Ledenaantal particuliere natuur- en milieu-organisaties
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Het aantal leden van particuliere natuurorganisaties is sinds 1990 fors toegenomen; sommige organisaties groeien nog steeds, anderen krimpen enigszins.
De rol van natuurbeschermingsorganisaties
Particuliere natuurbeschermingsorganisaties spelen in Nederland een grote rol bij het beheer van natuurgebieden en het vormen van maatschappelijk draagvlak voor natuur en landschap. Het veiligstellen van natuur via aankoop en beheer blijkt het grootste publiek aan te spreken, want de drie hierop gerichte organisaties trekken samen 87% van de op natuur georiënteerde donateurs. De Vereniging Natuurmonumenten en de gezamenlijke Provinciale Landschappen richten zich op aankoop en beheer van Nederlandse natuur, het Wereld Natuur Fonds richt zich op de wereldwijde natuur.
Ledenaantallen
Natuurmonumenten en het WNF hebben de steun van resp. 12 en 11% van de Nederlandse huishoudens, Greenpeace is een goede derde met 8%. De Provinciale Landschappen worden door ruim 4% van de Nederlandse huishoudens gesteund.
Alle organisaties voor natuur-, milieu- en dierenbescherming tezamen hebben in 2007 bijna
4 miljoen leden. De organisaties die zich primair op de natuur richten, waarvan hier 53 zijn opgenomen, hebben meer aanhang dan het totaal van de organisaties die zich vooral richten op milieu (14 organisaties, gedomineerd door Greenpeace) of dierenwelzijn (19 organisaties, voornamelijk de Dierenbescherming en het Internationaal Dierenfonds IFAW).
Trends in de ledenaantallen
In de jaren 90 groeide de aanhang van de grotere natuurorganisaties sterk, maar na het jaar 2000 veranderde dit. Sindsdien ligt de aanhang van de Vogelbescherming vrij stabiel op hetzelfde aantal. Vanaf 2002 is de aanhang van Natuurmonumenten zelfs dalende, al lijkt het ledenaantal zich nu te stabiliseren. De aanhang van het WNF neemt daarentegen nog steeds flink toe, en de Provinciale Landschappen vertonen vanaf 1990 een opmerkelijk constante groei die nog onverminderd aanhoudt.
Relevante informatie
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Ledenaantal particuliere natuur- en milieu-organisaties
- Omschrijving
- De ledenaantallen van natuurbeschermingsorganisaties sinds begin jaren 90 en de ledenaantallen van veel van dit type organisaties in 2007.
- Verantwoordelijk instituut
- PBL.
- Berekeningswijze
- De informatie is afkomstig van de ledenadministraties van de Vereniging Natuurmonumenten, het WNF, De Landschappen (het samenwerkingsverband van de 12 Provinciale Landschappen), de Vogelbescherming, Greenpeace, Dierenbescherming en IFAW. Van het WNF zijn alleen de volwassen leden meegeteld, daarnaast heeft het WNF nog 114.000 jeugdleden, de "WNF-Rangers" en de Bamboeclub, en 68.000 structurele giftgevers.De overige ledenaantallen zijn overgenomen uit de Vroege Vogels Parade van de VARA. Er zijn afwijkingen mogelijk tussen de voornoemde ledenadministraties en de gegevens van de Vroege Vogels Parade, omdat de gegevens uit de Parade schattingen zijn die een maand voor het einde van het jaar worden gemaakt.
- Basistabel
- Specifiek voor het MNC samengesteld.
- Geografische verdeling
- Nederland als geheel.
- Andere variabelen
- Geen.
- Verschijningsfrequentie
- Eens per jaar.
- Achtergrondliteratuur
- Jaarverslagen van 2007 van Greenpeace, de Vereniging Natuurmonumenten, de Vogelbescherming, het Wereld Natuur Fonds en de Dierenbescherming.
- Betrouwbaarheidscodering
- A2-C2. Voor Natuurmonumenten, het WNF, de Vogelbescherming en de Provinciale Landschappen, de Dierenbescherming en Greenpeace is dit het aantal, opgegeven in hun jaaroverzichten of uit hun ledenadministraties. Voor de overige organisaties is het een schatting waarvan de betrouwbaarheid per organisatie verschilt.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2008). Ledenaantal particuliere natuur- en milieu-organisaties (indicator 1281, versie 07, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.