Emissie broeikasgassen in Europa (EU-15), 1990-2005
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
De emissie van broeikasgassen in de 15 EU-landen van voor de uitbreiding van de Europese Unie is in de periode 1990-2005 met 2% afgenomen. In 2005 daalde de emissie met 0,8% ten opzichte van 2004.
Broeikasgasemissie van de EU-15 gedaald in 2005
In 2005 zijn de broeikasgasemissies in de EU-15, dat is de Europese Unie van voor de uitbreiding, met 0,8 % afgenomen ten opzichte van 2004 (EEA, 2007). De daling was voornamelijk het gevolg van een afname van het belangrijkste broeikasgas CO2 met 0,7%. Duitsland, Finland en Nederland droegen het meeste bij aan de afname in 2005.
- Nederland verminderde de uitstoot met 2,9%, vooral omdat minder fossiele brandstoffen werden gebruikt voor de productie van electriciteit en warmte. In 2005 werd meer elektriciteit geïmporteerd (+13%) en de inzet van duurzame energie nam toe (+40% ten opzichte van 2004). Daarnaast was de uitstoot van huishoudens en de dienstensector in 2005 lager door de relatief zachte winter.
- In Duitsland daalde de broeikasgasemissies met 2,3%, vooral door een verschuiving in het gebruik van kolen naar gas voor de productie van elektriciteit. Daarnaast daalden ook de broeikasgasemissies van wegverkeer, huishoudens en de dienstensector.
- In Finland daalde de emissie met 14,6% vooral door de afname van het gebruik van fossiele brandstoffen voor de elektriciteitsproductie (minder steenkoolgebruik). Net als in Nederland werd in Finland meer elektriciteit geïmporteerd.
Ook in andere EU-15 landen namen de broeikasgasemissies af tussen 2004 en 2005, de uitstoot daalde in België, Denemarken, Frankrijk, Luxemburg, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.
Sectoren die het meest bijdroegen aan de daling tussen 2004 en 2005 zijn de elektriciteitsproductie, huishoudens en de dienstensector, en het wegverkeer.
- CO2-emissies van de elektriciteitsproductie namen af met 0,9% in 2005 ten opzichte van 2004, door een lagere inzet van kolen.
- CO2-emissies van huishoudens en de dienstensector namen met 1,7% af, vooral in Duitsland, Verenigd Koninkrijk en Nederland. De belangrijkste reden hiervoor was de relatief zachte winter (minder koud stookseizoen).
- CO2-emissies van het wegverkeer namen af met 0,8%. Dit komt vooral door de daling van de uitstoot in Duitsland door een hoger aandeel diesel in het wagenpark, effecten van de eco-tax en omdat meer brandstof werd gekocht buiten Duitsland (brandstoftoerisme).
De broeikasgasemissies in Spanje, Oostenrijk, Griekenland, Ierland, Italië en Portugal namen juist toe. De sterkste toename was in Spanje, met +3,6% door een hogere inzet van fossiele brandstoffen voor de productie van elektriciteit (+17%) en een afname van de elektriciteitsproductie door waterkrachtcentrales (-33%).
Ontwikkeling Europese broeikasgasemissies tussen 1990 - 2005
De emissie van broeikasgassen in de EU-15 is in de periode 1990 - 2005 met 2% afgenomen. Ten opzichte van de emissies in het basisjaar zijn de emissies in de EU-15 in 2005 ook 2% lager (EEA, 2007).
Voor de broeikasgassen koolstofdioxide (CO2), lachgas (N2O) en methaan (CH4) is het basisjaar 1990. Voor de fluorhoudende gassen (F-gassen) is het basisjaar 1995 voor alle lidstaten, behalve Oostenrijk en Frankrijk die 1990 als basisjaar hebben gekozen.
De emissies en Kyoto-doelen per EU-land vindt u in:
In de periode 1990 tot 2005 compenseerden de afname van de CH4-emissies (-29%) en van N2O (-18%) ruimschoots de toename van de CO2-emissies (+3,7%) en van de F-gassen (+19%).
De emissie van CO2, hier gepresenteerd zonder de emissies van verandering landgebruik en bos (LULUCF), draagt voor 83% bij aan de totale emissie van broeikasgassen in de EU-15 in 2005. De CH4-emissie draagt 7% bij, de bijdrage van N2O is 8% en de fluorhoudende broeikasgassen dragen 1,6% bij in 2005.
Beleid
De Europese Unie heeft in het Kyoto-protocol afgesproken om de emissie van broeikasgassen gemiddeld over alle EU-landen met 8% te reduceren in de periode 2008-2012 ten opzichte van 1990. In tegenstelling tot een jaar geleden lijkt de EU-15 het doel van het Kyoto-protocol in 2010 nu wel te gaan halen. Dit komt door twee belangrijke wijzigingen. In de eerste plaats wordt een lagere uitstoot van broeikasgassen door de EU-15 verwacht, doordat er extra maatregelen ingevoerd gaan worden. In de tweede plaats is de verwachting dat meer landen concrete stappen gaan nemen om emissierechten van buiten de EU aan te kopen. Hierbij dient te worden opgemerkt, dat Nederland een groot deel aan buitenlandse reducties via de zogenaamde Kyoto-mechanismen wil aankopen.
De emissies van de broeikasgassen koolstofdioxide, methaan, lachgas en de fluorhoudende gassen zijn onderdeel van het Klimaatverdrag en het Kyoto-protocol van de Verenigde Naties. Deze verdragen hebben als doel het vroegtijdig vermijden van menselijke beïnvloeding van het klimaat door het stabiliseren van de concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer. De waargenomen opwarming van de aarde over de afgelopen 50 jaar is waarschijnlijk grotendeels het gevolg van het door de mens veroorzaakte broeikaseffect.
Methodiek
De EU-15 landen leveren jaarlijks de landelijke emissie-inventarisatie aan bij de Europese Unie. De totale emissie van broeikasgassen is de directe som van de 15 landelijke inventarisaties.
De omvang van de broeikasgasemissies wordt vastgesteld volgens de voorschriften van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC, 1996 + revisies). De emissie van koolstofdioxide is de werkelijke jaarlijkse uitstoot - dus niet temperatuurgecorrigeerd - en is exclusief de vastlegging van koolstofdioxide in biomassagroei. Internationale emissies van lucht- en scheepsvaart worden ook door EU-landen gerapporteerd. Dit gebeurt weliswaar volgens de IPCC-richtlijn, maar dan als een aparte categorie die niet tot het EU totaal gerekend wordt en deze emissies worden niet gereguleerd in het Kyoto Protocol.
Bronnen
- EEA, 2007, Greenhouse gas emission trends and projections in Europe 2007, EEA Technical report No 7/2007, EEA, Kopenhagen.
Relevante informatie
- Informatie over de officieel door landen gerapporteerde broeikasgasemissies is te vinden bij het VN-Klimaatsecretariaat, dat de gegevens verzameld over de uitvoering van het VN Klimaatverdrag (UNFCCC) en het Kyoto-Protocol.
- Informatie over de toekomstige mondiale ontwikkelingen zijn te vinden in de Global Environmental Outlook 3, waaraan ook het MNP heeft meegewerkt.
- De referentiedatabase EDGAR met wereldwijde emissies van broeikasgassen voor de periode 1970-2000 is te vinden op de website van het MNP.
- Brandes LJ ed. (2007). Nederlandse broeikasgasemissies 1990-2005. Nationaal Inventarisatie Rapport 2007 (link naar pdf document). MNP Rapportnr. 500080006.
- IPCC (1996). Revised IPCC Guidelines for National Greenhouse Gas Inventories. 3 Volumes. Intergovernmental Panel on Climate Change, Bracknell, UK.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2007). Emissie broeikasgassen in Europa (EU-15), 1990-2005 (indicator 0434, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.