Vissen en klimaatverandering, 1970-2008
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
De vissoorten schurftvis en kleine pieterman nemen de laatste tijd toe langs de Nederlandse kust. De opwarming van het zeewater is een mogelijke oorzaak voor dit patroon.
Ontwikkeling schurftvis
De schurftvis komt voor van het Middellandse zeegebied tot aan het zuiden van Noorwegen. In Nederland was deze soort tot twee decennia geleden vrij schaars. Uit vangstwaarnemingen blijkt dat de hoeveelheid schurftvis de afgelopen 15 jaar aanzienlijk is toegenomen langs de Hollandse kust.
De schurftvis is een platvis die langzaam groeit. Een vis van 14 cm kan wel 13 jaar oud zijn. Het dieet bestaat vooral uit kleine kreeftachtigen en wormen, en daarnaast uit kleine vissen zoals grondels.
Ontwikkeling kleine pieterman
Net als schurftvis wordt ook de kleine pieterman meer waargenomen langs de Hollandse kust. De soort komt voor van het Middellandse zeegebied tot aan het midden van Denemarken en was tot ongeveer 1988 vrij zeldzaam in Nederland. De verspreiding van kleine pieterman breidt zich de laatste twee decennia uit naar het noorden door opwarming van het zeewater.
De kleine pieterman komt vooral voor op zandige bodems. Een individu wordt ongeveer 18 cm lang en kan dan een leeftijd hebben die uiteenloopt van 6 tot 12 jaar. De kleine pieterman graaft zich in de zeebodem in zodat alleen zijn ogen nog net boven het oppervlak uitsteken. Het dieet bestaat vooral uit grondels.
Bronnen
- Heessen, H.J.L., H.C. Welleman, N. Daan, A.C. Smaal en G.J. Piet (2001). Bijdrage RIVO aan Natuurcompendium 2001. Nederlands Instituut voor Visserijonderzoek RIVO. Intern rapport C058/01. IJmuiden.
- Knijn, R.J., T.W. Boon, H.J.L. Heessen en J.R.G. Hislop (1993). Atlas of North Sea Fishes. ICES Cooperative Research Report No. 194, 268 pp.
- Tulp, I., L.J. Bolle en A.D. Rijnsdorp (2008). Signals from the shallows: in search of common patterns in long-term trends in Dutch estuarine and coastal fish. Journal of Sea Research(60): 54-73
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Vissen en klimaatverandering
- Omschrijving
- Tijdreeks biomassa schurftvis en kleine pieterman (g/ha) in de Nederlandse kustzone (DFS gegevens)
- Verantwoordelijk instituut
- IMARES
- Berekeningswijze
- Het aantal beviste ha is berekend door de breedte van de boomkor te vermenigvuldigen met de beviste afstand (geregistreerd). Het aantal vissen is gebaseerd op het aantal vissen gevangen per trek. De biomassa wordt berekend aan de hand van lengte-gewichtrelaties die uit de literatuur of uit eigen data bekend zijn.
- Basistabel
- DFS Nederlandse kustzone, 3e/4e kwartaal, 1970-2008. 1976 ontbreekt omdat in dat jaar geen DFS bemonstering in de kustzone is uitgevoerd.
- Geografische verdeling
- Nederlandse kustzone
- Andere variabelen
- Datum, tijd, vispositie, beviste afstand, trekduur, temperatuur, lengte vis (alle vissoorten), epifauna (aantallen), leeftijdsgegevens diverse vissoorten.
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- geen
- Opmerking
- Bij de vorige update is op de y-as de verkeerde eenheid weergegeven; aantallen in plaats van biomassa. De getallen zijn gewijzigd ten opzichte van de laatste update omdat de tabel met lengte-gewichtrelaties bijgewerkt. Voor beide soorten zijn nieuwe relaties bepaald op basis van eigen gegevens.Voor kleine pieterman zijn de gevolgen daarvan groot, voor schurftvis klein. Omdat de relatie voor de gehele tijdserie wordt toegepast, betreft het hier alleen verschillen in absolute zin. De trend blijft hetzelfde.
- Betrouwbaarheidscodering
- C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2010). Vissen en klimaatverandering, 1970-2008 (indicator 1114, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.