Gemiddeld kindertal per vrouw, 2000-2009
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
In 2009 is het gemiddeld kindertal per vrouw in Nederland 1,8. Onder niet-westerse vrouwen van de tweede generatie is het geboortecijfer tussen 2000 en 2009 flink gedaald. Tienermoeders in Nederland hebben relatief vaak een Caribische achtergrond.
Kindertal niet-westers allochtone vrouwen daalt snel
Sinds 2005 schommelt het jaarlijks aantal geboorten in Nederland rond de 185.000. Ook de gemiddelde leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen, ligt al enkele jaren op 29,4 jaar. Het totaal vruchtbaarheidscijfer, bij benadering het gemiddeld kindertal per vrouw, is sinds 2005 wel iets opgelopen, van 1,71 naar 1,80.
Hoewel de geboorteaantallen maar weinig zijn veranderd, hebben zich wel relatief grote veranderingen voorgedaan in het vruchtbaarheidspatroon van niet-westers allochtone vrouwen. Onder autochtone vrouwen zijn de geboortecijfers op vrijwel alle leeftijden iets gestegen, terwijl bij niet-westers allochtone vrouwen vooral op jongere leeftijden een sterke daling optrad. Niet-westerse vrouwen van de tweede generatie hebben hierin een grote rol gespeeld. In het algemeen lijken hun geboortecijfers meer op die van autochtone vrouwen dan op die van de eerste generatie.
Onder de grootste niet-westerse herkomstgroepen zijn vooral de geboortecijfers van Marokkaanse en Turkse vrouwen fors gedaald. Ook bij hen was dit vooral het geval bij jongere vrouwen van de tweede generatie. Zo daalde tussen 2000 en 2009 het aantal geboorten per duizend 20- tot 25-jarige vrouwen onder de Marokkanen van 124 naar 66, en onder de Turken van 129 naar 51.
Relatief veel tienermoeders met een Caribische achtergrond
Tienermoeders zijn in Nederland relatief zeldzaam. In 2009 kregen ruim 5 per duizend meisjes jonger dan 20 jaar een kind. In de VS is het geboortecijfer van tieners ongeveer acht keer zo hoog als in ons land. Binnen Europa telt alleen Zwitserland naar verhouding minder tienermoeders. Toch zijn er nog steeds grote verschillen tussen de verschillende herkomstgroepen in ons land. Vooral meisjes met een Caribische achtergrond worden relatief vaak tienermoeder. In 2009 kregen 39 per duizend op de Antillen geboren meisjes van 15 tot 20 jaar een kind. Dit cijfer is ongeveer tien keer zo hoog als dat voor autochtone meisjes.
Bronnen
- CBS (2011). Statline: Geboorte; kerncijfers vruchtbaarheid, leeftijd moeder (31 december), regio. CBS, Den Haag.
Relevante informatie
- Bevolkingsgroei, 2016-2024
- Meer gegevens over de demografische samenstelling, en prognoses van de ontwikkeling van de bevolking is te vinden in de databank StatLine van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Vruchtbaarheid, 2000-2009
- Omschrijving
- Het gemiddeld kindertal per vrouw kan worden opgevat als het gemiddelde aantal kinderen dat een vrouw krijgt indien de in een bepaald jaar waargenomen leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers gedurende haar gehele leven zouden gelden.
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- Berekeningswijze
- Som van leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers. Het leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfer wordt berekend door het aantal levendgeboren kinderen dat uit vrouwen in een bepaalde leeftijdsgroep in 2009 wordt geboren te delen door het gemiddeld aantal vrouwen in die leeftijdsgroep in 2009.
Leeftijd van de moeder wordt berekend als geboortejaar van het kind minus geboortejaar van de moeder (= leeftijd van de moeder op 31 december 2009). - Basistabel
- Geboorte, vruchtbaarheid en leeftijd moeder:Geboorte: kerncijfers vruchtbaarheid, leeftijd moeder (31 december), regio
- Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- Levendgeborene: kind dat na de geboorte enig teken van leven heeft vertoond ongeacht de zwangerschapsduur.
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Zie voor de methodenbeschrijving de onderzoeksbeschrijving van de bevolkingsstatistiek.
- Betrouwbaarheidscodering
- A (Integrale enquête)
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2011). Gemiddeld kindertal per vrouw, 2000-2009 (indicator 2110, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.