Werken binnen bestaand bebouwd gebied, 2000 - 2012

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Meer dan de helft van de uitbreiding van de bedrijfsvestigingen ligt binnen het bestaand bebouwd gebied van 2000. In de periode 2006-2012 is dit zelfs driekwart. Het aantal arbeidsplaatsen fluctueert. Hierbij valt op dat een afname van arbeidsplaatsen zich vooral binnen het bebouwd gebied voordoet terwijl tegelijkertijd buiten het bebouwd gebied het aantal arbeidsplaatsen toeneemt.

Bedrijfsvestigingen binnen bestaand bebouwd gebied

De Nota Ruimte stelde als streefwaarde dat ten minste 40 procent van de nieuwe stedelijke ontwikkeling binnen het bestaand bebouwd gebied zou moeten plaatsvinden. Dit doel is losgelaten met de inwerkingtreding van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR).
Het aantal bedrijfsvestigingen laat een gestage groei zien. Deze wordt mede veroorzaakt door de opkomst van veel nieuwe eenmanszaken. Meer dan de helft van de uitbreiding van de bedrijfsvestigingen ligt binnen het bestaand bebouwd gebied van 2000. In de periode 2006-2012 is dit zelfs driekwart. Alleen in de provincie Overijssel in de periode 2002-2004 en in de provincie Zeeland in de periode 2010 - 2012 is het aandeel extra vestigingen kleiner dan de streefwaarde van 40 procent. De hoge aandelen extra vestigingen binnen bebouwd gebied in de periode 2000-2002 worden veroorzaakt door nieuwe vestigingen op uitleglocaties. Doordat de begrenzing van bebouwd gebied in 2000 is vastgesteld, lagen ook deze nieuwbouwlocaties die in uitvoering zijn, binnen deze grens.

Arbeidsplaatsen binnen bestaand bebouwd gebied

De ontwikkeling van de bedrijvigheid is conjunctuurgevoelig, waardoor het aantal arbeidsplaatsen fluctueert. Hierbij valt op dat een afname van arbeidsplaatsen zich vooral binnen het bebouwd gebied voordoet. Het aantal arbeidsplaatsen buiten bebouwd gebied is in de periode 2000 - 2012 steeds toegenomen.

Beleidsdoelstellingen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De minister van IenM heeft aan de Tweede Kamer toegezegd ook de doelen uit de Nota Ruimte die in de SVIR zijn losgelaten, te blijven monitoren. Het gaat hierbij om beleid waarvan de minister tijdens de Kamerbehandeling van de ontwerp-Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte expliciet heeft aangegeven dat het niet is gedecentraliseerd, maar is 'losgelaten'. Het beleid is niet expliciet overgedragen aan de decentrale overheden, daardoor staat het hen vrij dit beleid te continueren dan wel te wijzigen of te beëindigen. Het betreft hier dan ook nadrukkelijk een indicator van losgelaten rijksbeleid, en niet van beleid van andere overheden. Voor het monitoren van dit losgelaten rijksbeleid is gebruik gemaakt van bestaande indicatoren uit de voormalige Monitor Nota Ruimte die, vaak in gewijzigde vorm, zijn geactualiseerd. Het gaat om indicatoren op het gebied van verstedelijking (bundeling en verdichting) en open ruimte en landschap (ruimtelijke ontwikkelingen in Rijksbufferzones en Nationale Landschappen).

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Aandeel uitbreiding van werken (bedrijfsvestigingen en arbeidsplaatsen) binnen het bebouwd gebied van 2000, 2000-2012
Omschrijving
Het aandeel uitbreiding bedrijfsvestigingen en arbeidsplaatsen binnen bebouwd gebied 2000 tussen 2000 en 2012 uitgesplitst naar provincies.
Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)
Berekeningswijze
Bedrijfsvestigingen uit het LISA-vestigingenregister zijn via een koppeling met adrescoördinaten Nederland (ACN) en basisregister adressen en gebouwen (BAG) van coördinaten voorzien. Vervolgens is de ligging ten opzichte van bestaand bebouwd gebied 2000 bepaald. Verandering van aantallen binnen en buiten bebouwd gebied zijn berekend en de aandelen binnen bebouwd gebied per provincie.
Basistabel
LISA vestigingenregister
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
Als gevolg van historische correcties in de LISA-database, wijken de gegevens af van in eerdere versies van deze indicator gepresenteerde cijfers.Ook is een herziene begrenzing van het bebouwd gebied 2000 gebruikt (gebaseerd op het gecorrigeerde CBS bestand bodemgebruik 2000 dat tegelijk met het bestand bodemgebruik 2003 is gepubliceerd).Doordat in dit indicatorblad een andere periode wordt beschouwd dan in de studie van Nabielek et al, levert dit andere resultaten. Ook is de gebruikte positiebepaling van bedrijfsvestigingen (adres versus postcode) anders.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CLO (2014). Werken binnen bestaand bebouwd gebied, 2000 - 2012 (indicator 2013, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.