Samenstelling van huishoudelijk restafval, 1940-2005
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Plastics hebben een steeds groter aandeel in het huishoudelijk restafval. Gft-afval (groente-, fruit- en tuinafval) en papier en karton blijven de belangrijkste bestanddelen.
1940 | 1958 | 1971 | 1980 | 1990 | 2000 | 2003 | 2004 | 2005* | |
miljoen kg | |||||||||
Totale hoeveelheid1) | . | . | 3 110 | 4 090 | 4 600 | 3 935 | 3 900 | 3 933 | 3 950 |
gewichtsprocent | |||||||||
GFT-afval, brood, dierlijk afval en ongedefinieerd restafval | 64 | 56 | 52 | 53 | 52 | 38 | 35 | 35 | 36 |
Papier en karton | 22 | 20 | 26 | 21 | 25 | 32 | 26 | 26 | 25 |
Kunststoffen | 0 | 0 | 5 | 7 | 8,0 | 12 | 16 | 19 | 20 |
Glas | 1 | 2 | 10 | 12 | 5,0 | 5,0 | 4,3 | 3,6 | 5,0 |
IJzer | 2 | 2 | 3 | 3,0 | 3,0 | 4,0 | 3,2 | 3,5 | 3,6 |
Non-ferro metalen | 0 | 0 | 0 | 0,5 | 0,7 | 0,7 | 0,5 | 0,4 | 0,5 |
Textiel | 2 | 1 | 2 | 2,0 | 2,0 | 3,0 | 2,7 | 2,5 | 2,9 |
Bijzonder afval/KCA 2) | 0 | 0 | 0 | 0,2 | 0,5 | 0,5 | 0,2 | 0,2 | 0,1 |
Overig 3) | 9 | 19 | 2 | 2,0 | 4,0 | 11 | 11 | 10 | 8 |
Bron: SVA; Gemeente Rotterdam; CBS; RIVM; SenterNovem | CBS/MNC/sep06/0141 | ||||||||
1) Het restafval omvat het afval van huishoudens dat niet gescheiden, via vuilniszakken of grijze containers, wordt ingezameld. 2) KCA vanaf 1995, daarvoor bijzonder afval. 3) Voornamelijk hout, keramiek, tapijt, leer en rubber. Tot in de jaren zestig relatief veel kolenas. |
Hoeveelheid huishoudelijk restafval stabiliseert
Tussen 1940 en 2005 zijn een aantal ontwikkelingen zichtbaar. Zo is de hoeveelheid huishoudelijk restafval tussen 1990 en 2000 aanzienlijk afgenomen. Dit kwam voornamelijk door de invoering van de gescheiden inzameling van groente-, fruit- en tuinafval (gft-afval). Sinds 2004 is de hoeveelheid restafval weer licht toegenomen.
Steeds meer plastic in restafval
De kunststoffractie in huishoudelijk restafval is de laatste jaren aanzienlijk toegenomen. Daar waar kunststofafval voor 1970 nog nauwelijks werd gevonden in het restafval, maakt het inmiddels 20% van het restafval uit.
Met de invoering van de gescheiden inzameling van gft-afval is ook de samenstelling van het restafval gewijzigd. Dit is met name bij het aandeel gft-afval zichtbaar. Begin jaren '90 was dit aandeel nog ruim 50%, inmiddels is dit gestabiliseerd op ongeveer 35%. Een vergelijkbaar effect is zichtbaar rond de invoering van de glasbak (rond 1980). Mede als gevolg hiervan is het aandeel glas afgenomen van 10-12% naar 3,5-5,0%.
Bronnen
- NVRD (1960). Technisch maandblad voor gemeentereiniging, vervoerswezen en ontsmetting. Nederlandse Vereniging van Reinigingsdirecteuren, Den Haag.
- SVA (1980). Beperking en hergebruik van afval van partikuliere huishoudingen. Stichting Verwijdering Afvalstoffen, Amersfoort.
- RIVM (2002). Onderzoek naar de fysische samenstelling van het Nederlandse huishoudelijke restafval in 2000 en 2001. RIVM, Bilthoven.
- CBS (2004). Statline. Gemeentelijke afvalstoffen; hoeveelheden. CBS, Voorburg/Heerlen.
- SenterNovem (2006), Samenstelling van het huishoudelijk restafval, Resultaten sorteeranalyses 2005, SenterNovem Uitvoering Afvalbeheer, Utrecht
Relevante informatie
- Meer informatie over huishoudelijk afval is te vinden op Statline (CBS)
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2006). Samenstelling van huishoudelijk restafval, 1940-2005 (indicator 0141, versie 06, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.