Muskusrat, 1950-2015
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
De muskusrat heeft zich sinds de jaren zestig van de vorige eeuw snel over ons land kunnen verspreiden. Sinds zijn verschijnen in Nederland wordt de muskusrat bestreden, maar deze bestrijding lijkt pas circa tien jaar succesvol. Het aantal muskusratvangsten daalde van ruim 400.000 in 2004 naar 88.650 in 2015. De waterschappen krijgen meer grip op de populatie.
Muskusrat moeilijk te bestrijden
Sinds de eerste vondst in 1941 in Valkenswaard heeft de muskusrat zich snel vanaf het zuiden en het oosten over heel Nederland verspreid. De soort is bijna overal in de oeverzones van de zoete wateren aanwezig. Alleen op de Waddeneilanden en in Noord-Holland is het voorkomen beperkt gebleven. De muskusrat profiteert in ons land van de vele grazige, kruidenrijke en ruige oeverzones, waarin aanzienlijke aantallen dieren kunnen voorkomen.
De soort wordt in ons land en omringende Europese landen bestreden. Aan het begin van deze eeuw werden in Nederland jaarlijks tussen de 300.000 en 400.000 dieren gevangen. Deze intensieve bestrijding was lange tijd niet afdoende. Pas sinds 2005 lijkt de bestrijding zijn vruchten af te werpen en daalt het aantal gevangen dieren. In 2015 zijn er 88.650 muskusratten gevangen. Ten opzichte van 2014 is dit een daling van ruim 6%.
De muskusrat is een exoot
De muskusrat die ook wel bisamrat of waterkonijn wordt genoemd, is een oeverbewonend knaagdier afkomstig uit Noord-Amerika. Muskusratten komen bijna overal in Europa voor, nadat zij vanaf 1905 als pelsdier zijn ingevoerd of zijn ontsnapt uit kwekerijen.
De muskusrat is een goede zwemmer en kan ook onder water lange afstanden afleggen. Hij leeft in zoet water met begroeide oevers en eet voornamelijk planten zoals zegge en paardenstaarten. In de oevers van watergangen en in waterkeringen graaft hij gangen, waarvan de opening meestal net onder het water zit. Door deze graafactiviteiten wordt de muskusrat gezien als een risico voor de veiligheid.
Bestrijdingsmethode voor de muskusrat
Sinds de muskusrat Nederland heeft gekoloniseerd, wordt hij bestreden. De belangrijkste reden voor de bestrijding is het voorkomen van schade aan oevers en waterkeringen. Muskusratten worden met allerlei vangmiddelen gevangen, zoals klemmen, fuiken en vangkooien. De meeste daarvan staan permanent langs oevers en in wateren opgesteld. In januari 2013 zijn de waterschappen gestart met een veldproef om te onderzoeken of de bestrijding van muskusratten nu op de beste manier gebeurt. Deze veldproef duurt tot januari 2016 en vindt plaats in verschillende gebieden verspreid over het land. Er wordt onderzocht wat het verband is tussen het aantal uren dat bestrijders in het veld werken om muskusratten te vangen en de schade die de dieren aanrichten aan dijken en kades.
Bijvangsten blijven dalen
In de vangmiddelen wordt ook een aantal andere diersoorten het slachtoffer. De dieren die het meest bijgevangen worden zijn bruine rat, woelrat, wilde eend, Amerikaanse rivierkreeft en diverse vissoorten. Er is een bestrijdingsmethode ontwikkeld om het aantal bijvangsten te verminderen. Sinds 2007 is het aantal bijvangsten ruim gehalveerd. In 2015 zijn er 7.818 dieren bijgevangen, dit is 8,5% minder dan in 2014. De bruine rat wordt als gewenste bijvangst gezien en vormt een derde van de totale bijvangst. Een reductie van de bijvangsten zou zich kunnen richten op inheemse marterachtigen en watervogels, maar lijkt niet mogelijk zonder concessies te doen aan de intensiteit van en kosten bij de muskusrattenbestrijding.
Bronnen
- Bos D., J. van Belle, P.W. Goedhart, S. van Wieren, S.Ydenberg (2009). Populatiedynamica van muskusratten. Huidige en alternatieve strategieën van bestrijding in Nederland. Altenburg & Wymenga, ecologisch onderzoek bv, Feanwâlden.
- Lammertsma, D.R. & F.J.J. Niewold (2005). Muskusrattenbestrijding in Nederland: een quick scan naar nut noodzaak en alternatieven, Wageningen, Alterra-rapport 1197.
- Loon, E.E. van, C.J. van Hellenberg & R.C. Ydenberg (2016) A historical perspective on the effects of trapping and controlling the muskrat (Ondatra zibethicus) in the Netherlands, in Pest Management Science March 2016
- Unie van Waterschappen (2016) Landelijk Jaarverslag Muskus- en Beverratten 2015, Den Haag
Relevante informatie
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Muskusrat
- Omschrijving
- Jaarlijkse aantallen gevangen muskusratten
- Verantwoordelijk instituut
- WOT N&M (Dorien van der Zwaag), data afkomstig van de Unie van Waterschappen (Dolf Moerkens, Den Haag)
- Berekeningswijze
- Jaarlijks wordt de muskusrat door enkele honderden rattenvangers bestreden. De grafiek geeft het aantal gevangen dieren per jaar weer. In 2012 heeft de Unie van Waterschappen de overstap gemaakt van vangsten per velduur naar vangsten/km watergang. Sinds 1987 is de registratie van de vangsten verbeterd. De cijfers zijn daarom niet exact vergelijkbaar met die van vóór 1987.
- Basistabel
- c-1067-001g-clo-12-nl.xls
- Geografische verdeling
- Heel Nederland
- Andere variabelen
- n.v.t.
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Bos D., J. van Belle, P.W. Goedhart, S. van Wieren, S.Ydenberg (2009). Populatiedynamica van muskusratten. Huidige en alternatieve strategieën van bestrijding in Nederland. Altenburg & Wymenga, ecologisch onderzoek bv, Feanwâlden.
Lammertsma, D.R. & F.J.J. Niewold (2005). Muskusrattenbestrijding in Nederland: een quick scan naar nut noodzaak en alternatieven, Wageningen, Alterra-rapport 1197.
Unie van Waterschappen (2016) Landelijk Jaarverslag Muskus- en Beverratten 2015, Den Haag
www.muskusrattenbestrijding.nl - Betrouwbaarheidscodering
- B Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2016). Muskusrat, 1950-2015 (indicator 1067, versie 12, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.