Milieudruk thema Klimaatverandering: inleiding

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Broeikaswerking

De aanwezigheid van broeikasgassen in de atmosfeer, zoals kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en lachgas (N2O), heeft invloed op het klimaat. Deze stoffen houden warmtestraling van de aarde vast, de zogenaamde broeikaswerking. Hierdoor vindt opwarming van de aarde plaats. Deze gassen komen van nature in de atmosfeer voor en komen vrij bij natuurlijke processen. De opwarming van de aarde door deze stoffen is dan ook een natuurlijk proces.

Menselijke invloed op het klimaat

Door menselijke activiteiten, in het bijzonder door de verbranding van de fossiele brandstoffen olie, kolen en gas, is er sprake van een verstoring van het natuurlijke evenwicht. Door de emissie van CO2, die vrijkomt bij die verbranding, neemt de concentratie van CO2 extra toe. Dit kan leiden tot extra opwarming van de atmosfeer en lokale verstoring van het klimaat op de aarde. Om deze reden spreekt men ook wel van het versterkte broeikaseffect. Van de broeikasgassen draagt CO2 voor meer dan 60% bij aan de menselijke beïnvloeding van het klimaat.

Reactie klimaatsysteem op menselijke invloed

Door de trage reactie van het klimaatsysteem en door natuurlijke variaties, zullen de gevolgen van menselijke beïnvloeding van het klimaat veelal pas na geruime tijd zichtbaar worden. Desalniettemin zijn in het afgelopen decennium gemiddeld op aarde de hoogste oppervlaktetemperaturen waargenomen sinds 1880. Dit is ook in Nederland het geval. In de natuur treden veranderingen in ecosystemen op die verband lijken te houden met de klimaatverandering.

Effecten van klimaatverandering

De gevolgen van klimaatverandering door het versterkt broeikaseffect kunnen ingrijpend zijn, zoals wereldwijd optredende ecologische, sociale en economische veranderingen door onder andere stijging van de zeespiegel, veranderingen in regenval en verdamping en daardoor mogelijke droogte. Het Intergovernementele Panel voor Klimaatverandering (IPCC) beschrijft om de paar jaar de wetenschappelijke kennis van het versterkt broeikaseffect, de mogelijke effecten en de beleidsopties.

Bronnen

  • RIVM (2000). Nationale Milieuverkenning 5 2000-2030. Samsom bv, Alphen aan den Rijn.
  • RIVM (2002). Milieubalans 2002. Kluwer, Alphen aan den Rijn.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
07
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2002). Milieudruk thema Klimaatverandering: inleiding (indicator 0163, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.