Inzet visserijtechnieken Nederlandse kottersector, 2023

Sinds het begin van deze eeuw wordt er binnen de kottervisserij substantieel minder gevist én met minder impact op het bodemleven. Dit komt door een afname van de vloot (meerdere saneringsronden), minder motorvermogen en andere visserijtechnieken. Voor de eeuwwisseling werd er vooral met de traditionele boomkor gevist, maar de laatste twee decennia heeft de Nederlandse kottersector steeds meer alternatieve en innovatieve visserijtechnieken omarmd. Door een verbod van de EU op pulsvisserij is een deel van de kotters echter weer teruggevallen op de traditionele boomkor. Momenteel is er nog geen geschikt alternatief voor de gerichte visserij op tong na het verbod op de pulskortechniek. Er worden wel meerdere innovatieve ideeën getest en doorontwikkeld, maar deze zijn qua selectiviteit en economisch rendement nog lang niet zo effectief als de pulskortechniek.

Visvangsten Noordzeevisserij dalen

Sinds 2017 dalen jaarlijks de vangsten van de belangrijkste doelsoorten voor de Nederlandse Noordzeevisserij, namelijk Noordzeetong en schol. Met name de daadwerkelijke vangbaarheid van deze twee doelsoorten is afgenomen gezien de lagere aanvoervolumes door kotters op de Noordzee. De laatste vijf tot tien jaar is het belang van niet-gecontingeerde soorten (zonder vangstquota) steeds belangrijker geworden. Denk aan soorten zoals gewone pijlinktvis en rode mul. Deze soorten komen steeds vaker en breder verspreid over de Noordzee voor. Hier maakt de Noord-Europese vloot, waaronder Nederlandse kotters, dankbaar gebruik van. De vangbaarheid van platvis neemt sinds 2017 af, maar deze niet-gecontingeerde soorten zijn in het winterseizoen met hoge aanvoerprijzen een welkome aanvulling voor de economische vangstopbrengst (besomming) van de visserij. In de demersale visserij is voor kotters die de boomkorvistechniek toepassen naast schol en tong ook garnaal een belangrijke doelsoort. Hiervoor worden visserijvaartuigen van verschillende lengte en motorvermogen gebruikt. De garnalenvisserij vindt vooral plaats door kotters van veelal 18 tot soms 24 meter lang met een motorvermogen tot 300 pk (224 kW). De visserij op platvis vindt met name plaats door kotters die langer zijn dan 24 meter en een vermogen hebben van meer dan 300 pk (224 kW). 

Brandstofverbruik boomkorvistechniek is hoog

Het brandstofverbruik is hoog bij de boomkorvistechniek, vooral als er op tong en schol wordt gevist. Het vistuig, dat dicht bij de bodem voortgetrokken wordt om plat- en rondvissoorten te kunnen vangen, ondervindt veel weerstand onder water. De hoge vaar- en vissnelheden en het grote vermogen (pk), dat nodig is om het vistuig en de netten te slepen, kosten veel brandstof.
De gasolieprijs ontwikkelde zich sinds 2020 sterk: van gemiddeld 34 eurocent per liter naar 45 eurocent per liter in 2021, 88 eurocent in 2022 en afgerond 75 eurocent in 2023. Dat is een stijging van afgerond 121% in drie jaar tijd (van 2020-2023). Deze extreme stijging van de gasolieprijs was in 2022 een direct gevolg van de energiecrisis in Europa door de Rusland-Oekraïne oorlog. Daarna zijn door o.a. de onrust door oorlog(en) in het Midden-Oosten de olieprijzen op hoog niveau gebleven. De totale kosten aan gasolieverbruik bedroegen 91 miljoen euro in 2022 en 61 miljoen euro in 2023. De voornaamste reden van deze daling was een aanzienlijk lagere inzet van de Nederlandse kottervisserij door de sanering van 51 vaartuigen in 2022-2023. 
De meeste Nederlandse boomkorkotters die gericht op tong of schol vissen, kunnen winstgevend opereren bij een gasolieprijs van maximaal 45 tot 55 eurocent per liter bij redelijk tot goede vangsten en opbrengsten door verkoop. Tussen kotters kunnen de kosten- en opbrengstenstructuren echter verschillen.
In 2023 werd een economisch verlies van 3 miljoen euro geboekt door de Nederlandse kottervisserij, voornamelijk door de lagere aanvoervolumes (met name voor garnalen) en een nog steeds gemiddeld hoge gasolieprijs (Wageningen Economic Research, 2024b).

Geen toekomstperspectief voor boomkorvisserij

Behalve dat het verdienmodel van de Nederlandse kottervisserij (met name voor de boomkorvistechniek) onder druk staat, neemt in Europa ook de maatschappelijke druk op bodemberoerende visserij toe. Tegelijk staat het belang van eigen gezonde en eiwitrijke voedselproductie steeds vaker op de beleidsagenda. De visie ‘Voedsel uit zee en grote wateren’ (LNV, 2024) onderstreept het belang van gezonde mariene eiwitten uit zee. In deze visie wordt voortgebouwd op de Kottervisie (LNV, 2020). Daarin wordt een toekomst geschetst voor de Nederlandse kottervisie. Behalve dat er schepen gesaneerd worden, zal er ook ruimte en perspectief moeten worden geboden aan de vissers die in aangepaste vorm door willen. Via innovatie en wendbaarheid wordt een toekomst voor de Nederlandse visserij voorzien. Eerder werd al in een door het ministerie van LNV ingestelde Taskforce Duurzame Noordzeevisserij in 2006 tot de conclusie gekomen dat er voor de boomkorvisserij geen toekomstperspectief meer is. Door de teruglopende vangsten en gedaalde vangstquota, maar ook door de gestegen brandstofprijzen, was deze vorm van visserij op de Noordzee nauwelijks winstgevend. 
Nederland heeft de afgelopen jaren daarom veel geïnvesteerd in de verduurzaming van de visserijvloot. Tot enkele jaren terug visten Nederlandse grote kotters (2.000 pk) vooral met boomkortuigen op platvis. Hierbij worden wekkerkettingen over de zeebodem gesleept, waardoor de vissen op de bodem opschrikken en in het net belanden. Met de wekkerketting is er meer contact met de bodem, wordt er vaak met meer motorvermogen en hogere snelheden gevist en is er meer bijvangst. Ook zijn de brandstofkosten met deze vismethode hoog. 

De laatste vijf tot tien jaar wordt ingezet op lichtere vistuigen om brandstof te besparen, maar ook vanwege visserij op andere doelsoorten. Het gaat dan bijvoorbeeld om de eerder genoemde niet-gecontingeerde soorten, zoals de gewone pijlinktvis en rode mul in het winterseizoen. Deze soorten worden gevangen met de flyshoot (snurrevaad) of bordenvistechniek. 

Voortdurend aanpassingen in vistechnieken

In de afgelopen decennia zijn in de Nederlandse visserij voortdurend aanpassingen te zien in vistechnieken. De grafiek hierboven laat zien dat de boomkortechniek voor platvis lange tijd was vervangen door in eerste instantie SumWing (een boomkortuig waarbij de ‘boom’ is vervangen door een hydrodynamische vleugel, oftewel ‘Wing’) en vervolgens door de pulstechniek (vooral gericht op tong). Daarnaast heeft overschakeling naar twinrig- en quadrigvisserij (bordenvisserij gericht op schol of langoustine, ook wel Noorse kreeftjes genoemd, en garnalen) plaatsgevonden (vistak ‘Diversen’). Bij deze twee technieken worden door middel van twee (scheer)borden in het water achter het schip twee (‘twin rig’) of vier netten (‘quad rig’) opengehouden, die in het midden gekoppeld zijn door één centrumgewicht. De traditionele boomkor vist vaak met een enkel net per tuig. Met de twinrig wordt veel lichter gevist, doordat er meestal geen wekkerkettingen op de bodem worden gebruikt. Dit resulteert in relatief minder bodemberoering. Daarnaast zijn de netten lichter ondanks dat deze groter zijn dan bij de traditionele boomkorvisserij en kan er met lagere snelheid worden gevist. Dit alles resulteert in een lager brandstofverbruik.

Door pulsverbod weer meer boomkorvisserij

In 2008 werd 77% van de totale inzet van de kottervloot bepaald door boomkorvisserij op platvis. In 2017 was dit nog 7%. Puls en SumWing waren in 2017 goed voor 59% en 10% van de totale vlootinzet. Sinds 2018 valt de SumWing-techniek onder puls, wat verklaart dat deze niet langer zichtbaar is in de figuur. Uit de visserij-inzetcijfers 2023 wordt duidelijk zichtbaar dat veel pulsvissers noodgedwongen moesten terugschakelen naar de boomkorvistechniek. Puls (inclusief SumWing) is na 2021 geheel verboden en komt om die reden op 0% van de totale inzet van Nederlandse kotters in 2022 en 2023. De boomkor daartegen bleef dominant met 63% van de totale vlootinzet in 2023. De laatste jaren is het aantal schepen onder Nederlandse vlag dat met de flyshoot-techniek vist beperkt (circa 10-20 schepen), doordat er een beperkt aantal vergunningen is afgegeven voor deze visserij in het Kanaal (Zuidelijke Noordzee). Met de flyshoot-techniek wordt het net met kabels op een dusdanige wijze voortgetrokken, dat naast bodemvis, zoals schol, rode poon en mul, ook inktvis en makreel gevangen kan worden. In de Nederlandse kottervloot is steeds vaker een combinatie van flyshoot en twinrig te zien. Bij het einde van het (winter)seizoen of bij tegenvallende vangsten of prijzen met de flyshoot-techniek kan worden omgeschakeld naar de twinrig-vistechniek (behorend tot de bordenvistechniek).

Door sanering inzet Nederlandse kottervisserij gedaald

De visserij-inzet wordt uitgedrukt in pk-dagen. Dit is het aantal zeedagen van kotters vermenigvuldigd met het motorvermogen. De laatste tien jaar fluctueerde de visserij-inzet tussen minimaal 33 miljoen (2015) en maximaal 41 miljoen (2018) pk-dagen. De sanering van 51 kotters (met name platviskotters) was de voornaamste reden dat de totale inzet van de Nederlandse kottervisserij daalde in 2023. De samenstelling van de Nederlandse kottervloot bestond uit gemiddeld 216 actieve kotters in 2023, waarvan zo’n 140-150 garnalenkotters. De inzet in de garnalenvisserij was met afgerond 4 miljoen pk-dagen in 2023 zo’n 19% lager dan het jaar eerder. De garnalen lieten zich moeilijk vangen, waardoor de vissers uit kostenbesparing minder inzet pleegden. De garnalenvisserij wordt vooral in de kustwateren toegepast, waarbij met lichte, fijnmazige boomkornetten over de bodem wordt gesleept. Deze inzet uitgedrukt in pk-dagen is ondanks het grote aantal (140-150 vaartuigen) relatief laag, omdat in deze visserij van kleine kotters (≤300 pk) gebruik wordt gemaakt. Voor de garnalenvisserij geldt net als voor de landbouw de beperking van de stikstofwetgeving. Alleen als aangetoond kan worden dat er niet meer dan de toegestane stikstof wordt uitgestoten door de garnalenkotters binnen de Natura-2000 gebieden (zoals de Waddenzee), kan de overheid de vergunningen afgeven (Wet natuurbescherming) om hier te vissen. Momenteel geldt er een gedoogbeleid vanuit de overheid doordat de termijn van aanpassingen aan de motoren voor reductie in stikstofuitstoot als te kort wordt beschouwd door vissers en het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.

Pulskor trok de kottersector tijdelijk uit het slob

Nederland is al vele jaren bezig met innoveren. De noodzaak was begin jaren twintig hoog, vooral door een stijgende gasolieprijs. Bij een stijgende brandstofprijs (zoals in 2012 naar 0,66 euro/liter gasolie) kan besparing het verschil maken tussen winst of verlies voor een familiebedrijf met een kotter. Binnen de Nederlandse kottervloot die gericht is op platvis (met name tong) was een transitie gaande van boomkor naar de innovatieve pulsvisserij. Het voordeel van deze techniek was minder bodemberoering, minder bijvangst en lager energieverbruik (ca. 40-50%) dan de boomkortechniek (Oostenbrugge, Van, et al., 2018). 
Sinds 2014 kende de Nederlandse visserij mede door de overgang naar pulskor weer positieve economische rendementen. Met name 2016 was een jaar van historische hoge economische resultaten. Waar in eerdere jaren het nettoresultaat van de actieve kottervloot marginaal tot negatief was, steeg deze in 2014 tot en met 2016 naar respectievelijk 28 miljoen (2014), 41 miljoen (2015) en 81 miljoen euro (2016).

Nederland had 84 ontheffingen gekregen voor de pulsvisserij om de (ecologische) effecten van de pulsvisserij wetenschappelijk te kunnen onderzoeken. Op 16 april 2019 heeft de meerderheid van het Europees parlement echter voor een Europees verbod op de pulsvisserij gestemd. In juni 2019 is door dit verbod het merendeel van de pulsontheffingen ingetrokken. Per 1 juli 2021 geldt een totaalverbod en mag de pulstechniek niet meer worden toegepast bij het vissen.

EU verbod ondanks ecologische voordelen pulsvistechniek

In de Europese Unie is vissen met pulstechniek verboden (EU Verordening 850/98) behalve wanneer een ontheffing is verleend waarbij onder strikte voorwaarden gevist mag worden. In de zuidelijke Noordzee werd sinds 2007 een beperkte ontheffing voor puls verleend, omdat bleek dat met deze methode selectiever gevist kan worden (minder bijvangst) en de bodem aanmerkelijk minder beroerd wordt (minder schade). Op basis van deze ontheffing heeft Nederland als eerste land vergunningen uitgegeven om met puls te vissen. De pulskortechniek is met name gericht op de doelsoort tong. Nederland heeft het grootste tongquotum in verhouding tot andere lidstaten, waardoor het belang voor Nederland relatief groot is vergeleken met andere lidstaten.

Door meerdere factoren kent de pulskortechniek meer tegenstanders in Europa dan voorstanders. In meerdere andere Europese landen heerst weerstand tegen of is men terughoudend over de pulsvisserij (Haasnoot et al., 2016). Uiteindelijk heeft de stemming in het Europees parlement geleid tot een totaalverbod van deze vistechniek per 1 juli 2021. Dat terwijl de ecologische voordelen van deze visserijtechniek door wetenschappers zijn bewezen (Boute et al, 2024; Rijnsdorp et al, 2024; ICES, 2020; Wageningen Marine Research, 2020) en de techniek economische voordelen en een lage milieu-impact heeft vergeleken met de traditionele manier van vissen met de boomkortechniek.

Dalende vangsten en hoge gasolieprijs doen economisch rendement dalen

Na het verbod op de pulskor zijn de kotters die gericht zijn op de doelsoort Noordzeetong veelal noodgedwongen teruggevallen op de traditionele boomkortechniek. De lagere brandstofprijs maakte die terugkeer rendabel. In 2019 was de gemiddelde brandstofprijs met 0,46 euro/liter lager dan het piekjaar 2012. Mede door de coronacrisis daalde de wereldwijde olieprijs verder in 2020. In een zeer ongunstig scenario (hoge brandstofkosten, lage visprijzen) zou het berekende nettoresultaat kunnen afnemen met 11,5 miljoen euro of zelfs meer bij lage vangsten zoals de laatste twee tot drie jaar (Zaalmink et al., 2018). Na de coronacrisis heeft de energiecrisis die ontstaan is door de sancties van de EU tegenover Rusland als reactie op de oorlog in Oekraïne, de gasolie naar een historische piekprijs doen stijgen. De oorlog in Gaza met onrust in het Midden-Oosten hield de olieprijs op een hoog niveau in 2023.

In 2023 waren gemiddeld 216 kotters actief in de sector met een geraamd nettoresultaat van -3 miljoen euro, oftewel verliesgevend. Dat is een forse daling vergeleken met een jaar eerder, toen het nettoresultaat nog positief met 4 miljoen euro was. De belangrijkste oorzaken voor dit lagere economische resultaat van de Nederlandse kottersector was minder gevangen vis (waaronder garnalen) en stijgende brandstofkosten. 

Effecten dalende vangsten op de visbestanden

De visserij-intensiteit op schol en tong nam af, mede als gevolg van het verkleinen van de vloot door opeenvolgende saneringen. Mede hierdoor bevinden veel visbestanden zoals schol zich inmiddels boven het voorzorgniveau. Er wordt door biologische wetenschappers gesproken van een historisch groot visbestand voor de schol in de Noordzee.

Noodzaak om te innoveren, maar onzekerheid over toekomst remt investeringen

In 2022-2023 vond een sanering plaats van 51 kotters. De onzekerheid over de toekomst en de vele uitdagingen doen enerzijds de noodzaak om te innoveren toenemen, maar anderzijds remmen ze investeringen doordat de terugverdienperiode moeilijk is in te schatten.Uitdagingen zijn onder andere het geldende verbod op de pulsvisserij, Brexit, gesloten visserijgebieden door natuurbescherming en windparken op zee en verliesgevende resultaten. Daarnaast is er onzekerheid of het vissen in Natura-2000 gebieden (zoals Waddenzee en deltagebieden) in de nabije toekomst is toegestaan in verband met discussie over stikstofuitstoot. Nu is er tijdelijk een gedoogbeleid voor de garnalenvisserij waardoor er geen besluit hoeft te worden genomen of de vereiste Wet Natuurbeschermingsvergunning (Wnb) wel of niet opnieuw wordt afgegeven aan vissers. Blijkt na de gedoogsituatie dat de Wnb-vergunning niet langer kan worden afgegeven door een te grote milieubelasting (o.a. door stikstof) door de visserij in Natura-2000 gebieden, dan is de visserij daar niet langer toegestaan. Daarmee zou de garnalenvisserij vrijwel geheel moeten stoppen. Om minder kwetsbaar en afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen zijn er initiatieven vanuit de kottersector om te verduurzamen (Duurzame visserijschepen en Visserij Innovatie Netwerk). Verduurzaming en vervanging van oude schepen zijn redenen voor nieuwbouw door familiebedrijven. Ongeveer 82% van de actieve kottervloot is ouder dan 20 jaar. Slechts 9% van de schepen is jonger dan 10 jaar (Wageningen Economic Research, 2024a). Enkele visserijbedrijven zijn innovatieve visserijtechnieken reeds aan het verkennen als alternatief voor de puls (Quirijns et al., 2019) en andere nieuwe technieken. De ontwikkeling van de pulstechniek duurde echter minstens anderhalf decennium, voordat deze rendabel toepasbaar was.

Beleid voor verduurzaming kottervisserij

In 2020 werd de Biodiversiteitstrategie als pakketonderdeel van de Europese Green Deal gepresenteerd. Hierin staat opgenomen dat 30% van de Europese wateren beschermd moet worden tegen visserij omwille van herstel van de biodiversiteit van de natuur onder water en op zee. Daarnaast verzocht de Europese Commissie de lidstaten om samen te onderzoeken hoe de bodemberoerende visserij in de Europese wateren volledig kan worden uitgefaseerd tot 2030. Dit vergroot de noodzaak voor de Europese en daarmee de Nederlandse visserij om via innovaties vistechnieken zonder bodemberoering te vinden. De noodzaak om te innoveren is daarmee groter dan ooit.

In 2030 zal de Nederlandse kottervisserij net als zoveel andere sectoren moeten voldoen aan de Europese wetgeving genaamd ‘fit for 55’. Hiervoor zal de uitstoot van schadelijke emissies door de kotters met 55% gereduceerd moeten zijn. Om deze reden wordt in de maritieme scheepvaart al grondig onderzoek gedaan naar schone brandstoffen zoals waterstof, elektrische voorstuwing of biobrandstoffen. Tegelijk zal in de komende jaren moeten blijken wat de visie vanuit de kottervisserijsector en het Europese beleid zal worden. Het Noordzeeakkoord omvat de afspraken tussen het Rijk en stakeholderpartijen over keuzes en beleid gericht op de balans in activiteiten op de Noordzee tot 2030 en daarna.

Gemeenschappelijk visserijbeleid

Sinds 1 januari 2014 is er in de Europese Unie (EU) het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) van kracht (Europese Commissie, 2014). Ongeveer elke tien jaar wordt dit beleid herzien. Met het huidige GVB moeten de visbestanden weer op een duurzaam niveau komen, moet een einde worden gemaakt aan verspillende visserijpraktijken, en worden nieuwe mogelijkheden gecreëerd voor werkgelegenheid. Om deze doelen te bereiken, wordt teruggooi (discarden) van bijvangst verboden (tot 2019 stapsgewijze invoering aanlandplicht voor gequoteerde vissoorten). Daarnaast krijgt de sector meer bevoegdheden, wordt de besluitvorming gedecentraliseerd, krijgt aquacultuur voorrang en wordt kleinschalige visserij ondersteund. Ook wordt de wetenschappelijke kennis over de visstand verbeterd en neemt de EU, in het licht van de internationale overeenkomsten, ook in buitenlandse wateren haar verantwoordelijkheid. Het huidige beleid bepaalt dat tussen 2015 en 2020 vangstbeperkingen moeten worden ingesteld die duurzaam zijn en zorgen voor het behoud van de bestanden op de lange termijn. 

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Inzet visserijtechnieken Nederlandse kottersector

Omschrijving

Inzet van de visserij onder Nederlandse vlag in de Europese zeeën.

Verantwoordelijk instituut

Wageningen Research. Auteur: Geert Hoekstra (Wageningen Economic Research)

Berekeningswijze

Om de omvang van de inzet in de kottervisserij te bepalen, is uitgegaan van het motorvermogen van de kotters zoals geregistreerd in het Nationaal Visserij Register (NVR). De motorvermogens (gemiddeld motorvermogen per pk-klasse) zijn vermenigvuldigd met het aantal zeedagen van de kotters per pk-klasse per vistuig (=pk-dagen).

Basistabel

Wageningen Economic Research, Bedrijveninformatienet

Geografische verdeling

Inzet Nederlandse kottervisserij in Europese zeeën.

Verschijningsfrequentie

Jaarlijks

Achtergrondliteratuur

Visserij in cijfers, www.agrimatie.nl/visserij

Betrouwbaarheidscodering

C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CLO (2024). Inzet visserijtechnieken Nederlandse kottersector, 2023 (indicator 0587, versie 08, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.