Citizen science voor natuur

De bijdrage van burgers aan onderzoek is van groot belang voor het verkrijgen van inzicht in natuur en biodiversiteit. In 2021 droegen zo'n 16.500 vrijwilligers bij aan systematische natuurtellingen. De toenemende functionaliteit van internet en mobiele telefonie heeft een extra impuls gegeven aan het doorgeven van losse waarnemingen. Het platform Waarneming.nl heeft inmiddels zo'n 230.000 gebruikers.

Het begrip citizen science

De term 'citizen science' (in opkomst sinds midden jaren 90) wordt gebruikt voor initiatieven waarin burgers actief bijdragen aan onderzoek, bijvoorbeeld door het verzamelen en analyseren van data of het meedenken met onderzoeksvragen. Citizen science is te vinden in alle wetenschapsgebieden en gaat van het meten van lucht- en waterkwaliteit tot zelfmonitoring van ziektesymptomen. Onderzoek naar planten en dieren is wellicht het meest bekende voorbeeld: zo worden in Nederland veel van de gegevens over hun voorkomen en verspreiding door vrijwilligers verzameld. Dit registreren van observaties van planten, dieren en ontwikkelingen in de natuur door burgers gebeurt al honderden jaren. Denk bijvoorbeeld aan boeren die ontwikkelingen in de seizoenen of uitbraken van insectenplagen registreren.

Natuurtellingen die in samenwerking met vrijwilligers worden uitgevoerd dragen bij aan het vergroten van de wetenschappelijke kennis. Mensen trekken de natuur in om planten en dieren te tellen en investeren hierin heel veel tijd. Deze inspanning is moeilijk te realiseren met betaalde onderzoekers. De data die verzameld worden door vrijwilligers dragen o.a. bij aan het monitoren van kwetsbare soorten. Ook is citizen science een route om deelnemers in contact te laten staan met natuur, hierover te leren en hun band met natuur te versterken.

Soortenorganisaties organiseren systematische tellingen

Nederland kent negen soortenorganisaties die systematische natuurtellingen (monitoring) organiseren. Al deze organisaties zijn gespecialiseerd in veldbiologisch onderzoek naar specifieke soortgroepen en werken samen met overheden, terreinbeheerders en wetenschappelijke instellingen in binnen- en buitenland. De soortenorganisaties houden al sinds de jaren '80 met de hulp van vele vrijwilligers de verspreiding en aantalsontwikkelingen bij van dieren en planten. Tevens beheren en interpreteren zij deze verspreidings- en monitoringsgegevens. Daarnaast zetten veel soortenorganisaties zich in voor de bescherming van deze soortgroepen en hun leefgebieden. De meeste van hen zijn onderdeel van het netwerk SoortenNL.

Een prominent voorbeeld van tellingen via soortenorganisaties is het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM), waarin de soortenorganisaties samenwerken met verschillende overheden aan trendberekeningen van vele soortgroepen. Soortenorganisaties organiseren echter meer dan alleen de NEM-meetnetten. Verschillende telprojecten, waaronder LiveAtlas, zijn gericht op meerdere soortgroepen. Zeven van de Nederlandse soortenorganisaties (Anemoon, BLWG, FLORON, NMV, RAVON, Sovon en de Vlinderstichting) hebben voor 2021 in kaart gebracht, hoeveel tellers zich voor al deze projecten inzetten. Bij elkaar opgeteld komt dit uit op ongeveer 16.500 vrijwilligers. Omdat er vrijwilligers zijn die voor meerdere organisaties tellen, kunnen hier wat dubbeltellingen bij zitten, maar dit laat duidelijk zien dat een groot aantal burgers bij deze tellingen betrokken is. Ook zijn er ruim 30.000 vrijwilligers betrokken bij de Jaarrond Tuintellingen.

Internet en apps impuls voor biodiversiteitsdata

Een belangrijke ontwikkeling in natuurgerichte citizen science is de toenemende functionaliteit van internet en mobiele telefonie. In Nederland is de Natuurkalender een vroeg voorbeeld hiervan; sinds 2002 kunnen vrijwilligers via de website meldingen indienen over bijvoorbeeld bloei van planten of vogeltrek. De waarnemingen worden gebruikt voor onderzoek naar verschuivingen van natuurverschijnselen onder invloed van klimaatverandering. Ook de Jaarrond Tuintelling georganiseerd door de soortenorganisaties is een laagdrempelige telling via een website.

Een goed voorbeeld van de invloed van onlineportalen is de website Waarneming.nl, het grootste waarnemingenplatform van Nederland. Sinds 2005 kunnen via de website natuurwaarnemingen worden doorgegeven, snel gevolgd door mobiele apps (vooral ObsMapp in 2011). Het platform heeft zich over de jaren ontwikkeld en biedt een enorme database aan biodiversiteitsdata. Waarnemers kunnen hun natuurwaarnemingen, ongeacht de soortgroep, registreren en voor onderzoek beschikbaar maken. De waarnemingen worden door soortexperts, ook vrijwilligers, gevalideerd. Gevalideerde waarnemingen vloeien met instemming van de gebruiker door naar de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Deze data vormen een essentiële aanvulling op systematische tellingen van het NEM (monitoring) om de Nederlandse biodiversiteit in kaart te brengen.

In 2021 telde de website ongeveer 230.000 gebruikersaccounts. Het aantal accounts laat sinds de oprichting in 2005 een sterke groei zien. De groei van de laatste paar jaar hangt onder andere samen met de app ObsIdentify (gelanceerd in 2020). Deze app maakte het doen van natuurwaarnemingen laagdrempeliger dankzij de integratie van automatische soortherkenning vanaf een foto. Overigens worden er ook accounts verwijderd en worden er niet van alle accounts jaarlijks actieve waarnemingen doorgegeven.

In 2021 werden er in totaal ongeveer 13 miljoen waarnemingen geregistreerd op Waarneming.nl, een sterke groei ten opzichte van voorgaande jaren. Op Waarneming.nl bestond de top drie soortgroepen in 2021 uit vogels, planten, en nachtvlinders en microvlinders. Opvallend is dat ruim 60% van de natuurwaarnemingen die tot nu toe zijn gedeeld op dit platform vogels betreffen.

Ureninzet voor natuurgerichte citizen science

Al deze vrijwillige inzet vertaalt zich in een indrukwekkend aantal vrijwilligersuren. In totaal droegen vrijwilligers in 2021 voor zeker 641.500 uren aan inzet bij aan het werk van zes Nederlandse soortenorganisaties (Anemoon, BLWG, FLORON, RAVON, Sovon en de Vlinderstichting). Hierbij moet ook gedacht worden aan de reis- en invoertijd die vrijwilligers aan al hun tellingen besteden.

Ook voor andere natuurgerichte citizen science projecten wordt soms bijgehouden hoeveel inzet vrijwilligers bijdragen. Een voorbeeld hiervan is trektellen, waarbij vrijwilligers voorbijtrekkende vogels systematisch vastleggen vanaf een vaste telpost in binnen- of buitenland. Op de website Trektellen.nl wordt sinds 2006 de inzet per telpost vastgelegd; de totale aantallen uren zijn sindsdien met zo'n 60% sterk gestegen. In 2021 kwam dit uit op 39.500 uren opgeteld over alle telposten. Dit geeft nog niet eens alle telinzet weer, omdat één trektelling vaak door meerdere tellers wordt uitgevoerd.

Vrijwillige waarnemers belangrijk voor natuurbeleid

De waarnemingen die verzameld worden op de invoerportalen zoals Waarneming.nl, Telmee.nl en de NDFF Verspreidingsatlas vloeien veelal door naar de NDFF. Hetzelfde geldt voor het overgrote deel van de data uit projecten van soortenorganisaties en vrijwilligers bij terreinbeherende organisaties als Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en de provinciale Landschappen. Gegevens van de NDFF en het NEM worden gebruikt voor het verkrijgen van inzicht in de toestand en veranderingen van natuur en biodiversiteit.

Hierin speelt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een belangrijke rol. Het CBS past statistische bewerkingen toe om indexcijfers en trends vast te stellen en te verwerken in biodiversiteitsindicatoren, die bijvoorbeeld de trend van broedvogels of van beek- en poldervissen weergeven.


Berekende biodiversiteitsindicatoren zijn essentieel voor evaluaties van het natuurbeheer en beleid, en worden gebruikt in internationale rapportages voor de EU-Vogel en Habitatrichtlijnen en de VN-Convention on Biological Diversity. De bijdrage van vrijwilligers is daarmee van groot belang voor de huidige kennis en het in kaart brengen van ontwikkelingen in de Nederlandse natuur.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Citizen science voor natuur
Omschrijving
Betrokkenheid van Nederlanders bij het monitoren en inventariseren van natuurgegevens.
Verantwoordelijk instituut
Wageningen Economic Research (Auteur: Wessel Ganzevoort, Thomas Mattijssen)
Berekeningswijze
Gegevens zijn verzameld via contact met de soortenorganisaties. Deze werkwijze is gedocumenteerd in Ganzevoort en Mattijssen (2023); zie achtergrondliteratuur.
Basistabel
Zie figuurdata
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Geen
Verschijningsfrequentie
Onregelmatig
Betrouwbaarheidscodering
C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CLO (2023). Citizen science voor natuur (indicator 0625, versie 01, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.