Multimodale verplaatsingen, 2010-2022
Een multimodale verplaatsing is een verplaatsing met ten minste twee verschillende vervoerwijzen. Het aandeel multimodale verplaatsingen is gering: in 2022 ongeveer 3,3 procent van alle verplaatsingen in Nederland. Ongeveer 12,3 procent van de in totaal door reizigers afgelegde afstand kan worden beschouwd als multimodaal. De trein speelt de hoofdrol bij de intermodale verplaatsingen: bij de helft van de multimodale verplaatsingen is de trein het vervoermiddel waarmee de langste afstand wordt afgelegd.
Het aandeel multimodale verplaatsingen is gering
Het aandeel multimodale verplaatsingen bedraagt in 2022 ongeveer 3,3 procent van alle verplaatsingen in Nederland. Het gaat hierbij om meer dan alleen het aantal verplaatsingen per trein; bijvoorbeeld ook verplaatsingen per bus, tram of metro waarbij de reiziger bovendien loopt of fietst, tellen mee als multimodale verplaatsingen. Ongeveer 12,3 procent van de in totaal door reizigers afgelegde afstand kan worden beschouwd als multimodaal. De aandelen multimodale verplaatsingen en de hierbij afgelegde afstand namen tussen 2010 en 2019 toe. In 2020 daalde het aandeel relatief sterk, onder andere door het sterk gedaalde OV-gebruik tijdens de COVID-19 pandemie. In 2022 zijn de aandelen weer iets toegenomen, maar worden er relatief gezien nog steeds minder multimodale verplaatsingen gemaakt dan vóór de pandemie.
Multimodaliteit belangrijk bij gebruik openbaar vervoer, met name bij de trein
De trein speelt een hoofdrol bij de multimodale verplaatsingen: bij 50 procent van de multimodale verplaatsingen in 2022 is de trein de hoofdvervoerwijze (het vervoermiddel waarmee de langste afstand is afgelegd). Tussen 2012 en 2022 zijn de aandelen van de trein en bus als hoofdvervoerwijze van ketenverplaatsingen afgenomen. Het valt op dat de aandelen van fietsen en lopen als hoofdvervoerwijze relatief sterk zijn gegroeid. Waar in 2012 nog slechts ongeveer 1 procent van de ketenverplaatsingen lopen als hoofdvervoerwijze had, is dit aandeel in 2022 toegenomen tot ongeveer 5 procent. Het overgrote deel (76 procent) van deze verplaatsingen betreft een toer, waarbij men bijvoorbeeld met de fiets of auto naar een locatie rijdt om een wandeling te maken.
Fiets en trein zijn een sterke combinatie
Bij een verplaatsing met de trein als hoofdvervoerwijze werd in 2022 ongeveer in 40 procent van de gevallen de fiets gebruikt in het voor- of natransport aan de woningzijde. Dit aandeel is redelijk stabiel over de tijd. Aan de activiteitenzijde is het aandeel van de fiets veel lager (11 procent in 2022), omdat men minder vaak een fiets ter beschikking heeft. Aan de activiteitenzijde is lopen de belangrijkste vervoerwijze in het voor- en natransport.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
Multimodale mobiliteit
- Omschrijving
Aandeel multimodale verplaatsingen met onderscheid naar hoofdvervoerwijze
- Verantwoordelijk instituut
Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM), auteur: Mathijs de Haas
- Berekeningswijze
Een multimodale verplaatsing is een verplaatsing met minstens twee verschillende vervoerwijzen, waaronder lopen als de respondent dit in het verplaatsingsonderzoek (OViN en ODiN) zo heeft geregistreerd. Reizigers stappen dus over van de ene vervoerwijze op de andere. Bijvoorbeeld: vanuit huis met de fiets naar het station, dan met de trein naar een ander station en vervolgens met de tram naar het werk.
Bij de gepresenteerde cijfers is data gebruikt uit het OViN over de jaren 2010 tot en met 2017 en uit het ODiN over de jaren 2018 tot en met 2022. De verplaatsingscijfers betreffen alleen ‘reguliere’ verplaatsingen; beroepsmatige verplaatsingen zijn niet inbegrepen. Het CBS heeft de opzet van het verplaatsingsonderzoek in 2018 aanzienlijk gewijzigd, waardoor een methodebreuk is ontstaan in de gegevens. Mogelijk heeft dit ook een effect op de aandelen ketenverplaatsingen en ketenkilometers.
Bij de analyses zijn enkel loopritten van 1 km of langer in combinatie met een andere vervoerwijze als multimodale verplaatsing meegerekend. Wanneer een verplaatsing bijvoorbeeld bestaat uit een rit met de auto of trein, waar in het voor- en natransport enkel minder dan 1 km wordt gelopen, wordt deze verplaatsing niet als multimodale verplaatsing gerekend.
- Basistabel
-
- Geografische verdeling
Nederland
- Verschijningsfrequentie
2-jaarlijks
- Betrouwbaarheidscodering
Schatting gebaseerd op grootschalige enquête onder reizigers
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2024). Multimodale verplaatsingen, 2010-2022 (indicator 2189, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.