Zwarte rook in lucht, jaargemiddelde, 1964-2015

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

De methode van 'zwarte rook' is opgevolgd door de meting van 'roet'. 

Zie hiervoor de indicator Roet in lucht (jaargemiddelde).

De jaargemiddelde concentraties van zwarte rook liggen op een historisch laag niveau. Sinds 1990 zijn de concentraties met ongeveer 70% gedaald.

Zwarte rook

Zwarte rook is een stofvormig bestandsdeel van luchtverontreiniging. Het is echter geen duidelijk gedefinieerde fysische grootheid zoals fijnstof. In feite is zwarte rook datgene dat wordt gemeten met de zwarterookmethode. Bij de zwarterookmethode wordt lucht door een (wit)filter gezogen en de mate van zwartkleuring van het filter is een maat voor de hoeveelheid zwarte stofdeeltjes.

Trend

De concentraties van zwarte rook zijn sinds 1990 zowel op regionale stations als op verkeersbelaste stations met ongeveer 70% gedaald. Dit past in het lange termijn beeld waarbij de concentraties van zwarte rook sinds 1965 een gestaag dalende trend laten zien (Buijsman, 2008/2009). De spectaculaire daling aan het eind van de jaren zestig en in het begin van de jaren zeventig is grotendeels toe te schrijven aan de omschakeling van kolen op aardgas voor de verwarming van huizen. Vooral in de stedelijke leefomgeving leidde dit tot een opvallende verbetering van de luchtkwaliteit. Ook is de uitstoot van zwarte rook door voertuigen door de jaren steeds minder geworden. Dit heeft vooral effect op de concentraties gemeten op verkeersbelaste stations en in mindere mate op de achtergrondstations waar door de jaren heen ook een dalende trend te zien is.

Concentraties

De zwarte rook concentratie op regionale en stedelijke achtergrondstations waren in 2015 in de orde van 4 µg/m3 of minder. De concentraties op verkeersbelaste stations lagen rond het dubbele, in de orde van 8 µg/m3 . Dit weerspiegelt de bijdrage van lokale bronnen, met name het verkeer.

Bronnen

Emissie van zwarte rookdeeltjes vindt tegenwoordig voornamelijk plaats door wegverkeer en industrie, als gevolg van onvolledig verlopende verbrandingsprocessen. Aan de deeltjes, die deels bestaan uit elementair koolstof (EC), kunnen andere stoffen, waaronder polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's), zijn gebonden.

Effecten

Zwarte rook wordt in studies naar de effecten van luchtverontreiniging op de gezondheid van de mens gerelateerd aan verbrandingsprocessen, vooral van verkeer (diesel) (WHO, 2006a, 2006b; Fischer et al., 2009). Een hoog bestanddeel zwarte rook in het fijnstof kan de gezondheidsrisico's van het fijnstof verhogen (Janssen et al., 2011).
Zwarte rook wordt ook in verband gebracht met klimaatverandering. Het absorbeert zonlicht en leidt tot 'vergrijzing' van ijskappen, waardoor deze sneller smelten (UNEP/WMO, 2011).

Historische achtergrond van de normstelling

Ter bescherming van de bevolking tegen de nadelige effecten zijn in het verleden grenswaarden gesteld aan de concentraties van zwarte rook in de lucht. Zo kende de vroegere Europese luchtkwaliteitsregelgeving grenswaarden voor het 98-percentiel (90 μg/m3) en het 50-percentiel (30 μg/m3) van daggemiddelde concentraties. Deze werden gehanteerd als norm voor kortstondige respectievelijk langdurige blootstelling. In 2001 zijn in het Besluit Luchtkwaliteit de normen voor zwarte rook vervangen door normen voor fijn stof (PM10) Fijnstof (PM10) in lucht, 1992-2023.

Meten van zwarte rook

Zwarte rook (en daarvoor standaardrook) is in de jaren vijftig geïntroduceerd als simpel te bepalen maat voor stofvormige luchtverontreiniging (OECD, 1964). Aanvankelijk kon deze fractie als representatief voor het totaal aan (zwarte) zwevende deeltjes worden gezien, omdat de emissie van stofvormige luchtverontreiniging grotendeels voor rekening kwam van het gebruik van kolen bij de energieopwekking. Later is dit veranderd door een verschuiving van het brandstofgebruik naar aardolie en aardgas.
De concentraties zwarte rook zijn beschikbaar tot en met 2015 zoals in de figuren te zien is. Vanaf 2007 worden zwarte stofdeeltjes niet alleen met de zwarterookmethode gemeten maar ook met de Black Carbon (BC) meetmethode. Aan de hand van deze nieuwe meetmethode wordt de concentratie roet gemonitord. De CLO indicator Roet toont de resultaten en duiding van de roetmetingen.

Relatie Zwarte Rook, Black Carbon en Elemental Carbon

Omdat het monitoren van zwarte rook met zwartkleuring van een wit filter onnauwkeurig is en er nieuwe technieken beschikbaar zijn, is naar andere methoden gezocht om de aanwezigheid van zwarte stofdeeltjes afkomstig van verbranding te meten.
'Elemental Carbon' (EC, elementair koolstof) geeft het gehalte pure koolstof in het verzamelde stof. Bij het vaststellen van de EC-concentratie wordt het luchtmonster zo zeer verhit dat andere elementen los komen van de koolstof waarna het koolstofgehalte gemeten kan worden. Dit wordt een thermische of thermisch-optische methode genoemd. Het meetresultaat wordt pas na enige tijd (in het laboratorium) verkregen.
De aanwezigheid van Black Carbon (BC) wordt optisch gemeten (zonder verhitting). Hier wordt de zwarting van het luchtmonster bepaald aan de hand van de hoeveelheid doorgelaten licht (Salako et al. 2012). In BC zitten dus ook andere atomen, als organische koolstofdeeltjes, waterstof (H) en zuurstof (O). Het voordeel is dat ter plekke de meetresultaten vrijwel meteen worden verkregen.
Er is een sterke samenhang vastgesteld tussen meetresultaten van zwarte-rookmetingen, EC en BC. De absolute waarden wijken van elkaar af, zo blijkt de verhouding tussen niveaus van zwarte rook en EC in de orde van een factor 10 te liggen (Keuken et al., 2011, Schaap en Denier van der Gon, 2007). Systematische metingen van BC zijn makkelijker uit te voeren dan die van EC. Rotterdam is in 2006 van start gegaan met het meten van BC, later gevolgd door metingen in Amsterdam en verder verspreid over meerder locaties in het land. Meer over BC is te vinden bij de CLO indicator Roet.
Het RIVM publiceert als onderdeel van de jaarlijkse kaarten van de grootschalige concentraties (GCN) ook een kaart van EC RIVM Geodatasite Grootschalige Concentratie- en Depositiekaarten Nederland (GCN en GDN). Hieruit blijkt duidelijk de belangrijke bijdrage van het verkeer.

Bronnen

  • Buijsman, E. (2008/2009) Meten waar de mensen zijn. Tijdschrift Lucht. Ook beschikbaar op de website van het Planbureau voor de Leefomgeving onder 'Meten waar de mensen zijn'.
  • EU (2008). Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa. Publicatieblad van de Europese Unie L 152/1.
  • Fischer, P., Ameling, C., Marra, M. & Cassee, F. (2009) Absence of trends in relative risk estimates for the association between Black Smoke and daily mortality over a 34 years period in the Netherlands. Atmospheric Environment 43, 481-485.
  • Janssen, N..A.H., Hoek, G., Lawson-Simic, M., Fischer P., Van Bree, L., Van Brink, H., Keuken, M.P., Atkinson, R., Brunekreef, B. & Cassee F. (2011) Black carbon as an additional indicator of the adverse health effects of combustion particles compared to PM10 and PM2.5. Environmental Health Perspectives 119, 1691-1699.
  • Keuken, M., Zandveld, P, Van den Elshout, S., Janssen, N.A.H. & Hoek, G. (2011) Air quality and health impact of PM10 and EC in the city of Rotterdam, the Netherlands in 1985-2008. Atmospheric Environment 45 (30) 5294-5301.
  • OECD (1964) Methods of measuring air pollution, Parijs.
  • Schaap, M. & Denier van der Gon, H.A.C. (2007) On the variability of Black Smoke and carbonaceous aerosols in the Netherlands. Atmospheric Environment 41, 5908-5920.
  • UNEP/WMO (2011) Integrated Assessment of Black Carbon and Tropospheric Ozone. United Nations Environment Programme and World Meterological Organization Nairobi, Kenya.
  • Velders, G.J.M., Aben, J.M.M., Geilenkirchen, G.P., Den Hollander, H.A., De Vries, W.J., Van der Swaluw, E & Van Zanten, M.C. (2013) Concentratiekaarten voor grootschalige luchtverontreiniging in Nederland. Rapportage 2013. Rapport 680362003, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven. [verschijnt in juni 2013]
  • VMM (2012) Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest. Jaarverslag Immissiemeetnetten 2011. Vlaamse Milieumaatschappij, Erebodegem.
  • Wet Milieubeheer (2007) Wet van 11 oktober 2007 tot wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen). Staatsblad 414. [Zoek in Staatsblad op '11 oktober 2007']
  • WHO (2006a) WHO Air quality guidelines for particulate matter, ozone, nitrogen dioxide and sulfur dioxide: global update 2005: summary of risk assessment. World Health Organization, Geneva.
  • WHO (2006b) Health risks of particulate matter from long-range transboundary air pollution. Document number: EUR/05/5046028, WHO Regional Office for Europe, Copenhagen.
  • Salako, G.O., Hopke, P.K., Cohen, D.D., Begum, B.A., Biswas, S.K., Pandit, G.G., Chung, Y.S., Abd Rahman, S., Hamzah, M.S., Davy, P. and Markwitz, A., 2012. Exploring the variation between EC and BC in a variety of locations. Aerosol and Air Quality Research, 12(1), pp.1-7.

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Jaargemiddelde concentratie van zwarte rook in lucht

Omschrijving

Concentratie van fijn zwarte rook in lucht in Nederland op basis van meetgegevens.

Verantwoordelijk instituut

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

Berekeningswijze

Jaargemiddelde concentraties berekend uit dagwaarden. Voor de berekening van een geldig jaargemiddelde is het criterium gehanteerd dat er minimaal 75% van het maximaal mogelijke aantal dagwaarden in een jaar beschikbaar moet zijn.

Basistabel

Reken- en Informatiesysteem Lucht van het Centrum voor Milieumonitoring van het RIVM.

Geografische verdeling

Niet van toepassing.

Andere variabelen

Het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit levert ook informatie over andere luchtverontreinigende stoffen als ammoniak, koolmonoxide, ozon, stikstofoxiden en zwaveldioxide.

Verschijningsfrequentie

Laatste actualisatie in 2023. Meer informatie over zwarte rook/roet is te vinden in de CLO indicator Roet.

Opmerking

1) De trendfiguur 1990-2015 voor de regionale stations is gebaseerd op meetgegevens van twee tot 14 regionale stations van het luchtmeetnet. Het gemiddelde is berekend op basis van meetgegevens van stations die gedurende de gehele periode operationeel zijn geweest. 2) De trendfiguur 1990-2015 voor de verkeersbelaste stations is gebaseerd op de mediaan van de meetgegevens van in een bepaald jaar operationele stations. Het aantal stations kan per jaar verschillen; het aantal wisselt van één tot vijf. Ter vergelijking zijn ook de meetwaarden van alleen het verkeersbelaste station Vlaardingen weergegeven. Dit is het enige meetstation dat vrijwel gedurende de gehele periode in bedrijf is geweest. De metingen op dit station zijn echter per medio 2011 tijdelijk gestopt waardoor er een onderbreking in de grafiek is te zien. Is. In 2014 en 2015 zijn de laatste metingen uitgevoerd. 3) De trendfiguur 1964-2015 is gebaseerd op meetgegevens een zwaar belast stedelijk achtergrond station van 'Schiedam' en, ter vergelijking, twee verkeersbelaste stations 'Vlaardingen', tot en met 2010 en twee stations in Rotterdam waarvan één operationeel was tussen 1988 en 2006 en de ander van 2006 tot en met 2015. Deze combinatie is gemaakt, omdat de meetreeks van het station in Schiedam eindigt in 2006. Niettemin geeft deze 'gebroken' meetreeks waarschijnlijk een goede indruk van de lange termijn ontwikkeling van de concentratie van zwarte rook in de stedelijke leefomgeving. 4) Gegevens over de concentraties van black carbon zijn gepubliceerd met vriendelijke toestemming van DCMR Milieudienst Rijnmond en GGD Amsterdam.

Betrouwbaarheidscodering

Trend 1990-2015 regionale achtergrond: D (schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake).Trend 1990-2015 stedelijk en verkeersbelast: D (schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake).Trend 1990-2015 verkeersbelast Nederland en Vlaardingen: D (schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake).Trend 1964-2015 historische reeks: Van 1964-1984: E. Schatting gebaseerd op een enkele meting, expert judgement, relevante feiten of extra-polatie van andere metingen. Van 1984-2015: D (schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake).

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
04
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2023). Zwarte rook in lucht, jaargemiddelde, 1964-2015 (indicator 0569, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.