Verwerking van afval van huishoudens, 1985-2005
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Na 2000 is het storten van afval van huishoudens sterk afgenomen en is meer afval nuttig toegepast en verbrand.
Door scheidingsinstallaties weer lichte groei nuttige toepassing
In de tweede helft van de jaren negentig is het storten van huishoudelijk afval sterk afgenomen en zijn verbranden en nuttige toepassing als verwerkingsmethoden toegenomen. De jaren daarna is er een stabilisatie opgetreden. In 2002 en 2003 is het aandeel nuttige toepassing weer licht toegenomen als gevolg van de in 2002 gerealiseerde scheidingsinstallaties. Mede als gevolg hiervan is het aandeel storten in 2003 sterk afgenomen.
De hoeveelheid gestort afval is in 2004 verder af genomen ten gunste van nuttige toepassing en verbranden. In 2005 is geen verandering meer opgetreden in de aandelen van de verwerkingsmethoden.
Beleidsdoelstelling
Het beleid is er op gericht minimaal 60% nuttige toepassing te realiseren en het storten van huishoudelijk afval verder terug te brengen naar nul. In 2005 werd 52,4% van het afval van huishoudens nuttig toegepast, 43,3% verbrand en 5,9% gestort.
Bronnen
- CBS (2004). Statistiek gemeentelijk afval; opzet van het onderzoek. CBS, Voorburg/Heerlen.
- CBS (2007). StatLine. Gemeentelijke afvalstoffen; hoeveelheden. CBS, Voorburg/Heerlen.
- SenterNovem (2007). Monitoringsrapportage huishoudelijk afval, resultaten 2005. SenterNovem (3UA0707), ISBN 978-90-5748-058-4, Utrecht.
Relevante informatie
- Meer informatie over de verwerking van afval van huishoudens is te vinden op StatLine (CBS).
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- Een deel van het gemengd ingezamelde afval wordt achteraf gescheiden in scheidingsinstallaties. Na deze behandeling wordt een deel van het afval nuttig toegepast en de rest verbrand, gestort of geloosd. Geloosd huishoudelijk afval betreft afvalwater dat vrijkomt bij de verwerking in afvalscheidingsinstallaties en water dat daar verdampt is naar de lucht. Composteren is ingedeeld bij nuttige toepassing. Definities van de genoemde afvalstromen en informatie over de wijze waarop bovenstaande gegevens tot stand zijn gekomen is te vinden in het artikel Statistiek gemeentelijk afval; opzet van het onderzoek (CBS, 2004). De gegevens over huishoudelijk afval in het Milieucompendium wijken af van die het CBS publiceert op StatLine (CBS, 2007). Dit verschil komt door: 1. Indeling naar verwerkingsmethode:
In de StatLine publicatie worden gegevens gepresenteerd naar de eerste be- of verwerkingsmethode. In bovenstaande grafiek staan de cijfers ingedeeld naar de definitieve wijze van verwerken. 2. Het afval dat door derden is ingezameld:
Dit afval (vooral wit- en bruingoed dat via de detailhandel is ingezameld en oud papier en karton) is wel in het Milieucompendium inbegrepen maar niet in de cijfers zoals die op StatLine zijn gepubliceerd.3. Het verbouwingsafval (onder andere puin, hout, metalen en vlakglas):
Al het door gemeenten ingezamelde verbouwingsafval wordt meegeteld in de StatLine publicatie. Voor het bepalen van de cijfers in het Milieucompendium is maar een deel van dit verbouwingsafval toegedeeld aan het afval van huishoudens. Reden daarvoor is dat een deel van dit afval eigenlijk bedrijfsafval is, vooral afkomstig van aannemersbedrijven. In het verleden is tussen het RIVM en het CBS afgesproken dat 50% van het verbouwingsafval aan het huishoudelijk afval wordt toegerekend. In het onderzoek over 2003 is navraag gedaan naar het acceptatiebeleid van verbouwingsafval van bedrijven door gemeenten. Daaruit bleek dat gemiddeld ongeveer 15% van het door de gemeenten ingezameld verbouwingsafval afkomstig is van bedrijven. Dit is beduidend minder dan de 50% die tot nu toe werd gehanteerd. Gezien dit verschil is in overleg tussen het ministerie van VROM, Uitvoering Afvalbeheer en het CBS afgesproken om met terugwerkende kracht dit percentage te laten zakken van 50% naar 15%. Voor 2000 en eerder wordt het oude percentage van 50% gehanteerd. In 2001, 2002 en 2003 daalt dit percentage naar respectievelijk 40%, 30% en 20%. Voor 2004 en later wordt 15% van het verbouwingsafval niet aan het huishoudelijk afval toegerekend. In bovenstaande grafiek zijn de cijfers voor de jaren 2001 tot en met 2003 herberekend en wijken daarom af van die in de vorige versie. - Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2007). Verwerking van afval van huishoudens, 1985-2005 (indicator 0392, versie 06, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.