Energielabels van woningen, 2007-2011
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Per 1 juli 2012 waren ruim 2 miljoen woningen voorzien van een energielabel. Circa 15% van de woningen heeft een groen label (A, A+en A++, B).De meerderheid van de woningen heeft energielabel C (30%) of D (27%).
Twee miljoen woningen voorzien van een energielabel
Het energielabel voor woningen en gebouwen bestaat sinds 2007. Dit label biedt een snelle indicatie van het energiegebruik van een woning. Van de ruim zeven miljoen woningen in Nederland zijn per 1 juli 2012 circa 2,2 miljoen woningen voorzien van een energielabel.
De meerderheid van de woningen heeft een C of D label (30% en 27%). Circa 15% van de woningen heeft een groen label (A, A+en A++, B). Ruim drie procent van de uitgereikte labels betreft de zeer energiezuinige klasse A (inclusief A+ en A++).
De meeste energielabels zijn tot nog toe verstrekt in 2009 (zie tweede figuur). Toen hebben veel woningbouwcorporaties hun woningbestanden laten doorlichten.
In 2007 resulteerde 10% van de opnames in een groen label (A of B), in 2011 was dit 20%. Het aandeel van de energieonzuinige labels E,F en G liep terug van 41% in 2007 naar 24% in 2011. De cijfers zijn afkomstig van de Agentschap NL en betreffen de inventarisatie t/m 2011.
Meeste groene én rode energielabels bij vrijstaande woningen
De verschillen tussen de woningtypen zijn klein. Het hoogste percentage groene label (A (incl A+ en A++) en B) vindt men bij vrijstaande huizen en 'overige' (beiden 22%). Het laagste is dit bij tussen- en hoekwoningen (12%). Bij vrijstaande huizen treft men ook relatief veel 'rode' labels aan (E,Fen G, samen 35%). Tussenwoningen zijn relatief vaak middenmoters (C en D, samen 62%).
Beleid energiecertificering gebouwen
De Energy Performance of Buildings Directive - EPBD (EU-richtlijn 2002/91/EG) verplicht Europese lidstaten om de energiecertificering van gebouwen te regelen. In Nederland is hiertoe op 24 november 2006 het Besluit Energieprestatie Gebouwen gepubliceerd. Woningeigenaren moeten bij verkoop van de woning vanaf 1 januari 2008 hun woning voorzien van een energieprestatiecertificaat. Dit certificaat, ook wel als energielabel aangeduid is gebaseerd op een inspectie van de woning
Per 1 januari 2010 is een vernieuwd energielabel van kracht geworden. De recente ontwikkelingen op het gebied van het energielabel voor een huis kunnen worden gevolgd op de websites van de rijksoverheid en van AgentschapNL:
Bronnen
- EU (2002). Europese Richtlijn over de energieprestatie van gebouwen (EPBDvan 16 december 2002. EU-richtlijn 2002/91/EG
- SenterNovem (2009). KOMPAS energiebewust wonen en werken. Energielabels.
- VROM (2006). Regeling energieprestatie gebouwen, Staatscourant 29 dec 2006 nr 253, pag 25.
- VROM (2007). Circulaire Implementatie Europese richtlijn Energieprestatie van gebouwen, 3 oktober 2007. Ministerie van VROM, Den Haag.
Relevante informatie
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- energielabel woningen
- Omschrijving
- Aantal energielabels voor woningen, periode 2007-november 2009
- Verantwoordelijk instituut
- Planbureau voor de Leefomgeving, data afkomstig van SenterNovem
- Berekeningswijze
- Gegevens afkomstig uit het registratiesysteem voor energielabels van gebouwen. Het registratiesysteem wordt beheerd door SenterNovem.
- Basistabel
- Agentschap NL, senternovemdatabank
- Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- Energieprijzen huishoudens, isolatiemaatregelen, cv-ketels, gasverbruik, verlichting van woningen en utitiliteitsbouw
- Verschijningsfrequentie
- -
- Achtergrondliteratuur
- AgentschapNL. http://www.agentschapnl.nl/programmas-regelingen/energiecijfers-energie-gebouwde-omgeving
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2012). Energielabels van woningen, 2007-2011 (indicator 0556, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.