Emissies naar lucht, 1990-2002
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
De emissies van de meeste stoffen zijn in 2002 gedaald ten opzichte van 2001. Kooldioxide blijft, zij het gering, stijgen.
1990 | 1995 | 1999 1) | 2000 | 2001 | 2002* | |
Verzurende emissies | miljoen kg | |||||
Zwaveldioxide (SO2) | 204 | 142 | 105 | 91 | 90 | 85 |
Stikstofoxiden als NO2 | 599 | 518 | 463 | 447 | 436 | 430 |
Ammoniak (NH3) | 232 | 193 | 167 | 152 | 142 | 136 |
Broeikasgassen | miljoen kg | |||||
Kooldioxide (CO2) | 167 578 | 179 451 | 175 919 | 179 778 | 187 344 | 187 697 |
Lachgas (N2O) 2) | 49 | 55 | 52 | 50 | 47 | 46 |
Methaan (CH4) | 1 302 | 1 190 | 1 021 | 969 | 949 | 892 |
CFK, HFK, halonen en SF6 | 7,6 | 4,0 | 2,6 | 2,3 | 2,1 | 1,9 |
Organische verbindingen | miljoen kg | |||||
VOS 3) | 490 | 362 | 287 | 267 | 251 | 244 |
Benzeen | 10 | 7,6 | 5) | 5,8 | 5,7 | 5,5 |
1 000 kg | ||||||
Fluorantheen | 102 | 65 | 5) | 51 | 39 | 30 |
Benzo(a)pyreen | 4,9 | 2,8 | 5) | 1,7 | 1,7 | 1,7 |
PAK (10 van VROM) | 1 726 | 917 | 5) | 587 | 500 | 462 |
g 4) | ||||||
Dioxine | 611 | 67 | 5) | 31 | 30 | 29 |
Metaalverbindingen | 1 000 kg | |||||
Cadmium (Cd) | 2,0 | 1,0 | 5) | 0,9 | 1,6 | 1,6 |
Chroom (Cr) | 11 | 8,2 | 5) | 4,7 | 4,4 | 4,4 |
Koper (Cu) | 19 | 20 | 5) | 20 | 20 | 20 |
Kwik (Hg) | 3,0 | 1,1 | 5) | 0,6 | 0,6 | 0,4 |
Lood (Pb) | 335 | 159 | 5) | 29 | 33 | 34 |
Nikkel (Ni) | 84 | 96 | 5) | 30 | 35 | 33 |
Zink (Zn) | 221 | 144 | 5) | 94 | 90 | 90 |
Overige verbindingen | miljoen kg | |||||
Koolmonoxide (CO) | 1 130 | 851 | 724 | 702 | 676 | 656 |
Fijn stof (PM10) | 81 | 61 | 5) | 51 | 48 | 46 |
Bron: CCDM (2002). | CBS/MC/aug03/0079 | |||||
1) De cijfers van 1999 zijn niet herberekend en daardoor mogelijk niet meer valide. 2) Exclusief emissies niet-landbouwbodems (2,4 miljoen kg) en biogene processen oppervlaktewater (3,8 miljoen kg). 3) Vluchtig organische stoffen, exclusief methaan. 4) Uitgedrukt in het aantal gram-equivalenten van de meest giftige dioxine (Internationaal Toxiciteits Equivalenten; -TEQ). 5) Cijfers niet beschikbaar; met name de emissies van fijn stof bij de Industrie (en raffinaderijen) en de daaruit afgeleide emissies metaalverbindingen zijn niet beschikbaar. Ook de afzonderlijke hoeveelheden van de onder VOS vallende componenten zijn niet beschikbaar. |
Oorzaken van de emissies naar lucht
De emissies worden veroorzaakt door verbranding van brandstoffen door voertuigen of stationaire bronnen of door industriële processen. Emissies veroorzaakt door natuurlijke bronnen worden hier niet meegenomen.
Methodiek
Voor stationaire bronnen komt een deel van de emissiegegevens uit de individuele milieujaarverslagen van bedrijven. Het overige deel wordt bijgeschat op basis van statistische gegevens uit onder andere de energiestatistieken, productiestatistieken van het CBS.In verband met een onvolledige waarneming in 1999, met name in de industrie, was het voor een aantal stoffen niet mogelijk een definitieve emissie te berekenen.
Bronnen
- CCDM (2003). Emissiemonitor, Jaarcijfers 2001 en ramingen 2002. Datawarehouse-Emissieregistratie. Coördinatiecommissie Doelgroepmonitoring, Den Haag. Beschrijvingen van de berekeningsmethodiek vindt u in de meta-informatie van de Emissiemonitor op de website van de Emissieregistratie.
Relevante informatie
- Recente emissiecijfers en beschrijvingen van gehanteerde berekeningswijzen (meta-informatie) kunnen in detail bekeken worden op het Datawarehouse van de Emissieregistratie.
- Emissiecijfers zijn ook te vinden op Statline van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2003). Emissies naar lucht, 1990-2002 (indicator 0079, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.