Vissen en klimaatverandering, 1970-2013
U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.
De indicator 'Vissen en klimaatverandering' is vervallen. Informatie over vissen is opgenomen in de indicator 'Trend in vissen, 1990-2015'.
De vissoorten schurftvis en kleine pieterman zijn sinds begin jaren negentig toegenomen langs de Nederlandse kust, mogelijk door opwarming van het zeewater. De laatste vijf jaar lijkt het aantal pietermannen te stabiliseren op een lager niveau dan de piek in de jaren negentig. De hoeveelheid schurftvis voor de kust laat geen duidelijk patroon zien.
Ontwikkeling schurftvis
De schurftvis komt voor van het Middellandse zeegebied tot aan het zuiden van Noorwegen. In Nederland was deze soort tot aan het eind van de jaren tachtig van de vorige eeuw vrij schaars. Uit vangstwaarnemingen in surveys blijkt dat de hoeveelheid schurftvis sinds begin jaren negentig in korte tijd flink is toegenomen langs de Hollandse kust met grote jaar-op-jaarvariatie.
De schurftvis is een platvis die langzaam groeit. Een vis van 14 cm kan 7 jaar oud zijn. Het dieet bestaat vooral uit kleine kreeftachtigen en wormen, en daarnaast uit kleine vissen zoals grondels.
Ontwikkeling kleine pieterman
Net als schurftvis wordt ook de kleine pieterman meer waargenomen langs de Hollandse kust sinds begin jaren negentig van de vorige eeuw. De soort komt voor van het Middellandse zeegebied tot aan het midden van Denemarken en was tot ongeveer 1988 vrij zeldzaam in Nederland. De laatste jaren lijkt de hoeveelheid kleine pieterman voor de Hollandse kust af te nemen ten opzichte van de jaren ervoor. Het is niet duidelijk waardoor dit wordt veroorzaakt.
De kleine pieterman komt vooral voor op zandige bodems. Ze worden ongeveer 18 cm lang en kunnen dan een leeftijd hebben die uiteenloopt van 6 tot 12 jaar. De kleine pieterman graaft zich in de zeebodem in zodat alleen zijn ogen nog net boven het oppervlak uitsteken. Het dieet bestaat vooral uit grondels.
Bronnen
- Heessen, H.J.L., H.C. Welleman, N. Daan, A.C. Smaal en G.J. Piet (2001). Bijdrage RIVO aan Natuurcompendium 2001. Nederlands Instituut voor Visserijonderzoek RIVO. Intern rapport C058/01. IJmuiden.
- Knijn, R.J., T.W. Boon, H.J.L. Heessen en J.R.G. Hislop (1993). Atlas of North Sea Fishes. ICES Cooperative Research Report No. 194, 268 pp.
- Robinson, L.A., S.P.R. Greenstreet, H. Reiss, R. Callaway, J. Craeymeersch, I. de Boois, S. Degraer, S. Ehrich, H.M. Fraser, A. Goffin, I. Kröncke, L. Lindal Jorgenson, M.R. Robertson and J. Lancaster (2010) Length-weight relationships of 216 North Sea benthic invertebrates and fish. Journal of the Marine Biological Association of the United Kingdom, 2010, 90(1), 95-104.
- Tulp, I., L.J. Bolle en A.D. Rijnsdorp (2008). Signals from the shallows: in search of common patterns in long-term trends in Dutch estuarine and coastal fish. Journal of Sea Research(60): 54-73
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Vissen en klimaatverandering
- Omschrijving
- Tijdreeks biomassa schurftvis en kleine pieterman (g/ha) in de Nederlandse kustzone (DFS-gegevens)
- Verantwoordelijk instituut
- IMARES (Ingeborg de Boois)
- Berekeningswijze
- Het aantal beviste ha is berekend door de breedte van de boomkor te vermenigvuldigen met de beviste afstand (geregistreerd). Het aantal vissen is gebaseerd op het aantal vissen gevangen per trek. De biomassa wordt berekend aan de hand van lengte-gewicht-relaties die uit de literatuur (Robinson et al., 2010) bekend zijn.
De omrekening van lengte naar biomassa gebeurt als volgt:
W=N*(a*(L+0.5*i)b), waarbij W de biomassa in gram, N het aantal vissen, L de lengte in cm, i de meetafstand in cm, a en b soort-specifieke constanten - Basistabel
- DFS Nederlandse kustzone, 3e/4e kwartaal, 1970-2013. 1976 ontbreekt omdat in dat jaar geen DFS-bemonstering in de kustzone is uitgevoerd.
- Geografische verdeling
- Nederlandse kustzone
- Andere variabelen
- Datum, tijd, vispositie, beviste afstand, trekduur, temperatuur, lengte vis (alle vissoorten), epifauna (aantallen), leeftijdsgegevens diverse vissoorten.
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Heessen, H.J.L., H.C. Welleman, N. Daan, A.C. Smaal en G.J. Piet (2001). Bijdrage RIVO aan Natuurcompendium 2001. Nederlands Instituut voor Visserijonderzoek RIVO. Intern rapport C058/01. IJmuiden.
Knijn, R.J., T.W. Boon, H.J.L. Heessen en J.R.G. Hislop (1993). Atlas of North Sea Fishes. ICES Cooperative Research Report No. 194, 268 pp.
Robinson, L.A., S.P.R. Greenstreet, H. Reiss, R. Callaway, J. Craeymeersch, I. de Boois, S. Degraer, S. Ehrich, H.M. Fraser, A. Goffin, I. Kröncke, L. Lindal Jorgenson, M.R. Robertson and J. Lancaster (2010) Length-weight relationships of 216 North Sea benthic invertebrates and fish. Journal of the Marine Biological Association of the United Kingdom, 2010, 90(1), 95-104.
Tulp, I., L.J. Bolle en A.D. Rijnsdorp (2008). Signals from the shallows: in search of common patterns in long-term trends in Dutch estuarine and coastal fish - Opmerking
- De berekeningsmethodiek van lengteverdeling naar biomassa bleek incorrect in alle eerdere rapportages van deze indicator. In versie 8 is deze berekeningsmethodiek gecorrigeerd. Hierdoor zijn verschillen ontstaan in de biomassa die voornamelijk effect heeft op de hoogte van de waardes en op de pieken. De invloed op de patronen blijft beperkt.
- Betrouwbaarheidscodering
- C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2015). Vissen en klimaatverandering, 1970-2013 (indicator 1114, versie 09, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.