Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales, 1994-2011

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Bijna al het afval van elektriciteitscentrales, voor het grootste deel vliegas, wordt nuttig toegepast. Ook van het afval dat vrijkomt bij de delfstoffenwinning wordt een aanzienlijk deel hergebruikt.

 Afval delfstoffenwinning Afval elektriciteitscentrales
 totaalw.o. nutig toegepast 1) totaalw.o. nuttig toegepast 1)
      
 mln kg    
      
19941798 1 3911 362
1996299181 1 3991 381
1998268179 1 5381 520
200020248 1 6441 615
      
200118336 1 5801 549
200219249 1 7071 668
2003302149 1 5901 557
2004275227 1 5031 486
2005229193 1 3591 342
      
2006203152 1 2591 164
2007217121 1 3281 312
2008335154 1 3181 297
2009217102 1 2691 252
2010244116 1 1521 119
      
2011200112 1 1651 136
      
Bron: CBS.CBS/CLO/jun13/0124
1) Het overige afval wordt veelal gestort of verbrand.
N.B. Afval van bedrijven met 1 of meer werkzame personen.

Delfstoffenwinning

De totale hoeveelheid afval vertoont sinds 1994 een grillig beeld. Dit heeft te maken met aanzienlijke hoeveelheden niet-procesgebonden (licht) verontreinigde grond. Door het nuttig toepassen van deze grond als vulstof of grondophoging fluctueert het aandeel hergebruik eveneens.
Daarnaast komt er een geringe hoeveelheid procesgebonden afval vrij, die voornamelijk bestaat uit boorgruis, -gesteente en -spoeling. Deze stoffen werden voorheen veelal gestort of in zee geloosd, maar de laatste jaren worden deze stoffen ook hergebruikt.

Elektriciteitscentrales

Het afval uit de elektriciteitscentrales bestaat voornamelijk uit kolenreststoffen. Al vrij snel na de introductie van steenkool bij de centrales zijn de mogelijkheden voor een nuttige toepassing van deze reststoffen onderzocht. Op dit moment bedraagt het hergebruik van kolenreststoffen zo goed als 100%. Het grootste deel van de kolenreststoffen bestaat uit vliegas dat vooral wordt afgezet in de cement- en betonindustrie. Daarnaast komt bodemas vrij, dat wordt afgezet in de wegenbouw en als bouwblokken. Ten slotte ontstaat rookgasontzwavelingsgips, dat vooral wordt gebruikt in de gipsplatenindustrie.
In 2011 is de hoeveelheid reststoffen ten opzichte van 2003 gedaald met ruim 25 procent van 1, 6 miljoen ton naar 1,2 miljoen ton . Dit kwam voornamelijk doordat de kolengestookte centrales steeds meer biomassa in plaats van kolen verstoken. Immers, het verstoken van biomassa veroorzaakt minder reststoffen, dan het verbranden van kolen.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales
Omschrijving
Afval dat vrijkomt bij de winning van delfstoffen en bij de opwekking van elektriciteit bij elektriciteitscentrales
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
Methodebeschrijving Bedrijfsafvalstoffen
Opzet van het onderzoek Bedrijfsafvalstoffen
Geografische verdeling
nvt
Andere variabelen
Bewerkings- en verwerkingsmethoden
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks;
Achtergrondliteratuur
Methodebeschrijving Bedrijfsafvalstoffen
Opmerking
Het aangeboden afval omvat ook de zogenaamde niet-afvalstoffen (voorheen reststoffen genoemd) die vaak als secundaire grondstof in een ander proces worden toegepast.
In het verleden is in StatLine bij de onderverdeling van de stofsoorten gebruik gemaakt de Nederlandse afvalstoffenlijst. De oudere data zijn vanaf 1994 tot 2004 omgesleuteld naar de verdeling van de afvalcategorieën zoals vermeld in de Europese Afvalstoffenverordening. Vanaf 2010 is de toedeling van Euralcodes aan afvalcategorieën enigszins aangepast. De invloed hiervan op de gegevens van deze bedrijfstakken is nihil.
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
19
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2013). Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales, 1994-2011 (indicator 0124, versie 13, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.