Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales, 1994-2014

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Door de ingebruikname van nieuwe kolencentrales is met de stijging van de inzet van steenkool voor de elektriciteitsproductie ook de hoeveelheid afval gestegen. Deze hoeveelheid is de laatste tien jaar niet zo hoog geweest. Bijna al het afval, voor het grootste deel vliegas, wordt nuttig toegepast. Ook het afval uit de delfstoffenwinning wordt voor een belangrijk deel nuttig toegepast.

Grillig beeld hoeveelheden uit de delfstoffenwinning

De totale hoeveelheid afval vertoont sinds 1994 een grillig beeld. Dit heeft te maken met aanzienlijke hoeveelheden niet-procesgebonden (licht) verontreinigde grond. Door het nuttig toepassen van deze grond als vulstof of grondophoging fluctueert het aandeel hergebruik eveneens. Daarnaast komt er een hoeveelheid procesgebonden afval vrij. Deze bestaat voornamelijk uit boorgruis, -gesteente en -spoeling. Deze stoffen werden voorheen veelal gestort of in zee geloosd, maar de laatste jaren worden deze stoffen ook hergebruikt.

Stijging hoeveelheid afval uit elektriciteitscentrales door opening nieuwe kolencentrales

De hoeveelheid afval van de elektriciteitscentrales stijgt met de toename van de inzet van kolen voor de elektriciteitsproductie. In de loop van 2014 zijn nieuwe kolencentrales geopend waardoor er een stijging van de hoeveelheid afval is waar te nemen. Het afval uit de elektriciteitscentrales bestaat voornamelijk uit kolenreststoffen. Nagenoeg al dit afval vindt nuttige toepassing. Het grootste deel van de kolenreststoffen bestaat uit vliegas dat vooral wordt ingezet in de cement- en betonindustrie. Daarnaast komt bodemas vrij dat wordt afgezet in de wegenbouw en als gipsblokken. Verder ontstaat rookontzwavelingsgips dat vooral wordt gebruikt in de gipsplatenindustrie.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales
Omschrijving
Afval dat vrijkomt bij de winning van delfstoffen en bij de opwekking van elektriciteit bij elektriciteitscentrales
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Geografische verdeling
nvt
Andere variabelen
Bewerkings- en verwerkingsmethoden
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks;
Achtergrondliteratuur
Methodebeschrijving Bedrijfsafvalstoffen en Methodebeschrijving tijdreeks bedrijfsafvalstoffen
Opmerking
Het aangeboden afval omvat ook de zogenaamde niet-afvalstoffen (voorheen reststoffen genoemd) die vaak als secundaire grondstof in een ander proces worden toegepast.
In het verleden is in StatLine bij de onderverdeling van de stofsoorten gebruik gemaakt de Nederlandse afvalstoffenlijst. De oudere data zijn vanaf 1994 tot 2004 omgesleuteld naar de verdeling van de afvalcategorieën zoals vermeld in de Europese Afvalstoffenverordening. Vanaf 2010 is de toedeling van Euralcodes aan afvalcategorieën enigszins aangepast. De invloed hiervan op de gegevens van deze bedrijfstakken is nihil.
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
19
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2016). Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales, 1994-2014 (indicator 0124, versie 14, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.