Afvalproductie door de industrie, detaillering afvalstromen 2008

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In 2008 werd van de totale hoeveelheid vrijgekomen afval voor ruim 90 procent een nuttige bestemming gevonden. Verder bestaat van het totaal vrijgekomen niet-gevaarlijke afval voor 40 procent uit dierlijk, plantaardig afval.

  2008w.v.   
   nuttige toe-passing1)verbran-denstortenlozen, onbekend
       
  mln kg    
       
Totaal 2) 16 84615 461792492101
       
Niet-gevaarlijk afval 15 99014 817712461-
       
Niet-chemisch afval      
Metalen 72972504-
Niet-metalen      
Papier 83982685-
Hout 477460134-
Kunststoffen, rubber 17216354-
Glas 343202-
Overige niet-metalen 403721-
Dierlijk, plantaardig afval      
Dierlijk 529470581-
Plantaardig 5 3605 3152124-
Gemengd dierlijk/plantaardig 55554573-
Mineralen, steenachtig materiaal      
Slak en as 2 9102 90207-
Overige mineralen, steenachtig  1 5981 4142182-
Gemengd afval 82036137187-
Slib 67955011315-
Overig niet-chemisch 6600-
       
Chemisch afval 3) 1 2451 011111122-
       
Gemeld gevaarlijk afval      
2006 456238735194
2007 546368842966
20084) 8566448031101
 
Bron: AgentschapNL, CBS.CBS/CLO/aug10/0116
1) Inclusief de inzet van afval als brandstof.
2) De verdeling van de afvalcategorieën is afgestemd op de verdeling zoals vermeld in Europese afvalstatistiek verordening. Exclusief licht verontreinigde grond.
3) Het chemische afval bestaat voornamelijk uit fysisch chemisch (afvalwaterzuiverings)slib en zwavelhoudend afval. 4) Vanaf 2008 incl. de export van gevaarlijk afval.

Samenstelling niet-gevaarlijk industrieel afval

Het niet-gevaarlijke afval bestaat voor bijna 35% uit plantaardig afval. Vanwege Europese regelgeving mag niet al het dierlijke afval in diervoeders worden verwerkt. Daarom wordt een groot aandeel van het slachtafval als brandstof ingezet bij elektriciteitscentrales of cementovens. Volgens de Europese Afvalstoffenverordening valt per 2004 de inzet als brandstof onder nuttige toepassing. Daarvoor viel deze verwerking onder de verwerkingsmethode 'verbranden'. Bijna een vijfde deel bestaat uit slakken, onder andere uit de basismetaal en de chemische industrie. Voor bijna alle materialen geldt een percentage nuttige toepassing van 90 of hoger.

Geen reële stijging gemeld gevaarlijk afval

Sinds het kracht worden van de Europese Verordening Overbrenging van Afvalstoffen (EVOA) in 2006 worden via het verlenen van vergunningen door AgentschapNL de afvalexporten in kaart gebracht. Door het opnemen van deze afvalexporten in 2008 is de stijging van het gemeld gevaarlijke afval ten opzichte van voorgaande jaren niet reëel. Daarnaast heeft ook het steeds beter toekennen van afvalstromen afkomstig van het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA) aan bedrijfsklassen, mogelijk invloed gehad op de stijging van het gemeld gevaarlijk afval.

Consequenties invoering Standaardbedrijfsindeling 2008 (SBI 2008)

Vanaf 2008 is de nieuwe Standaardbedrijfsindeling 2008 (SBI 2008) gehanteerd. Voorheen werd gebruik gemaakt van de SBI'93. Hierdoor is vergelijking met voorgaande jaren niet altijd mogelijk en verantwoord. Vandaar dat in dit overzicht vergellijking met voorgaande jaren achterwege is gelaten.
Voor oudere cijfers wordt verwezen naar het archief van deze indicator.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Afvalproductie door de industrie, detaillering afvalstromen
Omschrijving
Productie van afval uit de industrie naar afvalcategorie (gevaarlijk versus niet-gevaarlijk, en naar wijze van verwerking.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek, AgentschapNL
Berekeningswijze
Methodebeschrijving: zie methodebeschrijving Bedrijfsafvalstoffen
Opzet van het onderzoek Bedrijfsafvalstoffen
Geografische verdeling
CBS: Per provincie en landsdelen; StatLine-tabel: Bedrijfsafval per provincie
Andere variabelen
Bewerkings- en verwerkingsmethode, bedrijfsgrootte
Verschijningsfrequentie
CBS: Per bedrijfstak jaarlijks; regionaal tweejaarlijks
Achtergrondliteratuur
Methodebeschrijving: zie methodebeschrijving Bedrijfsafvalstoffen
Opzet van het onderzoek Bedrijfsafvalstoffen
Opmerking
Het aangeboden afval omvat ook de zogenaamde niet-afvalstoffen (voorheen reststoffen genoemd), die vaak als secundaire grondstof in een ander proces worden toegepast. Zie ook: Afvalstoffen van de doelgroep Industrie: begrippen en definities, voor een toelichting op de gehanteerde indelingen en definities.NB. De gegevens in StatLine komen niet altijd overeen met de gegevens in de tabel. De industriële cijfers niet-gevaarlijk afval in de tabel zijn exclusief de bedrijfsklasse Voorbereiding tot recycling en exclusief licht verontreinigde grond. Het afval dat vrijkomt bij de bedrijfsklasse Voorbereiding tot recycling is afval dat reeds door andere doelgroepen en bedrijfsklassen in aangeleverd en 'gerapporteerd'. De licht verontreinigde grond valt, net als baggerspecie en dierlijke mest, niet onder de definitie van productie en verwerking van Nederlands afval. In het verleden is in StatLine bij de onderverdeling van de stofsoorten gebruik gemaakt de Nederlandse afvalstoffenlijst. Sinds 2004 is de verdeling van de afvalcategorieën afgestemd op de Eural-verdeling zoals vermeld in de Europese Afvalstoffenverordening.Vanaf 2008 is de nieuwe Standaardbedrijfsindeling 2008 (SBI 2008) gehanteerd. Voorheen werd gebruik gemaakt van de SBI'93. Hierdoor is vergelijking met voorgaande jaren niet altijd mogelijk en verantwoord. Vandaar dat in dit overzicht vergellijking met voorgaande jaren achterwege is gelaten.
Betrouwbaarheidscodering
C (Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd).

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CLO (2010). Afvalproductie door de industrie, detaillering afvalstromen 2008 (indicator 0116, versie 08, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.