Afvalproductie door de industrie, detaillering afvalstromen 2009

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Vanwege de economische recessie is in 2009 de totale hoeveelheid industrieel afval met circa 10 procent gedaald ten opzichte van 2008. In 2009 werd van het totaal voor ruim 90 procent een nuttige bestemming gevonden. Verder bestaat van het totaal vrijgekomen niet-gevaarlijke afval voor 45 procent uit dierlijk, plantaardig afval.

 20082009w.v.   
   nuttige toe-passing1)verbran-denstortenlozen, onbekend
       
 mln kg     
       
Totaal 2)16 84615 03613 71377545494
       
Niet-gevaarlijk afval15 99014 25613 128705423-
       
Niet-chemisch afval      
Metalen72959158803-
Niet-metalen      
Papier83976875774-
Hout477403389113-
Kunststoffen, rubber17215014244-
Glas34302901-
Overige niet-metalen40353221-
Dierlijk, plantaardig afval      
Dierlijk529501444561-
Plantaardig5 3605 4175 3742123-
Gemengd dierlijk/plantaardig55554053073-
Mineralen, steenachtig materiaal      
Slak en as2 9101 7061 70500-
Overige mineralen, steenachtig 1 5981 5421 3722169-
Gemengd afval82075334133577-
Slib67970155313215-
Overig niet-chemisch65500-
       
Chemisch afval 3)1 2451 113867128118-
       
Gemeld gevaarlijk afval 4,5)856780585703194
 
Bron: Agentschap NL, CBS.CBS/CLO/jun11/0116
1) Inclusief de inzet van afval als brandstof.
2) De verdeling van de afvalcategorieën is afgestemd op de verdeling zoals vermeld in Europese afvalstatistiek verordening. Exclusief licht verontreinigde grond.
3) Het chemische afval bestaat voornamelijk uit fysisch chemisch (afvalwaterzuiverings)slib en zwavelhoudend afval. 4) Vanaf 2008 incl. de export van gevaarlijk afval.
5) De cijfers over gemeld gevaarlijk afval voor 2009 zijn voorlopig.

Samenstelling niet-gevaarlijk industrieel afval

Het niet-gevaarlijke afval bestaat voor bijna 40% uit plantaardig afval. Vanwege Europese regelgeving mag niet al het dierlijke afval in diervoeders worden verwerkt. Een groot aandeel van het slachtafval wordt als brandstof ingezet bij gespecialiseerde bedrijven, elektriciteitscentrales of cementovens.

Invloed economische recessie

Het aandeel slakken uit de basismetaal en de chemische industrie is aanzienlijk gedaald. In 2008 was het aandeel 20 procent, in 2009 halveerde deze naar 10 procent. Voor de meeste materialen geldt een percentage nuttige toepassing van 90 of hoger.

Geen reële stijging gemeld gevaarlijk afval

Sinds het kracht worden van de Europese Verordening Overbrenging van Afvalstoffen (EVOA) in 2006 worden via het verlenen van vergunningen door Agentschap NL de uitvoer van afval in kaart gebracht. Door het opnemen van deze uitvoer vanaf 2008 is de stijging van het gemeld gevaarlijke afval ten opzichte van voorgaande jaren niet reëel. Daarnaast heeft ook het steeds beter toekennen van afvalstromen afkomstig van het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA) aan bedrijfsklassen, mogelijk invloed gehad op de stijging van het gemeld gevaarlijk afval. Vanwege de economische recessie in 2009 is het gemeld gevaarlijk afval echter gedaald.

Consequenties invoering Standaardbedrijfsindeling 2008 (SBI 2008)

Vanaf 2008 is de nieuwe Standaardbedrijfsindeling 2008 (SBI 2008) gehanteerd. Voorheen werd gebruik gemaakt van de SBI'93. Hierdoor is vergelijking met voorgaande jaren niet altijd mogelijk en verantwoord. Vandaar dat in dit overzicht vergelijking met voorgaande jaren achterwege is gelaten.
Voor oudere cijfers wordt verwezen naar het archief van deze indicator.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Afvalproductie door de industrie, detaillering afvalstromen
Omschrijving
Productie van afval uit de industrie naar afvalcategorie (gevaarlijk versus niet-gevaarlijk, en naar wijze van verwerking.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek, Agentschap NL
Berekeningswijze
Methodebeschrijving: zie methodebeschrijving Bedrijfsafvalstoffen
Opzet van het onderzoek Bedrijfsafvalstoffen
Geografische verdeling
CBS: Per provincie en landsdelen; StatLine-tabel: Bedrijfsafval per provincie
Andere variabelen
Bewerkings- en verwerkingsmethode, bedrijfsgrootte
Verschijningsfrequentie
CBS: Per bedrijfstak jaarlijks; regionaal tweejaarlijks
Achtergrondliteratuur
Methodebeschrijving: zie methodebeschrijving Bedrijfsafvalstoffen
Opzet van het onderzoek Bedrijfsafvalstoffen
Opmerking
Het aangeboden afval omvat ook de zogenaamde niet-afvalstoffen (voorheen reststoffen genoemd), die vaak als secundaire grondstof in een ander proces worden toegepast. Zie ook: Afvalstoffen van de doelgroep Industrie: begrippen en definities, voor een toelichting op de gehanteerde indelingen en definities.NB. De gegevens in StatLine komen niet altijd overeen met de gegevens in de tabel. De industriële cijfers niet-gevaarlijk afval in de tabel zijn exclusief de bedrijfsklasse Voorbereiding tot recycling en exclusief licht verontreinigde grond. Het afval dat vrijkomt bij de bedrijfsklasse Voorbereiding tot recycling is afval dat reeds door andere doelgroepen en bedrijfsklassen in aangeleverd en 'gerapporteerd'. De licht verontreinigde grond valt, net als baggerspecie en dierlijke mest, niet onder de definitie van productie en verwerking van Nederlands afval. In het verleden is in StatLine bij de onderverdeling van de stofsoorten gebruik gemaakt de Nederlandse afvalstoffenlijst. Sinds 2004 is de verdeling van de afvalcategorieën afgestemd op de Eural-verdeling zoals vermeld in de Europese Afvalstoffenverordening.Vanaf 2008 is de nieuwe Standaardbedrijfsindeling 2008 (SBI 2008) gehanteerd. Voorheen werd gebruik gemaakt van de SBI'93. Hierdoor is vergelijking met voorgaande jaren niet altijd mogelijk en verantwoord. Vandaar dat in dit overzicht vergellijking met voorgaande jaren achterwege is gelaten.
Betrouwbaarheidscodering
C (Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd).

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CLO (2011). Afvalproductie door de industrie, detaillering afvalstromen 2009 (indicator 0116, versie 09, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.