Kwaliteit specifieke verontreinigende stoffen KRW, 2019

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De kwaliteit van het oppervlaktewater op basis van de specifieke verontreinigende stoffen voldoet aan de normstelling in 15% van de waterlichamen. Een onvoldoende kwaliteit wordt vaak veroorzaakt door één of enkele stoffen die niet aan de norm voldoen.

Methode beoordeling waterkwaliteit KRW

In de KRW-beoordeling zijn twee kwaliteitselementen voor toxische stoffen: de chemische kwaliteit, waarvoor de normen op Europees niveau zijn vastgesteld als zelfstandige doelen, en de kwaliteit van de 'specifieke verontreinigende stoffen' waarvoor de normen op Nationaal niveau zijn vastgesteld als ondersteunende parameters voor de ecologische kwaliteit. Dit overzicht betreft de kwaliteit van de 'specifieke verontreinigende stoffen'. Dit kwaliteitselement wordt door ongeveer 75 stoffen bepaald. In Nederland betreft dit de Nationale lijst die voor alle stroomgebieden en is afgestemd met de andere landen

Beoordeling oppervlaktewater voor de specifieke verontreinigende stoffen

Het kwaliteitselement van de specifieke verontreinigende stoffen voldoet bij 2% van de waterlichamen aan de gestelde doelen. Van de ongeveer 75 stoffen van dit kwaliteitselement geven 39 stoffen nooit een overschrijding, een klein deel van de stoffen geeft de meeste overschrijdingen.
Een groot aantal stoffen zijn bestrijdingsmiddelen, zoals imidacloprid. Deze stof geeft bij 20% van de beoordeelde waterlichamen een overschrijding. De eerste drie stoffen in de tabel, die in geen enkel waterlichaam aan de norm voldoen, worden maar op een beperkt aantal waterlichamen gemeten. Een betere meetinspanning of een andere aggregatie van meetpunten naar waterlichamen zou een ander resultaat kunnen geven.
Bij 2% van de waterlichamen voldoen alle beoordeelde stoffen, bij 30% van de waterlichamen zorgen één of twee stoffen voor een overschrijding. Bij 30% van de waterlichamen geven vijf of meer stoffen een overschrijding. Het maximaal aantal stoffen met een overschrijding van de norm is 11 stoffen wat bij 3 waterlichamen voorkomt, dit zijn kanalen en vaarten in de Noordoostpolder. De stoffen die soms een overschrijding van de norm geven of in 2009 hadden, met het percentage van de waterlichamen waar ze voldoen, zijn:

  percentage
codenaam 20092019 
dmtndeltamethrinn.b.0 
esfvlrtesfenvaleraatn.b.0 
lcyhltnlambda-cyhalothrinn.b.0 
Cokobalt8421 
Seseleenn.b.23 
NH4ammonium5931 
Agzilver10045 
Uuranium9950 
Asarseen10058 
Znzink5863 
BaAbenzo(a)antraceen9473 
Chrchryseen10078 
imdcpdimidacloprid8980 
C1yazfsmethylazinfos9784 
Babarium6084 
C1yprmfsmethylpirimifosn.b.89 
carbdzmcarbendazim089 
Bboor9995 
linrnlinuron9895 
pyrdbnpyridabenn.b.97 
Tlthallium8698 
abmtneabamectine10098 
C2yazfsethylazinfos9998 
Tazfstriazofos9798 
terC4yazneterbutylazinen.b.98 
Cukoper3999 
metlClmetolachloor9399 
C1ymsfrnmethyl-metsulfuron10099 
fenamfsfenamifos10099 


n.b.: niet bekend

Trends van de specifieke verontreinigende stoffen

De beoordeling van de specifieke verontreinigende stoffen geeft ten opzichte van 2009 een groter aantal overschrijdingen van de norm: zowel bij meer stoffen als bij meer waterlichamen wordt de norm overschreden. Dit patroon was al gesignaleerd in 2015, en lijkt opnieuw op te treden. Toch betekent dat niet automatisch dat de waterkwaliteit daadwerkelijk achteruit gaat. Er zijn verschillende redenen voor dit verschil:
Er zijn wijzigingen doorgevoerd in de stoffenlijst. In bovenstaande tabel is te zien dat een aantal stoffen in 2009 nog niet op de lijst voorkwam, weergegeven als 'niet bekend'.
Er zijn normen aangepast, maar het is onbekend welk effect dit heeft gehad (kan leiden tot meer of minder overschrijdingen).
Vooral voor de nieuwere metalen, zoals kobalt en seleen is de meetinspanning en daarmee het aantal beoordeelde waterlichamen flink toegenomen, maar dat heeft wel tot meer geregistreerde normoverschrijdingen geleid.
Bovenstaande redenen verhinderen het trekken van conclusies over de langjarige trend van het aantal overschrijdingen en het aantal overschrijdende stoffen.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Kwaliteit specifieke verontreinigende stoffen volgens KRW, 2019
Omschrijving
De beoordeling van de kwaliteit van het oppervlaktewater in de KRW is opgebouwd uit een aantal kwaliteitselementen. Hier is een overzicht gepresenteerd van het kwaliteitselement van de specifieke verontreinigende stoffen. De gepresenteerde resultaten zijn van de resultaten van 2019 en gebaseerd op data van 2015-2018.
Verantwoordelijk instituut
PBL
Berekeningswijze
De beoordeling is onderdeel van de KRW evaluatie, zoals vastgelegd door de Europese Commissie. EC (2000). Directive 2000/60/EC of the European Parliament and of the Council establishing a framework for community action in the field of water policy. Brussels, European Community.De normen van de KRW voor de stoffen zijn te vinden op: http://www.rivm.nl/rvs/
Basistabel
Beoordeling van de waterlichamen voor alle maatlatten. Tussentijdse resultaten afkomstig van http://www.waterkwaliteitsportaal.nl/.De beoordelingen zijn gebaseerd op metingen van 2015-2018.
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
In 2021 is de volgende rapportage gepland.
Achtergrondliteratuur
-IenM, 2015. Stroomgebiedbeheerplannen Eems. Ministerie van Infrastructuur en Milieu
-IenM, 2015. Stroomgebiedbeheerplannen Maas. Ministerie van Infrastructuur en Milieu
-IenM, 2015. Stroomgebiedbeheerplannen Rijndelta. Ministerie van Infrastructuur en Milieu
-IenM, 2015. Stroomgebiedbeheerplannen Schelde. Ministerie van Infrastructuur en Milieu
-Puijenbroek, P. van (2014), De kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater beoordeeld volgens de Kaderrichtlijn Water (KRW), PBL, Den Haag.
Betrouwbaarheidscodering
Dit zijn de resultaten van de Stroomgebiedbeheerplannen, zoals gerapporteerd aan de Europese Unie.

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CLO (2020). Kwaliteit specifieke verontreinigende stoffen KRW, 2019 (indicator 1567, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.