door één centrumgewicht. De traditionele boomkor vist vaak met een enkel net per tuig. Met de twinrig wordt veel lichter gevist, doordat er meestal geen wekkerkettingen op de bodem worden gebruikt. Dit resulteert in relatief minder bodemberoering. Daarnaast zijn de netten lichter, ondanks dat deze groter zijn dan bij de traditionele boomkorvisserij en kan er met lagere snelheid worden gevist. Dit alles resulteert in een lager brandstofverbruik.

In 2008 werd 77% van de totale inzet van de kottervloot bepaald door boomkorvisserij op platvis. In 2017 was dit nog maar 7%. Puls en SumWing waren in 2017 goed voor 59% en 10% van de totale vlootinzet. Onder Puls valt sinds 2018 ook de SumWing-techniek, wat verklaart waarom deze niet langer zichtbaar is in de figuur. Uit de visserij-inzetcijfers 2022 wordt duidelijk zichtbaar dat veel pulsvissers noodgedwongen moesten terugschakelen naar de boomkorvistechniek. Puls (inclusief SumWing) is na 2021 geheel verboden en komt om die reden op 0% van de totale inzet van Nederlandse kotters in 2022. De boomkor daartegen nam toe tot 68% van de totale vlootinzet. De laatste jaren is het aantal schepen onder Nederlandse vlag dat met de flyshoot-techniek vist beperkt (circa 10-20 schepen), doordat er een beperkt aantal vergunningen is afgegeven voor deze visserij in het Kanaal (zuidelijke Noordzee). Met de flyshoot-techniek wordt het net met kabels op een dusdanige wijze voortgetrokken dat naast bodemvis, zoals schol, rode poon en mul, ook inktvis en makreel gevangen kan worden. In de Nederlandse kottervloot is steeds vaker een combinatie van flyshoot en twinrig te zien. Bij het einde van het (winter)seizoen of bij tegenvallende vangsten of prijzen met de flyshoot-techniek kan worden omgeschakeld naar de twinrig-vistechniek.

De visserij-inzet wordt uitgedrukt in pk-dagen. Dit is het aantal zeedagen van kotters vermenigvuldigd met het motorvermogen. De laatste tien jaar fluctueerde de visserij-inzet tussen minimaal 33 miljoen (2015) en maximaal 41 miljoen (2018) pk-dagen. De inzet in de garnalenvisserij was 5 miljoen pk-dagen in 2022. De garnalenvisserij wordt vooral in de kustwateren toegepast, waarbij met lichte, fijnmazige boomkornetten over de bodem wordt gesleept. Deze inzet is relatief laag, omdat in deze visserij van kleine kotters (≤300 pk) gebruik wordt gemaakt. Voor de garnalenvisserij geldt net als voor de landbouw de beperking van de stikstofwetgeving. Alleen als aangetoond kan worden dat er niet meer dan de toegestane stikstof wordt uitgestoten door de garnalenkotters binnen de Natura 2000-gebieden (zoals de Waddenzee), kan de overheid de tweejaarlijkse vergunningen afgeven (Wet natuurbescherming) om hier te vissen. Momenteel geldt er een gedoogbeleid vanuit de overheid, doordat de termijn van aanpassingen aan de motoren voor reductie in stikstofuitstoot als te kort wordt beschouwd door vissers en het ministerie van LNV.

Pulskor trok de kottersector tijdelijk uit het slob

Nederland is al vele jaren bezig met innoveren. De noodzaak was begin jaren twintig van de 21e eeuw hoog, vooral door een stijgende gasolieprijs. Bij een hoge brandstofprijs zoals in 2012 (0,66 euro/liter gasolie) kan besparing het verschil maken tussen winst of verlies voor een familiebedrijf met een kotter. Binnen de Nederlandse kottervloot gericht op platvis (met name tong) was een transitie gaande van boomkor naar de innovatieve pulsvisserij. Het voordeel van deze techniek was minder bodemberoering, minder bijvangst en lager energieverbruik (ca. 40-50%) dan de boomkortechniek (Oostenbrugge, Van, et al., 2018).

Sinds 2014 kende de Nederlandse visserij mede door de overgang naar pulskor weer positieve economische rendementen. Met name 2016 was een jaar van historisch hoge economische resultaten. Waar in eerdere jaren het nettoresultaat van de actieve kottervloot marginaal tot negatief was, steeg deze in 2014 tot en met 2016 naar respectievelijk 28 miljoen (2014), 41 miljoen (2015) en 81 miljoen euro (2016).

Nederland had 84 ontheffingen gekregen voor de pulsvisserij om de (ecologische) effecten van de pulsvisserij wetenschappelijk te kunnen onderzoeken. Op 16 april 2019 heeft de meerderheid van het Europees parlement echter voor een Europees verbod op de pulsvisserij gestemd. In juni 2019 is door dit verbod het merendeel van de pulsontheffingen ingetrokken. Per 1 juli 2021 geldt een totaalverbod en mag de pulstechniek niet meer worden toegepast bij het vissen.

EU-verbod ondanks ecologische voordelen pulsvistechniek

In de Europese Unie is vissen met pulstechniek verboden (EU Verordening 850/98), behalve wanneer een ontheffing is verleend waarbij onder strikte voorwaarden gevist mag worden. In de zuidelijke Noordzee werd sinds 2007 een beperkte ontheffing voor puls verleend, omdat bleek dat met deze methode selectiever gevist kan worden (minder bijvangst) en de bodem aanmerkelijk minder beroerd wordt (minder schade). Op basis van deze ontheffing heeft Nederland als eerste land vergunningen uitgegeven om met puls te vissen. De pulskortechniek is met name gericht op de doelsoort tong. Nederland heeft het grootste tongquotum in verhouding tot andere lidstaten, waardoor het belang voor Nederland relatief groot is vergeleken met andere lidstaten.

Door meerdere factoren kent de pulskortechniek meer tegenstanders in Europa dan voorstanders. In meerdere andere Europese landen heerst weerstand tegen of is men terughoudend over de pulsvisserij (Haasnoot et al., 2016). Uiteindelijk heeft de stemming in het Europees parlement geleid tot een totaalverbod van deze vistechniek per 1 juli 2021. Dat terwijl de ecologische voordelen van deze visserijtechniek door wetenschappers zijn bewezen (ICES, 2020; Wageningen Marine Research, 2020) en de techniek economische voordelen en een lage milieu-impact heeft vergeleken met de traditionele manier van vissen.

Dalende vangsten en hoge gasolieprijs doen economisch rendement dalen

Na het verbod op de pulskor zijn de kotters die gericht zijn op de doelsoort Noordzeetong veelal noodgedwongen teruggevallen op de traditionele boomkortechniek. De lagere brandstofprijs maakte die terugkeer rendabel. In 2019 was de gemiddelde brandstofprijs met 0,46 euro/liter lager dan het piekjaar 2012. Mede door de coronacrisis daalde de wereldwijde olieprijs verder in 2020. In een zeer ongunstig scenario (hoge brandstofkosten, lage visprijzen) zou het berekende nettoresultaat kunnen afnemen met 11,5 miljoen euro of zelfs meer bij lage vangsten zoals de laatste twee tot drie jaar (Zaalmink et al., 2018). Na de coronacrisis heeft de energiecrisis die ontstaan is door de sancties van de EU tegenover Rusland als reactie op de oorlog in Oekraïne, de gasolie naar een historische piekprijs doen stijgen.

In 2022 waren 297 kotters in de sector actief met een geraamd nettoresultaat van -6 miljoen euro, oftewel verliesgevend. Dat is een forse daling vergeleken met een jaar eerder, toen het nettoresultaat nog positief met 4 miljoen euro was. De belangrijkste oorzaken voor dit lagere economische resultaat van de Nederlandse kottersector was minder gevangen vis en stijgende brandstofkosten.

Effecten dalende vangsten op de visbestanden

De visserij-intensiteit op schol en tong nam af, mede als gevolg van het verkleinen van de vloot door opeenvolgende saneringen. Mede hierdoor bevinden veel visbestanden, zoals schol, zich inmiddels boven het voorzorgniveau. Er wordt door biologen gesproken van een historisch groot visbestand voor de schol in de Noordzee.

Noodzaak om te innoveren, maar onzekerheid over toekomst remt investeringen

Ondanks de onzekerheid over de toekomst en de vele uitdagingen, zoals het geldende verbod op de pulsvisserij, Brexit, gesloten visserijgebieden door natuurbescherming en windparken op zee en verliesgevende resultaten, blijft het aantal actieve schepen in de Nederlandse kottervloot redelijk gelijk. Om minder kwetsbaar en afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen zijn er initiatieven vanuit de kottersector om te verduurzamen (Duurzame visserijschepen en het Visserij Innovatie Netwerk). Enkele visserijbedrijven zijn innovatieve visserijtechnieken reeds aan het verkennen, zoals de zogenoemde 'waterjet' als alternatief voor de puls (Quirijns et al., 2019) en andere nieuwe technieken. De ontwikkeling van de pulstechniek duurde voordat deze rendabel toepasbaar was echter minstens anderhalf decennium.

Aanmelden voor sanering 2022

De meerderheid van de visserijbedrijven kunnen of willen nog niet investeren in (ver)nieuw(d)e schepen, omdat het toekomstbeeld nog te onzeker is. Verduurzaming en vervanging van oude schepen zijn redenen voor nieuwbouw door familiebedrijven. Ongeveer 80% van de actieve kottervloot is ouder dan 20 jaar. Slechts 7% van de schepen is jonger dan 10 jaar (Bedrijveninformatienet, 2023). De onzekerheden worden veroorzaakt door meerdere grote uitdagingen: 1) de energiecrisis met hoge brandstofkosten in combinatie met dalende vangsten, 2) het geldende pulsverbod (intrekking van de pulsontheffingen), 3) Brexit (wel of geen toegang tot Britse wateren om te vissen), 4) het sluiten van gebieden voor visserij door aanleg van windparken, natuurbeschermende gebieden etc., 5) de aanlandplicht (Visserij in cijfers, 2023; Mol et al., 2019). Door de vele en grote uitdagingen voor de kottervisserij was er in 2022 een saneringsregeling opengesteld voor Nederlandse kottereigenaren. Van de 297 actieve kotters in 2022 hebben ongeveer 70 kotters zich aangemeld voor de sanering. Daarvan hebben uiteindelijk ongeveer 50 een definitieve aanmelding ontvangen ter goedkeuring dat het schip gesloopt kon worden met een financiële compensatie vanuit de saneringsgelden. Ter compensatie van de economische schade door de Brexit en de verlaagde visquota kunnen Nederlandse kottereigenaren een financiële vergoeding voor hun schip krijgen vanuit de Brexit Adjustment Regulation (BAR). De eigenaren laten hun kotter dan slopen en leveren hun vangstrechten in, waardoor de omvang en inzet van de kottervloot kleiner wordt. De Nederlandse overheid wil daarmee naar een duurzame kleinere kottervloot toewerken. Vangstrechten voor bepaalde visbestanden zijn afgenomen door de Brexit, waarbij het Verenigd Koninkrijk vangstquota ontvangt van de EU van 2021-2026 in ruil voor behoud van toegang tot visserijwateren van het VK (RVO, 2022). Volgens de Europese Commissie was de winstgevendheid van de Europese visserij de afgelopen jaren met name hoog gebleven door de verduurzaming in vistechnieken (Annual Economic Report, 2019).

Beleid voor verduurzaming kottervisserij

In 2020 werd de Biodiversiteitstrategie als pakketonderdeel van de Europese Green Deal gepresenteerd. Hierin is opgenomen dat 30% van de Europese wateren beschermd moet worden tegen visserij omwille van herstel van de biodiversiteit van de natuur onder water en op zee. Daarnaast verzocht de Europese Commissie de lidstaten om samen te onderzoeken hoe de bodemberoerende visserij in de Europese wateren volledig kan worden uitgefaseerd tot 2030. Dit vergroot de noodzaak voor de Europese en daarmee de Nederlandse visserij om via innovaties vistechnieken zonder bodemberoering te vinden. De noodzaak om te innoveren is daarmee groter dan ooit.

In 2030 zal de Nederlandse kottervisserij net als zoveel andere sectoren moeten voldoen aan de Europese wetgeving genaamd 'fit for 55'. Hiervoor zal de uitstoot van schadelijke emissies door de kotters met 55% gereduceerd moeten zijn. Om deze reden wordt in de maritieme scheepvaart al grondig onderzoek gedaan naar schone brandstoffen zoals waterstof, elektrische voorstuwing of biobrandstoffen.

Tegelijk zal in de komende jaren moeten blijken wat de visie vanuit de kottervisserijsector en het Europese beleid zal worden. In het Noordzeeakkoord (Noordzeeloket, 2020) wordt gesproken over subsidie waarmee een deel van de kottersector gesaneerd (stoppen als bedrijf) kan worden en over een innovatiebudget waarmee blijvers (bedrijven die niet stoppen) subsidie ter innovatie kunnen aanvragen. Het Noordzeeakkoord omvat de afspraken tussen het Rijk en stakeholderpartijen over keuzes en beleid gericht op de balans in activiteiten op de Noordzee tot 2030 en daarna.

Gemeenschappelijk visserijbeleid

Sinds 1 januari 2014 is er in de Europese Unie (EU) het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) van kracht (Europese Commissie, 2014). Ongeveer elke tien jaar wordt dit beleid herzien. Met het huidige GVB moeten de visbestanden weer op een duurzaam niveau komen, moet een einde worden gemaakt aan verspillende visserijpraktijken en worden nieuwe mogelijkheden gecreëerd voor werkgelegenheid. Om deze doelen te bereiken, wordt teruggooi (discarden) van bijvangst verboden (tot 2019 stapsgewijze invoering aanlandplicht voor gequoteerde vissoorten). Daarnaast krijgt de sector meer bevoegdheden, wordt de besluitvorming gedecentraliseerd, krijgt aquacultuur voorrang en wordt kleinschalige visserij ondersteund. Ook wordt de wetenschappelijke kennis over de visstand verbeterd en neemt de EU, in het licht van de internationale overeenkomsten, ook in buitenlandse wateren haar verantwoordelijkheid. Het huidige beleid bepaalt dat tussen 2015 en 2020 vangstbeperkingen moeten worden ingesteld die duurzaam zijn en zorgen voor het behoud van de bestanden op de lange termijn. Met de Green Deal sinds eind 2019 is de verwachting dat er nog meer aandacht vanuit Europees en nationaal beleid, wetgeving en subsidieregelingen wordt gegeven aan de klimaatdoelstellingen van Parijs. Voor visserij betekent dit dat meer natuurgebieden verboden worden voor visserij om de biodiversiteit te beschermen en verdere uitbreiding van windparken op zee. De kottervisserij zal verder moeten verduurzamen in economisch en ecologisch opzicht om toekomstbestendig te zijn.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Inzet visserijtechnieken Nederlandse kottersector

Omschrijving

Inzet van de visserij onder Nederlandse vlag in de Europese zeeën.

Verantwoordelijk instituut

Wageningen Research. Auteur: Geert Hoekstra (Wageningen Economic Research)

Berekeningswijze

Om de omvang van de inzet in de kottervisserij te bepalen, is uitgegaan van het motorvermogen van de kotters zoals geregistreerd in het Nationaal Visserij Register (NVR). De motorvermogens (gemiddeld motorvermogen per pk-klasse) zijn vermenigvuldigd met het aantal zeedagen van de kotters per pk-klasse per vistuig (=pk-dagen).

Basistabel

Wageningen Economic Research, Bedrijveninformatienet

Geografische verdeling

Inzet Nederlandse kottervisserij in Europese zeeën.

Verschijningsfrequentie

Jaarlijks

Achtergrondliteratuur

Visserij in cijfers, www.agrimatie.nl/visserij

Platform voor kennisuitwisseling visserij (2018). Vist ik het maar. Stichting Sectorraad Visserij, IJmuiden

Betrouwbaarheidscodering

C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CLO (2023). Inzet visserijtechnieken Nederlandse kottersector, 2022 (indicator 0587, versie 07, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.