Broedvogels en dichtgroeien van moerassen
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Broedvogels in moerassen veranderen gemiddeld genomen niet in aantal broedparen. Maar de samenstelling van de vogelstand verandert wel, vooral door het dichtgroeien van moerassen.
Ontwikkeling
De broedvogels van moeras-ecosystemen komen gemiddeld in 1990 net zoveel voor als rond 1950. Ook na 1990 blijft de soortgroep min of meer stabiel. De samenstelling is echter wel veranderd. Een aantal rietsoorten is sinds 1950 achteruitgegaan en andere soorten, waaronder vooral struweelvogels, zijn juist vooruitgegaan. De voornaamste oorzaken van de veranderingen zijn verstruiking en verbossing van het moeras en de afname van rietkragen.
Bronnen
- Dijk, A.J. van, M.J.T. van der Weide, S. Deuzeman, L. Dijksen, D. Zoetebier en C. Plate (2002). Kolonievogels en zeldzame broedvogels in Nederland in 2000 en 2001. SOVON-monitoringrapport 2002/03. SOVON Vogelonderzoek Nederland. Beek-Ubbergen.
- Dijk, A.J. van, F. Hustings, D. Zoetebier en C. Plate (2003). Broedvogel Monitoring Project. Jaarverslag 2000-2001. SOVON-monitoringrapport 2003/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland. Beek-Ubbergen.
Relevante informatie
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- De grafiek toont de Soortgroep Trend Index (STI) voor broedvogels van moerassen. Het betreft de gemiddelde index van de volgende aandachtsoorten en kenmerkende broedvogels van moeras (met 1950 = 100 en tussen haakjes de trend sinds 1990): baardman (afname), blauwborst (afname), boomvalk (min of meer stabiel), bruine kiekendief (toename), dodaars (toename), grasmus (toename), grote karekiet (afname), kleine karekiet (stabiel), kuifeend (stabiel), nachtegaal (toename), roerdomp (toename), rietzanger (toename), slobeend (afname), snor (toename), sprinkhaanzanger (min of meer stabiel), torenvalk (afname), wielewaal (afname), woudaap (min of meer stabiel), zomertaling (afname), zomertortel (stabiel) en zwarte stern (stabiel).De cijfers betreffen de moerassen van laagveengebied, zeekleigebied en rivierengebied. De gegevens zijn ontleend aan het landelijke meetnet van broedvogels van het Netwerk Ecologische Monitoring.
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2006). Broedvogels en dichtgroeien van moerassen (indicator 1155, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.